Bruine kleibosgordijnzwam s.l. (Cortinarius largus s.l.)



De
bruine kleibosgordijnzwam is een forse paddenstoel (doorsnee tot
12, soms zelfs 17 cm) met een hoed die bij vochtig weer kleverig
is en een droge steel (2,3,5). In heel jonge toestand is de hoed bleek
violet, maar hij wordt spoedig geelbruin (2). De steel van
de vruchtlichamen is dik en aan de basis knotsvormig verdikt. Vlak
onder de hoed is de steel beige of licht lila van kleur, verder
naar onder is hij lichtbruin tot bruin. Langs de steel is een ring
zichtbaar die bestaat uit resten van het gordijn (1,8). Dit gordijn is
aanvankelijk lila of witachtig, later geelbruin (4). De plaatjes aan de
onderzijde van de hoed zijn aanvankelijk grijsviolet, maar worden bij
rijping van de sporen roestbruin (2). In de gematigde klimaatzone van
Rusland is de soort in loof- en naaldbos wijdverbreid (1), maar in
Noord Nederland (provincie Drenthe) komt hij vooral voor in beschaduwde
weg- en laanbermen , onder eiken (2). Hij kan ook groeien onder beuken
en hazelaars, en is een mycorrhiza-partner
van deze loofbomen (3,4,5,13,15,16). In Nederland, en ook in Duitsland (16), Frankrijk (14) en Roemenië (3), wordt
de soort beschouwd als een liefhebber van basische bodem (klei), maar
in Rusland schijnt hij vooral op verweerde zandsteenbodems voor te
komen (1) en in Spanje op licht zure grond (8,11). Van de paddenstoel is
bekend dat hij in Europa, Azië, Australië en Nieuw Zeeland voorkomt (4).
Naam
De genusnaam Cortinarius betekent "gordijnzwam" en heeft betrekking op het spinneweb-achtige gordijn dat bij jonge exemplaren de plaatjes bedekt. De soortnaam largus
betekent "rijkelijk", "overvloedig" of "genereus". Deze zou betrekking
kunnen hebben op het formaat van de paddenstoel (3,6), maar ook op
het feit dat zijn mycelium met een groot aantal boomsoorten mycorrhiza vormt (7).
In Frankrijk gaat het om: beuk, eik, haagbeuk, hazelaar, tamme
kastanje, linde en fijnspar (7).De bruine kleibosgordijnzwam kan worden
verwisseld met de violetbruine gordijnzwam (Cortinarius balteatocumatilis), de gele kleibosgordijnzwam (Cortinarius coalescens) en de paarsrandgordijnzwam (Cortinarius balteatus). Vooral de twee laatstgenoemde soorten zijn echter veel zeldzamer dan de bruine kleibosgordijnzwam. Cortinarius percomis, Cortinarius lividoviolaceus, Phlegmacium largum en Gomphos largus zijn synoniemen van Cortinarius largus (3,4). In
totaal zijn er wel veertien synoniemen! (zie 9,12). Zowel op
morfologische als op moleculair-biologische gronden lijkt het bij Cortinarius largus
te gaan om één enkele, duidelijk afgegrensde soort (9). Gordijnzwammen
zijn in het veld echter moeilijk te onderscheiden (14) en DNA onderzoek
is dikwijls aan te bevelen (12).
Eetbaarheid/nut
Volgens
sommige websites zijn bruine kleibosgordijnzwammen eetbaar, maar niet
bepaald lekker (1,6), volgens andere zijn ze oneetbaar (3). Omdat de
paddenstoel in Nederland tamelijk zeldzaam is en er kans op
verwisseling met giftige soorten bestaat, zouden wijzelf nooit
gordijnzwammen voor de maaltijd verzamelen. De vruchtlichamen hebben
dikwijls een onaangename, muffe geur (2,3) die aan aarde doet denken
(15). Vreemd genoeg wordt op
andere sites beweerd dat ze geen bijzondere geur (10,16) of een
fruitige geur (11,13) bezitten. Deze tegenspraak kan verband
houden met het feit, dat de geur bij
jonge exemplaren nog vrijwel geheel onbreekt, en pas bij veroudering
sterk wordt (3).
Waar gevonden
Wij
hebben de gefotografeerde soort een aantal malen gevonden in
de noordberm van de Hanckemalaan, iets ten oosten van de afslag van de
Fazantenlaan, onder eiken.
Literatuur
1. Big webcap. Document op gardenlux-en.decorexpro.com.
2. Chrispijn R (2015) Cortinarius largus - Bruine kleibosgordijnzwam. In: Ecologische Atlas van de Paddestoelen van Drenthe, deel 2, p.632-633.
3. Cortinarius largus. Document op ro.wikipedia.org.
4. Cortinarius largus. Document op pl.wikipedia.org.
5. Cortinarius largus Fr. 1838. Document op myko.cz.
6. Cortinarius largus Fr. (1838) Zajetna koprenka. Document op gobenabovskem.si.
7. Cortinarius largus Fries (1838) [1836-38] Cortinaire large, Cortinaire largement répandu. Document op mycodb.fr.
8. Cortinarius lividoviolaceus. Document op fichasmicologicas.com.
9. Liimatainen K, Niskanen T, Dima B, Kytövuori I, Ammirati JF, Frøslev TG (2014) The largest type study of Agaricales species to date: bringing identification and nomenclature of Phlegmacium (Cortinarius) into the DNA era. Persoonia 33:98-140.
10. Marqua J (2012) Blasser Schleimkopf. Cortinarius largus Fries. Document op pilzflora-ehingen.de
11. Muñoz Sánchez JA. Cortinarius largus Fr. Document op micológica-barakaldo.org [Fichas micológicas, no.461].
12.
Schmidt-Stohn G, Oertel B (2015) Warum DNA-Sequenzierungen an Pilzen
auch für Amateur-Mykologen wichtig sind. Journal des J.E.C. 17:75-88.
13. Smout J. Bruine kleibosgordijnzwam. Document op zwammen.floraeuropea.eu.
14. Tanchaud P (2024) Cortinarius largus Fr. Document op mycocharentes.fr.
15. Verfärbender Schleimkopf Cortinarius largus. Document op tintling.com.
16. Verfärbender Schleimkopf, Blasser Schleimkopf, Krummstieliger Schleimkopf. Document op 123pilzsuche.de.
Terug naar de soortenlijst