Gewone boomwrat (Lycogala epidendrum)

Boomwrat in SmitparkBoomwrat in Smitpark (2)

De gewone boomwrat is feitelijk geen paddenstoel, maar een slijmschimmel (Myxomyceet). De levenscyclus van slijmschimmels omvat een ééncellig en een meercellig stadium. Tijdens het eerste stadium bestaan slijmschimmels uit talrijke, amoebe-achtige cellen (myxamoeben) die in het substraat rondkruipen en zich voeden met bacteriën en schimmel-, varen- of mossporen. In het volgende stadium kunnen talrijke myxamoeben fuseren tot één "reuzencel" met vele kernen, een zogenaamd plasmodium. Dit plasmodium kan zich door stroming van het protoplasma met een voor een micro-organisme grote snelheid verplaatsen (wel 1 mm per seconde of meer). Wanneer de voedselvoorraad opraakt, verplaatst het zich naar de oppervlakte van het substraat en verandert in een vruchtlichaam (aethalium) waarin sporen worden gevormd. Die sporen kunnen zich na verspreiding ontwikkelen tot myxamoeben, waarmee de cyclus is gesloten (2,4). In het geval van de boomwrat zien de vruchtlichamen er uit als roze tot rozebruine wratachtige knobbels, die op het oppervlak van dood loof- of naaldhout verschijnen. Meestal betreft het dan hout dat al vrij ver is vergaan (12). Die knobbels kunnen een diameter van 3 tot 15 mm hebben, en bezitten meestal een "korrelig" oppervlak. In onrijpe toestand zijn ze gevuld met een roze, pasta-achtige vloeistof (vandaar de Nederlandse naam "bloedweizwam" of "bloedweiwrat"), na rijping bevatten ze grijs sporenpoeder (11).

Naam

De genusnaam Lycogala betekent "wolfsmelk", vermoedelijk heeft dit betrekking op het roze sap dat bij beschadiging uit jonge vruchtlichamen druipt. Epidendrum betekent "op boom". In Nederlandse publikaties wordt Lycogala epidendrum ook wel aangeduid als "blote billetjeszwam". De gewone boomwrat kan met andere slijmschimmelsoorten worden verward. Over het onderscheid is in het blad Coolia een artikel verschenen (13).

Eetbaarheid/nut

Vruchtlichamen van de gewone boomwrat zijn niet eetbaar. De sporen van de boomwrat (en andere Myxomyceten) kunnen bij mensen die er gevoelig voor zijn, hooikoortsachtige allergieën veroorzaken (10). De vruchtlichamen bevatten plantenstoffen die de groei van virussen (3) en kankercellen (1,5,7) kunnen afremmen. De vruchtlichamen van de boomwrat fungeren als voedselbron voor bepaalde soorten kevers (6,9) en voor naaktslakken (8).

Waar gevonden

Wij hebben de boomwrat in het Smitpark meerdere malen op dood hout aangetroffen, altijd in de zomer.


Literatuur
 

1. Fröde R, Hinze C, Josten I, Schmidt B, Steffan B, Steglich W (1994) Isolation and synthesis of 3,4-bis(indol-3-yl) pyrrole-2,5-dicarboxylic acid derivatives from the slime mould Lycogala epidendrum. Tetrahedron Letters 35:1689-1690.
2. Gaither TW (1976) Ultrastructure of the pseudocapillitium and spores of the Myxomycete Lycogala epidendrum. American Journal of Botany 63:705-709.
3. Hashimoto T, Yasuda A, Akazawa K, Takaoka S, Tori M, Akazawa Y (1994) Three novel dimethyl pyrroledicarboxylate lycogarubins from the myxomycete Lycogala epidendrum.Tetrahedron Letters 35:2559-2560.
4. Hoppe T, Kutschera U (2010) In the shadow of Darwin: Anton de Bary’s origin of myxomycetology and a molecular phylogeny of the plasmodial slime molds. Theory Biosciences 129:15–23.
5. Hosoya T, Yamamoto Y, Uehara Y, Hayashi M, Komiyama K, Ishibashi M (2005) New cytotoxic bisindole alkaloids with protein tyrosine kinase inhibitory activity from a myxomycete Lycogala epidendrum. Bioorg Med Chem Lett 15:2776-2780.
6. Ing B (1967) Myxomycetes as food for other organisms. Proc S London Ent Nat Hist Soc 1967:18–23.
7. Kamata K, Kiyota M, Naoe A, Nakatani S, Yamamoto Y, Hayashi M, Komiyama K, Yamori T, Ishibashi M (2005) New bisindole alkaloids isolated from Myxomycetes Arcyria cinerea and Lycogala epidendrum. Chem Pharm Bull 53:594-597.
8. Keller HW, Snell KL (2002) Feeding activities of slugs on myxomycetes and macrofungi. Mycologia 94:757-760.
9. Lawrence JF, Newton AF (1980) Coleoptera associated with the fruiting bodies of slime molds (Myxomycetes). Coleopterists Bull 34:129-143.
10. Lierl MB (2013) Myxomycete (slime mold) spores: unrecognized aeroallergens? Annals of Allergy, Asthma and Immunology 111:537-541.
11. Lycogala epidendrum. Webdocument op en.wikipedia.org.
12. Takahashi K (2004) Distribution of Myxomycetes on different decay states of deciduous broadleaf and coniferous wood in a natural temperate forest in the southwest of Japan. Systematics and Geography of Plants 74:133-142.
13. Van Hooff H (2014) Is de gewone boomwrat Lycogala epidendrum wel altijd de gewone boomwrat? Coolia 57:2-6.


Terug naar de soortenlijst