Bleekgele bundelzwam (Pholiota gummosa)
De
bleekgele bundelzwam is een paddenstoel die leeft van de afbraak van
dood hout. Hij groeit meestal op houtresten die op een open plek
onder een grasmat in de grond begraven zijn (1,6), maar kan soms ook op
bovengronds halfvergaan hout verschijnen (7). Het kan afgestorven
boomwortels betreffen of hout dat door de plantsoenendienst
versnipperd is (2). De vruchtlichamen hebben middelgrote afmetingen
(hoeddiameter tot 6 cm, steel tot 6 cm lang). Het hoedoppervlak is
bleekgeel van kleur maar heeft vaak ook groenachtige tinten. Aan deze
bijzondere kleurcombinatie is de paddenstoel doorgaans gemakkelijk te
herkennen, maar bij droog weer kunnen de vruchtlichamen verbleken
(2,10). Bij jonge exemplaren zijn er bovenop de hoed dikwijls
schubjes
aanwezig; bij oude exemplaren zijn die er door de regen afgespoeld
(7,10). De bovenzijde van de hoed is bij vochtig weer kleverig. De steel
is crèmekleurig tot geelbruin, aan de steelbasis dikwijls ook roodbruin
van kleur. De plaatjes aan de onderzijde zijn aanvankelijk geelachtig
maar worden later bruin (1). Ze zijn dun, staan dicht op elkaar en
zijn enigszins uitgebocht aan de steel gehecht (2,5). Het
vormingsmechanisme van conidiën
(ongeslachtelijke sporen) door het mycelium van de paddenstoel is
onderzocht met de lichtmicroscoop (11). Bleekgele
bundelzwammen komen niet alleen voor in Europa maar ook in Azië
(8) en Noord Amerika (9).
Naam
Hoewel
de paddenstoel "bundelzwam" heet kan hij niet alleen in kleine
bundels groeien, maar ook alleen staan (8). In het laatste geval
staan er op de vindplaats doorgaans wel meerdere vruchtlichamen op
relatief korte afstand van elkaar. De Duitse naam "Gummi-Schüppling"
heeft vermoedelijk betrekking op het feit dat de hoedhuid in zijn
geheel als een laagje rubber van het hoedvlees afgetrokken kan worden
(1,2), mogelijk ook op het elastische karakter van de hoed (2). Over de
soortindeling van het geslacht Pholiota is een Nederlandstalig artikel verschenen (4). Agaricus
gummosus, Agaricus ochrochlorus, Flammula gummosa, Agaricus cookei,
Flammula ochrochlora, Dryophila gummosa, Pholiota cookei, en Pholiota ochrochlora zijn synoniemen van Pholiota gummosa (8.9). De genusnaam Pholiota is afgeleid van het Griekse woord pholis, dat "schub" betekent. De Latijnse soortnaam gummosa betekent "vol kleefstof", of "zeer kleverig" (8). Dubbelgangers
van de bleekgele bundelzwam en manieren om die van de bundelzwam te
onderscheiden worden in een Engels artikel beschreven (3).
Eetbaarheid/nut
Vruchtlichamen van de bleekgele bundelzwam zijn niet eetbaar (1,2,8).
Waar gevonden
De
bleekgele bundelzwam verscheen tijdens een aantal opeenvolgende jaren op
een grasveld ten zuiden van het Bospad. Onder dit grasveld bevond zich veel begraven hout. In
de afgelopen jaren stond de paddenstoel tijdens elke herfst in flink
aantal in de westberm van de Heemskerkstraat, op plaatsen waar de
gemeente bomen heeft gerooid.
Literatuur
1. Haselböck A (2016) Pholiota gummosa/Gummi-Schüppling. Document op www.naturspaziergang.de.
2. Kasparek F (z.j.) Gummi-Schüppling Pholiota gummosa. Document op tintling.de.
3. Kibby G (2018) Fungal Portraits No.76: Pholiota gummosa. Field Mycology 19:111-112.
4. Noordeloos ME (2004) Notities over Pholiota naar aanleiding van de Europese monografie van Jan Holec. Coolia 47:99-105.
5. Pholiota gummosa. Document op en.wikipedia.org.
6. Pholiota gummosa. Document op www.fichasmicologicas.com.
7. Pholiota gummosa (Lasch) Singer. Document op www.fungipedia.org.
8. Pholiota gummosa (Lasch) Singer - Sticky Scalycap. Document op www.first-nature.com.
9. Smith AH, Hesler L (1968) The North American Species of Pholiota. New York: Hafner Publishing Company.
10. Tanchaud P (2011) Pholiota gummosa (Lasch.:Fr.) Singer. Document op www.mycocharentes.fr.
11. Walther G, Weiß M (2008) Anamorphs in the Strophariaceae (Basidiomycota, Agaricales). Botany 86:551-566.
Terug naar de soortenlijst