Amethistzwam (Laccaria amethystina)
Amethistzwam_zijaanzichtAmethistzwam onderaanzichtAmethistzwammen zijkantAmethistzwammen
De amethistzwam is een algemeen voorkomende paddenstoel die in nauwe samenwerking (ectomycorrhiza) leeft met verschillende soorten naald- en loofbomen, vooral eiken, haagbeuken en beuken (11). De hoed van de zwam heeft een doorsnee van 1 tot (maximaal) 6 centimeter. Hij is aanvankelijk bol, maar spreidt zich later vlakker uit. In het midden is dikwijls een indeuking (navel) aanwezig. Bij vochtig weer heeft hij een intense paarslila kleur, maar bij uitdrogen of verouderen verbleekt deze. Bij het hoedcentrum zijn soms kleine schilfertjes of schubjes aanwezig, en de rand van de hoed kan zwak gestreept zijn (15). De steel van de paddenstoel heeft dezelfde kleur als de hoed, en is maximaal 7 cm lang en 0.7 cm dik. Hij is nogal taai, vezelig en hol. Aan de steelbasis zijn dikwijls witte draden aanwezig, die er bij de aanhechtingsplaats meelachtig uitzien. De plaatjes aan de onderkant van de hoed hebben dezelfde kleur als het hoedoppervlak. Ze staan wijd uiteen, met kortere exemplaren er tussenin, zijn via een uitbochting aan de steel gehecht, en kunnen er vanwege de sporenafgifte wit bepoederd uitzien (9,15). Amethistzwammen zijn nauw verwant aan de gewone fopzwam (Laccaria laccata). Ze hebben met fopzwammen gemeen dat hun karakteristieke kleur (oranje bij de fopzwam, donkerpaars bij de amethistzwam) spoedig verbleekt. De vruchtlichamen krijgen dan een saaie, bleekbruine of beige kleur en de paddenstoeltjes zijn vanaf dat moment moeilijk op naam te brengen. Fopzwammen kunnen zich al bij heel jonge boompjes vestigen, maar de amethistzwam heeft volwassen of oude bomen nodig om te kunnen groeien.  Uit genetisch onderzoek is gebleken dat mycelia van amethistzwammen doorgaans een klein oppervlak beslaan en een korte levensduur hebben. De schimmel vestigt zich in geschikte biotopen vooral door middel van zijn sporen, en niet door zich vegetatief te vermeerderen (3,5,7). Omdat de mycelia zich elk jaar opnieuw moeten vestigen kan het aantal vruchtlichamen op een vindplaats van jaar tot jaar sterk uiteenlopen. Jonge, helderpaars gekleurde, snel groeiende exemplaren van de paddenstoel nemen aktief koolstofverbindingen uit hun gastheerboom op, maar oude, uitgebleekte exemplaren doen dit in veel mindere mate (13). In een Brits onderzoek bleek dat de amethistzwam evenals vele andere paddenstoelen die bij loofbomen groeien ten gevolge van de klimaatverandering steeds vroeger in het jaar verschijnt en in de herfst ook steeds langer aanwezig blijft (4). Na toediening van stikstofhoudende mest of ammoniak aan de bodem kan het mycelium van de amethistzwam overvloedig vruchtlichamen gaan vormen. De paddenstoel staat daarom te boek als een "ammonia fungus" (8).

Naam
De genusnaam Laccaria betekent "gelakt" of "gekleurd", de soortnaam amethystina "violetkleurig". Agaricus amethysteus, Laccaria amethystea, Laccaria laccata var. amethystea, Omphalia amethystea, Agaricus amethystinus, Agaricus lividopurpureus, Collybia amethystina en Laccaria laccata var. amethystina zijn synoniemen van Laccaria amethystina (9). Vanwege zijn roodpaarse kleur werd de paddenstoel vroeger "rodekoolzwam" genoemd. 

