Echt Judasoor (Auricularia auricula-judae)
Het
judasoor is een opvallende, roodbruin gekleurde paddenstoel met de vorm
van een oor, die zowel op dood als op levend hout kan groeien. De
zwam wordt het meest aangetroffen op vlierstruiken maar kan soms ook op
andere bomen verschijnen zoals esdoorns, iepen, essen, wilgen,
populieren en paardenkastanjes (4) - in zeldzame gevallen zelfs op
eiken (11). Op de Balkan groeit de soort bovendien op robinia,
linde,
beuk, gele kornoelje, walnoot, appel, moerbei, vuilboom en pruim
(9). Meestal blijven de "oortjes" klein (enkele
centimeters doorsnee), maar onder optimale omstandigheden kunnen
ze 8 tot 12 cm groot worden. In verse toestand zijn ze
taai-elastisch
van structuur, maar wanneer ze uitdrogen worden ze hard en bros. Zelfs
in uitgedroogde toestand worden er nog sporen afgegeven (6). Het
oppervlak is bedekt met kleine grijze donshaartjes. Er kunnen
"aders" overheen lopen, die de paddenstoel nog meer op een oor doen
lijken (7). De zwam veroorzaakt witrot door vooral de lignine uit
het hout af te breken (2). De vruchtlichamen kunnen ruim 1 jaar oud
worden (10).
Naam
De genusnaam Auricularia betekent: "oorvormig" of "als een oor". De
Nederlandse naam "judasoor" en de Latijnse soortnaam auricula-judae zijn
afgeleid van het volksgeloof dat de apostel Judas zich uit wroeging aan
een vlierboom zou hebben verhangen, nadat hij Jezus had
overgeleverd aan zijn vijanden (7). Hirneola auricula-judae en Auricularia auricula zijn synoniemen van Auricularia auricula-judae.
Eetbaarheid/nut
In
Europa wordt het judasoor niet beschouwd als een smakelijke
paddenstoel, maar in de Chinese keuken wordt hij veel gebruikt. In de
kruidengeneeskunde werd de zwam vroeger benut als geneesmiddel tegen
keelpijn en oogontstekingen, en als bloedstelpend middel (3,7,8). In
Bolivia worden vruchtlichamen van de paddenstoel gegeten door apen (5).
Waar gevonden
Wij
hebben judasoren aangetroffen op dood hout van een vlier in de
zuidwesthoek van het Smitpark, en heel dikwijls in de houtsingels die
zich tussen woningen aan de Troelstraweg en het Heemskerkplein en de
spoorbaan Groningen-Leeuwarden bevinden.
Literatuur
1. Auricularia auricula-judae (Bull.) Wettst. - Jelly Ear Fungus. Document op first-nature.com.
2. Banerjee S (1957) On the biology of Auricularia auricula-judae (Linn.) Schroet. causing rot in elder (Sambucus nigra L.). Proc Nat Inst Sci India 22B:317-334.
3. Barrett MF (1910) Three common species of Auricularia. Mycologia 2:12-18.
4. Fenwick GA (1998) A note on the occurrence of Auricularia (the Jew's Ear Fungus) in North East England. Mycologist 12:30-31.
5. Hanson AM, Hodge KT, Porter LM (2003) Mycophagy among primates. Mycologist 17: 6–10.
6. Ingold CT (1985) Water and spore discharge in Ascomycetes and Hymenomycetes. Trans Br Mycol Soc 85:575–583.
7. Milburn J a.o. Auricularia auricula-judae. Document op en.wikipedia.org
8. Molitoris HP (1978) Pilze als Heilpflanzen in Vergangenheit, Gegenwart und Zukunft. Forum Mikrobiologie 1:11-18.
9. Negrean G, Anastasiu P (2004) Hirneola auricula-judae in Romania. Contributii Botanice 39:21-31.
10. Reid DA, Thomas A (1985) Longevity of Auricularia auricula-judae (the Jew's Ear Fungus). Bull Br Mycol Soc 19:133.
11. Webb, J (1990) Auricularia auricula-judae on Quercus. Mycologist 4:148.
Terug naar de soortenlijst