Doolhofzwam (Daedalea quercina)



De
doolhofzwam is een opvallende gaatjeszwam die doorgaans verschijnt op
dode stobben en gevelde stammen van eiken (1,13). In zeldzame gevallen
kan hij ook via stamwonden in het kernhout van een levende gastheer
terechtkomen (7) of op hout van tamme kastanjes (1), beuken (9),
populieren of robinia (4) groeien. De paddenstoel is bovendien
regelmatig op houten boten (2), houten beschoeiingen en bruggetjes (9)
aangetroffen. Het substraat was ook dan meestal eikenhout,
maar
soms mahonie- of grenenhout (2). Volgens een Litouws artikel
kan
de paddenstoel ook groeien op dode takken die nog aan
de boom
vastzitten (11). In jonge toestand zien doolhofzwammen er
korstvormig uit (zie de foto rechtsboven), maar later vormen
zich vruchtlichamen die van het hout uitsteken en een
duidelijke
boven- en onderkant hebben. De poriën aan de onderkant zijn
sleufvormig en doolhofachtig met elkaar verbonden.
Ze zijn
okerkleurig en worden bij veroudering van het vruchtlichaam donkerder.
Doolhofzwammen kunnen een diameter van 6 tot 20 cm en een dikte van 2
tot 5 cm hebben. Bij de aanhechtingsplaats aan het hout zijn
ze
soms nog dikker. De bovenkant van de paddenstoel biedt een hobbelige
aanblik, is van concentrische kleurzones voorzien en heeft bij
exemplaren die nog groeien een witte rand (3,13). Het mycelium van de
doolhofzwam veroorzaakt in het hout bruinrot (4,5,9). De doolhofzwam is
een voorbeeld van een paddenstoel die in de laatste jaren vaker
voorkomt dan vroeger. Men wijt dit aan het ouder worden van de
Nederlandse bossen en het minder rigoureus afvoeren van dood hout (9).
Naam
De genusnaam Daedalea betekent
"kunstig bewerkt" of "wonderlijk gedraaid"; de naam verwijst misschien
ook naar de Atheense architect Daedalus, die volgens de Griekse
mythologie voor koning Minos van Kreta een labyrinth bouwde (1,4). De
soortnaam quercina
betekent "van de eik". Agaricus
quercinus, Trametes hexagonoides, Trametes quercina,
en Lenzites
quercina zijn synoniemen van Daedalea quercina
(1).
Eetbaarheid/nut
Vruchtlichamen
van de doolhofzwam zijn voor mensen oneetbaar. Ze zijn hard en
kurkachtig van structuur en smaken bitter (3) of zurig
(4). In een Zweeds onderzoek werden op de paddenstoelen meer
dan
45 soorten insecten aangetroffen, waaronder vele vlinder- en
keverlarven (8). De
vruchtlichamen van de doolhofzwam bevatten quercinol, een
benzopyreen met ontstekingsremmende eigenschappen (6).
Van andere plantenstoffen in de paddenstoel, zoals terpenen (10) en
sterolen (12), zijn de structuren eveneens bepaald. Rook van smeulende
doolhofzwammen wordt door Engelse imkers gebruikt om bijen te
verdoven (9).
Waar gevonden
In
Zuidhorn hebben we de doolhofzwam nog nooit aangetroffen, maar wel in
vele
natuurgebieden in de omgeving (zoals Nanninga's Bos in Heineburen, het
Natuurschoonbos in Nietap, de Hondstong bij Yde, en het
Dwingelderveld). Steeds op dode stammen en stobben van eiken. Ook in
een Duits artikel wordt gezegd, dat de paddenstoel kenmerkend is voor
bosgebieden en relatief weinig voorkomt in parken of
tuinen (4).
Literatuur
1. Daedalea quercina
(L.) Pers. - Oak Mazegill. Webdocument op www.first-nature.com.
2. Davidson RW, Lombard
FF, Hirt RR (1947) Fungi causing decay in wooden boats. Mycologia
39:313-327.
3. Dédale du chęne.
Webdocument op http://mycorance.free.fr/valchamp.
4. Eichen-Wirrling.
Webdocument op de.wikipedia.org.
5. Eichen-Wirrling Daedalea quercina.
Webdocument op tintling.com.
6.
Gebhardt P, Dornberger K, Gollmick FA, Gräfe U, Härtl A, Görls H,
Schlegel B, Hertweck C (2007) Quercinol, an anti-inflammatory chromene
from the wood-rotting fungus Daedalea
quercina (Oak Mazegill). Bioorg Med Chem Lett 17:2558-2560.
7. Keizer GJ (2015) De
rol van macrofungi in de levenscyclus van inheemse veterane eiken en
beuken. Bomen 30:5-9.
8.
Komonen A, Gotmark F, Mutanen M, Nordén B, Saaksjarvi IE (2012) Insects
associated with fruit bodies of the wood-decaying fungus Oak mazegill (Daedalea quercina)
in mixed oak forests in southern Sweden. Entomologisk Tidskrift
133:173-181.
9. Oud M (2017) Het doolhof van
de doolhofzwam. Webdocument op www.naturetoday.com.
10. Rösecke J, König WA
(2000) Constituents of the fungi Daedalea
quercina and Daedaleopsis
confragosa var. tricolor. Phytochemistry 54:757-762.
11. Sunhede S,
Vasiliauskas R (1996) Wood and bark inhabiting fungi on oak in
Lithuania. Baltic Forestry 2:23-27.
12. Tanahashi Y,
Takahashi T (1966) Sterol constituents of Daedalea quercina
L. (Fr.). Bull Chem Soc Japan 39:848-849.
13. Tanchaud P (2016) Daedalea quercina
(L.:Fr.) Pers. Webdocument op www.mycocharentes.fr.
Terug naar de soortenlijst