Eetbaarheid/nut
Amethistzwammen kunnen het (giftige) element arsenicum in hun vruchtlichamen ophopen (2,12). Hoewel de hoed van de paddenstoel als eetbaar te boek staat, lijkt het ons dus onverstandig om die in een paddenstoelengerecht te verwerken. Een enkel maaltje kan misschien toch weinig kwaad, want arsenicum is in de amethistzwam vooral aanwezig in de vorm van dimethylarsinezuur of kakodylzuur, en die arsenicumverbinding is voor zoogdieren niet giftig (1). Amethistzwammen bevatten (evenals vele andere paddenstoelen) lectines, d.w.z. stoffen die bloed kunnen doen klonteren (6,10). Sommige vruchtlichamen van de paddenstoel ruiken naar knoflook, terwijl andere exemplaren deze geur missen.

Waar gevonden
Wij hebben amethistzwammen aangetroffen langs de spoorbaan Groningen-Leeuwarden,tussen het station en De Gast, onder de bomenrij die het dichtst bij het spoor staat. Deze bomenrij bestaat uit moseiken (Quercus cerris). We hebben de paddenstoel ook dikwijls gezien in het Coendersbos bij Nuis (Gr.), in bospercelen rond de Jilt Dijksheide bij Trimunt (Gr.), in het Natuurschoonbos bij Nietap (Dr.) en in het Sterrebos op het landgoed Mensinge bij Roden (Dr.).

Literatuur

1. Byrne AR, Slejkovec Z, Stijve T, Fay L, Gössler W, Gailer J, Irgolic KJ (1995) Arsenobetaine and other arsenic species in mushrooms. Applied Organometallic Chemistry 9:305-313.
2. Byrne AR, Tusek-Znidaric M (1983) Arsenic accumulation in the mushroom Laccaria amethystina. Chemosphere 12:1113-1117.
3. Fiore-Donno AM, Martin F (2001) Populations of ectomycorrhizal Laccaria amethystina and Xerocomus spp. show contrasting colonization patterns in a mixed forest. New Phytologist 152:533-542.
4. Gange AC, Gange EG, Sparks TH, Boddy L (2007) Rapid and recent changes in fungal fruiting patterns. Science 316:71.
5. Gherbi H, Delaruelle C, Selosse MA, Martin F (1999) High genetic diversity in a population of the ectomycorrhizal basidiomycete Laccaria amethystina in a 150-year-old beech forest. Molecular Ecology 8:2003-2013.
6. Guillot J, Genaud L, Gueugnot J, Damez M (1983) Purification and properties of two hemagglutinins of the mushroom Laccaria amethystina. Biochemistry 22:5365-5369.
7. Hortal S, Trocha LK, Murat C, Chybicki IJ, Buée M, Trojankiewicz M, Burczyk J, Martin F (2012) Beech roots are simultaneously colonized by multiple genets of the ectomycorrhizal fungus Laccaria amethystina clustered in two genetic groups. Molecular Ecology 21:2116-2129.
8. Imamura A (2001) Report on Laccaria amethystina, newly confirmed as an ammonia fungus. Mycoscience 42:623-625.
9. Laccaria amethystina (Huds.) Cooke - Amethyst Deceiver. Document op first-nature.com.
10. Lyimo B, Yagi F, Minami Y (2011) Primary structure and specificity of a new member of galectin family from the amethyst deceiver mushroom Laccaria amethystina. Biosci Biotechnol Biochem 75:62-69.
11. Roy M, Dubois MP, Proffit M, Vincenot L, Desmarais E, Selosse MA (2008) Evidence from population genetics that the ectomycorrhizal basidiomycete Laccaria amethystina is an actual multihost symbiont. Molecular Ecology 17:2825-2838.
12. Stijve T, Vellinga EC, Herrmann A (1990) Arsenic accumulation in some higher fungi. Persoonia 14:161-166.
13. Teramoto M, Wu B, Hogetsu T (2012) Transfer of 14C-photosynthate to the sporocarp of an ectomycorrhizal fungus Laccaria amethystina. Mycorrhiza 22:219-225.
14. Vincenot L, Nara K, Sthultz C, Labbé J, Dubois MP, Tedersoo L, Martin F, Selosse MA (2012) Extensive gene flow over Europe and possible speciation over Eurasia in the ectomycorrhizal basidiomycete Laccaria amethystina complex. Molecular Ecology 21:281-299.
15. Werner PG a.o. Laccaria amethystina. Document op en.wikipedia.org.

Terug naar de soortenlijst