Bruin hunebedschildmos (Xanthoparmelia loxodes)
Hunebedschildmos
Bruin hunebedschildmos groeit op zuur (kalkarm) gesteente, zoals graniet van hunebedden en zwerfstenen (1,8) of basalt van zeedijken. Horizontale of glooiende oppervlakken die veel zon krijgen zijn gangbare groeiplaatsen (2,4,7,8,10). In Polen is dit korstmos ook bekend van grafmonumenten van graniet en zandsteen (5,6). De soort is enigszins stikstofminnend (2,4). Het thallus kan 15 tot 20 cm groot worden (maar is dikwijls veel kleiner) en heeft 2 tot 5 mm brede lobben aan de rand. Het bovenoppervlak ziet er rimpelig en korrelig uit. Bij droog weer is dit korstmos lichtbruin, geelbruin of grijsbruin van kleur, maar bij nat weer wordt het olijfgroen of groenachtig bruin (3). De thallusrand is lichter van kleur dan het thalluscentrum (4). Isidiën zijn dikwijls aanwezig en kunnen gegroepeerd zijn in bloemkoolachtige hoofdjes. De apotheciën van dit korstmos (die in Engeland en Nederland meestal ontbreken) zien er uit als 2 tot 5 mm brede bruine schijfjes met een bleke rand. Aanvankelijk zijn die hol en glanzend, maar later worden ze vlak en mat (2,3,7). De onderkant van het thallus is zwart en voorzien van onvertakte rhizinen (2,3,7). Bruin hunebedschildmos komt alleen voor op het Noordelijk halfrond (9).

Naam
De genusnaam Xanthoparmelia betekent: “lichte Parmelia” (het Griekse woord xanthos betekent "blond", "geel" of "lichtbruin"). Parmelia is misschien afgeleid van het Latijnse woord voor “schildje” (parma). De soortnaam loxodes is afgeleid van het Griekse woord loxos, dat “scheef”, “schuin” of “hellend” betekent. Neofuscelia loxodes en Parmelia loxodes zijn synoniemen van Xanthoparmelia loxodes (8).

Waar gevonden
Wij hebben twee thalli van bruin hunebedschildmos aangetroffen op een groot blok natuursteen dat in de berm van de Gastlaan (in Zuidhorn) is neergelegd, bij de kruising met de oude Rijksstraatweg. We verbaasden ons over deze vondst, want dit korstmos is in Nederland zeldzaam. We hebben het lot van het gefotografeerde thallus in de loop van de tijd gevolgd. Na één jaar was er nog slechts een fragment van over, en na twee jaar was het korstmos helemaal verdwenen. We nemen daarom aan dat het korstmos zich op de steen had gevestigd voordat deze in Zuidhorn werd neergelegd en dat de omstandigheden op de nieuwe ligplaats niet gunstig waren voor het voortbestaan van de soort (te veel in de schaduw ?).

Literatuur
1. Aptroot A, Van Herk CM, Sparrius L (2017) Twenty-two years of monitoring the lichen flora of megalithic monuments in the Netherlands. Herzogia 30:483-495.
2. Association Française de Lichénologie. Xanthoparmelia loxodes. Document op www.afl-lichenologie.fr.
3. Gérault A. Xanthoparmelia loxodes (Nyl.) O.Blanco. Document op Marine, Maritime and Oceanic Lichens, www.lichensmaritimes.org.
4. Großwarzige Schüsselflechte. Document op www.123pilzsuche.de.
5. Matwiejuk A (2008) Lichens of the Jewish cemetery in Bialystok (North-Eastern Poland). Botanika Steciana 12:111-116.
6. Matwiejuk A (2016) The effect of habitat conditions on the lichens of selected Jewish cemeteries in Podlasie (northeastern Poland). Isr J Plant Sci 63:85-95.
7. Silverside AJ (2013) Xanthoparmelia loxodes (Nyl.) O.Blanco et al. Document op: Images of British Lichens, lastdragon.org.
8. Szczepanska K, Kossowska M (2014) The lichen-forming fungi of the Xanthoparmelia pulla group (Parmelia, Ascomycota) in Poland. Acta Soc Bot Pol 83:59-65.
9. Thell A, Feuerer T, Elix JA, Kärnefeldt I (2006) A contribution to the phylogeny and taxonomy of Xanthoparmelia (Ascomycota, Parmeliaceae). J Hattori Bot Lab 100:797-807.
10. Tsurykau A, Golubkov V, Bely P (2018) The lichen genus Xanthoparmelia (Parmeliaceae) in Belarus. Folia Cryptog Estonica 55:125-132.

Terug naar de soortenlijst