Beukwortelzwam (Xerula radicata)




De beukwortelzwam is een algemeen voorkomende
paddenstoel, die men rond stobben en dode bomen kan aantreffen - vooral op
plaatsen waar beuken of eiken zijn gerooid. Hij kan ook groeien op wortels van
levende bomen. Volgens sommigen leeft hij dan op afgestorven worteldelen,
volgens anderen als parasiet op levend weefsel. De zwam lijkt op de grond te
groeien, maar staat ondergronds altijd in verbinding met hout. De lange steel
van het vruchtlichaam wortelt bijzonder diep; het ondergrondse gedeelte kan
vrijwel even lang zijn als het bovengrondse. Vandaar de Engelse naam "rooting shank" (wortelend
scheenbeen, wortelende schacht of wortelende steel) (10). De hoed is aan de bovenzijde slijmerig, gerimpeld en
gebocheld, d.w.z. in het bezit van een centrale knobbel. De sporen zijn groot,
12 tot 18.5 x 9 tot 14 µ (4,5). Het mycelium van de beukwortelzwam is goed
bestand tegen bevriezing; in een laboratoriumexperiment was het na vier maanden
invriezen nog volledig levensvatbaar (6). In geïnfecteerd hout veroorzaakt de
paddenstoel witrot, door vooral lignine af te breken.
Naam
De beukwortelzwam is bekend onder verschillende namen: Collybia radicata (2) en Oudemansiella radicata (1,3) verwijzen
naar dezelfde soort. De soortnaam radicata
betekent "wortelend". Volgens sommige onderzoekers zou Xerula radicata van het genus Xerula moeten worden afgesplitst en
opnieuw Oudemansiella radicata moeten
gaan heten (9).
Eetbaarheid/nut
Alleen de hoed van de beukwortelzwam is eetbaar; de
steel is daarvoor te taai. De paddenstoel is echter niet erg smakelijk en niet
talrijk genoeg om voor consumptie te worden verzameld. Beukwortelzwammen
bevatten antibiotica die de groei van schimmels en gisten kunnen remmen (1). Ze
bevatten ook een bloeddrukverlagend middel, de tyrosine hydroxylase remmer
oudenon, waarvan de structuur en de biosynthese is opgehelderd (7,8).
Waar gevonden
Wij hebben beukwortelzwammen gevonden in een houtsingel
ten zuiden van het wandelpad tussen de sportvelden en in de
noordberm van de Stationsweg en Wilhelminalaan. Op de laatste plek groeiden ze
op de wortels van een levende beuk.
Literatuur
1. Anke T, Werle A, Bross M, Steglich W (1990)
Oudemansin X, a new antifungal E-ß-methoxyacrylate from Oudemansiella radicata (Relhan ex Fr.) Sing. J Antibiotics 43:1010-1011.
2. Campbell AH
(1938) Contribution to the biology of Collybia
radicata (Relh.) Berk. Trans Br
Mycol Soc 22:151-159.
3. Enderle M, Laux HE (1981) Paddestoelen op hout.
W.J.Thieme, Zutphen, p.30.
4. Fischer MWF,
Stolze-Rybczynski JL, Cui Y, Money NP (2010) How far and how fast can mushroom
spores fly? Fungal Biol 114:669-675.
5. Grubiger
Würzelrübling. Webdocument op de.wikipedia.org.
6. Moser M (1958)
Der Einfluß tiefer Temperaturen auf das Wachstum und die Lebenstätigkeit
höherer Pilze mit spezieller Berücksichtigung von Mykorrhizapilzen. Sydowia
12:386-396.
7. Tsantrizos YS,
Zhou F, Famili P, Yang X (1995) Biosynthesis of the hypotensive metabolite
oudenone by Oudemansiella radicata 1.
Intact incorporation of a tetraketide chain elongation intermediate. J Org Chem
60:6922-6929.
8. Umezawa H,
Takeuchi T, Iinuma H, Suzuki K, Ito M, Matsuzaki M, Nagatsu T, Tanabe O (1970)
A new microbial product, oudenone, inhibiting tyrosine hydroxylase. J
Antibiotics 28:514-518.
9. Wang L, Yang ZL,
Zhang LF, Mueller GM (2008) Synopsis and systematic reconsideration of Xerula s.str. (Agaricales). Acta Botanica
Yunnannica 30:631-644.
10. Xerula
radicata (Relhan: Fr.) Dörfelt - Rooting Shank, pagina op www.first-nature.com.
Terug naar de soortenlijst