Bleke geelvezelgordijnzwam (Cortinarius saniosus - complex)
HabitusHoedoppervlakOnderzijde
De bleke geelvezelgordijnzwam is een kleine paddenstoel van open, lichte plaatsen in vochtige loofbossen, en grazige bermen van lanen en wegen (5,11). De soort heeft een lichte voorkeur voor populieren (Populus) en wilgen (Salix) (6,11) - ook kruipwilg (7), maar hij groeit ook onder linden (2), eiken (3) en berken (3) en heel zelden ook wel eens bij naaldbomen (4,11). Het mycelium van deze paddenstoel is een mycorrhiza-partner van deze bomen (11). De hoed heeft een doorsnee van 1,5 tot 3,5 cm. Hij heeft aanvankelijk de vorm van een halve bol, maar wordt later klokvormig tot stomp kegelvormig, en uiteindelijk plat en enigszins gewelfd met een opvallende umbo (bult) in het midden. De kleur van de hoed is geeloranje tot roodbruin, met een koperkleurig tot zwartbruin centrum. Het hoedoppervlak is in jonge toestand bedekt met fijne geelbruine vezels (zie de foto linksboven), waardoor het er viltig uitziet. Aan de hoedrand is een smalle, geelbruine rand aanwezig, een rest van het gordijn (2,11). De plaatjes aan de onderzijde van de hoed staan vrij ver uit elkaar en er staan veel kortere plaatjes tussenin. In jonge toestand zijn ze beige van kleur, maar bij rijping worden ze geelbruin tot okerbruin. De randen van de plaatjes zijn geelbruin en gekarteld of gegolfd (2,11). De steel van de paddenstoel is 3 tot 8 cm lang en 0,3 tot 0,8 cm dik, cilindrisch van vorm, en recht of enigszins gebogen. Hij heeft een geelbruine basiskleur en het oppervlak is bedekt met lengtevezels. Bij goedontwikkelde exemplaren van de paddenstoel zijn er op de steel goudgele tot okergele vlokjes aanwezig in de vorm van een ring (zie foto linksboven). Ook dit zijn resten van het gordijn dat aanvankelijk de plaatjes bedekte. Op de top van de steel bevinden zich witte pluisjes (zie foto rechtsboven) en aan de steelbasis kan wit, viltachtig mycelium te zien zijn (11). De paddenstoel komt voor in Noord Amerika, Europa en Azië, vanaf zeeniveau tot in het hooggebergte (2). Volgens een recent Amerikaans artikel zijn er in genetisch opzicht tussen de tropische en subtropische populaties van C.saniosus enerzijds en de boreale (noordelijke) populaties anderzijds wel belangrijke verschillen (10).

Naam
De genusnaam Cortinarius betekent "gordijnzwam" en heeft betrekking op het gordijn dat bij jonge exemplaren de plaatjes bedekt. De Latijnse soortnaam saniosus betekent “vies”, “rot” of “vuil”, "besmet" of "ongezond". Synoniemen van Cortinarius saniosus zijn o.a. C.bavaricus, C.luteolateritius, C.rufoanuliferus, en C.subaurantiomarginatus (2). Volgens een Fins artikel zijn Cortinarius aureomarginatus en Cortinarius chrysomallus andere synoniemen (8). De koperrode gordijnzwam (Cortinarius uliginosus) lijkt op de bleke geelvezelgordijnzwam, maar die soort groeit alleen bij elzen en wilgen op natte grond. De geelvlokkige gordijnzwam (C.helvelloides) lijkt ook op de de geelvezelgordijnzwam (6), maar groeit alleen onder elzen in broekbos. De zeer zeldzame levendige gordijnzwam (Cortinarius luci) is eveneens een mogelijke dubbelganger (4). De franjeplaatgordijnzwam (Cortinarius junghuhnii) is nog een soort die op Cortinarius saniosus lijkt, en volgens het Overzicht van de Paddenstoelen van Nederland voorkomt onder eiken en wilgen op "droog tot vochtig, zuur tot enigszins kalkrijk, humusarm tot humeus zand". Onze vindplaats zou je kunnen omschrijven als "onder eiken op droog, humeus zand". Volgens deskundigen is Cortinarius saniosus "een complex van verschillende, moeilijk te onderscheiden soorten" (1,3,8.9). Daarom hebben we boven deze pagina maar "Cortinarius saniosus-complex" geschreven, en niet "Cortinarius saniosus". De verwantschappen tussen de soorten binnen het complex en hun relaties tot andere Cortinarius soorten zijn onderzocht met moleculair-biologische technieken (8,9).

Eetbaarheid/nut

Vruchtlichamen van de bleke geelvezelgordijnzwam zijn giftig. In Duitsland zijn meerdere vergiftigingsgevallen gerapporteerd (5).

Waar gevonden
Bovenstaande gordijnzwammetjes stonden in de westberm van het noordelijk eind van de Boslaan, enkele tientallen meters vóór het parkje bij de driesprong Boslaan - Van Houtenstraat - Westergast, in vele opeenvolgende jaren. Deze berm wordt beschaduwd door oude, grote zomereiken.

Literatuur

1. Bellanger JM, Armada F, Fellin A, Moreau PA (2023) New Insights into Alpine Cortinariaceae (Basidiomycota): Three New Species, Two Type Revisions, and a New Record for the Alpine Zone. J Fungi 9,942.
2. Cortinarius saniosus. Document op pl.wikipedia.org.
3. Cortinarius (Tel.) saniosus agg. (Pavučinec přižloutlý). Document op mykologie.net.
4. Dam N, Kuyper TW (2005) Het geslacht Cortinarius in Nederland VII. Groep 21 - Telamonia's met geel velum. Coolia 48:178-190.
5. Gelbgeschmückter Raukopf. Document op 123pilzsuche.de.
6. Gultrævlet slørhat (Cortinarius saniosus). Document op svampe.databasen.org.
7. Høiland K, Botnen S (2016) A comparison of aboveground sporocarps and belowground ectomycorrhizal structures of Agaricales, Boletales and Russulales in a sand dune ecosystem on Lista, South-western Norway. Agarica 37:67-77.
8. Kokkonen K (2020) Diversity of boreal small species of Cortinarius subgenus Telamonia with Salix. Karstenia 58:60-117.
9. Lindström H, Bendiksen E, Bendiksen K, Larsson E (2008) Studies of the Cortinarius saniosus (Fr.:Fr.) Fr. complex and a new closely related species, C.aureovelatus (Basidiomycota, Agaricales). Sommerfeltia 31:139-159.
10. Ostuni S, Canan K, Birkebak J (2023) Cortinarius saniosus reported from tropical and subtropical Florida with unique genotype shared among Midwestern and Southeastern, but not boreal/montane, North American collections. McIlvainea 32:10-24.
11. Steiner A. Gelbgeschmückter Raukopf - Cortinarius saniosus (FR. 1828) FR. 1838. Document op natur-in-nrw.de.

Terug naar de soortenlijst