De dennenvoetzwam is een parasitaire
paddenstoel die stam- en wortelrot kan veroorzaken in verschillende coniferen,
zoals spar, Douglas-spar, hemlock-spar, grove den, zwarte den, en lariks (4,6,8,9).
In zeldzame gevallen schijnt de zwam ook te kunnen voorkomen bij stammen van de
kers (Cerasus avium) (5). De
vruchtlichamen groeien dikwijls om grassprieten, twijgjes of afgevallen dennennaalden
heen. De poriën aan de onderzijde zijn aanvankelijk lichtgeel of geel van kleur
maar worden groengeel bij veroudering. De bovenzijde van de zwam verkleurt
daarbij van warmbruin naar donkerbruin tot bruinzwart, en het vlees dat
aanvankelijk zacht en buigzaam is wordt uiteindelijk hard (9). Van het mycelium
van de dennenvoetzwam wordt beweerd dat het in de bodem als tijdelijke
mycorrhizapartner kan samenleven met verschillende loofbomen, zoals hazelaar,
haagbeuk, kers, vogelkers, lijsterbes en esdoorn (7). Het mycelium kan
naaldbomen pas infecteren als die mechanisch beschadigd of door een andere
parasiet, zoals de honingzwam (Armillaria
mellea) aangetast zijn (1,3). Na de dood van de gastheer blijft de
dennenvoetzwam nog lang als saprotrofe soort aanwezig op de dode stomp. Op
stompen en wortels van gerooide naaldbomen konden de vruchtlichamen nog 17 jaar
lang verschijnen hoewel het grootste aantal 7 jaar na het vellen van de bomen
werd waargenomen (2). De houtboleet (Buchwaldoboletus
lignicola), een zeldzame paddenstoel, schijnt voor zijn vestiging
afhankelijk te zijn van de aanwezigheid van Phaeolus
schweinitzii (5,7).
2. Barrett DK (1985) Basidiospores of Phaeolus schweinitzii: a source of soil infestation. Eur J For Path
15:417-425.
3. Barrett DK (1985) Infection biology studies of Phaeolus schweinitzii. Eur J For Path 15:355-356.
4. Blakeslee GM (1980) Residual naval stores stumps as reservoirs of
inoculum for infection of slash pines by Phaeolus
schweinitzii. Plant Disease 64:167.
5. Borovicka J (2010) Some notes on the habitat and distribution of Phaeolus schweinitzii. Mykologicky
Sbornik 87:77-79.
6. Hagle SK, Filip GM (2010) Schweinitzii
root and butt rot of Western conifers.
7. Lipka J (1985) Weiteres über Buchwaldoboletus
lignicola (Kallenbach) Pilát und Phaeolus
schweinitzii (Fries) Patouillard. Z Mykol 51:47-50.
8. Oosterbaan A, Van den Berg CA, Kopinga J
(2001) Stamrot in lariks- en douglasopstanden in Nederland. Alterra-rapport
297. Alterra, Research Instituut voor de Groene Ruimte, Wageningen.
9. Phaeolus
schweinitzii. Webdocument op en.wikipedia.org.
10. Phaeolus
schweinitzii (Fr.) Pat. - Dyer's Mazegill. Webdocument op
www.first-nature.com