Eikeldopzwam (Hymenoscyphus fructigenus)



De
eikeldopzwam is een piepkleine Ascomyceet die groeit op de
vruchtwand van gevallen eikels, eikeldoppen en eikeldopstelen. De
zwam leeft van de afbraak van dit dode plantaardige materiaal. Behalve
op eikels schijnen de paddenstoeltjes ook op gevallen vruchtjes van de beuk,
hazelaar en haagbeuk, en op vruchtjes van de els te kunnen verschijnen.
Mogelijk gaat het dan echter om andere soorten of ondersoorten (2,9).
Er kunnen in Nederland minstens 23 soorten en variëteiten van
het genus Hymenoscyphus worden
onderscheiden (3,4).
De vruchtlichamen zien eruit als kleine kommetjes
op een steel. Ze zijn crème, lichtgeel of okerkleurig en hebben een
diameter van maximaal 2 (in zeldzame gevallen 4) millimeter (6). De
kleur is afhankelijk van de vraag of ze vochtig of uitgedroogd zijn.
Het oppervlak van de paddenstoeltjes is glad en onbehaard (5). De beste
tijd om eikeldopzwammen te vinden is de herfst, maar de soort kan ook
in het voorjaar en zelfs in de zomer worden aangetroffen (5,9).
Meestal is er op een enkele eikeldop een groot aantal
vruchtlichamen aanwezig.
Naam
Hymenoscyphus betekent "vlies-beker", en fructigenus
is "geboren uit een vrucht" of "voortgesproten uit een vrucht".
In
het Duits heet de paddenstoel "Nagelbecherchen", dus "spijkerbekertje"
(8). Wanneer hij op eikels of eikeldoppen wordt aangetroffen, is
hij onmiskenbaar en niet met andere soorten te verwarren (1,5). De bouw van de ascus (top) bij
verschillende Hymenoscyphideae is onderzocht met de electronenmicroscoop (10).
Eetbaarheid/nut
Vanwege zijn minuscule afmetingen en volstrekte smakeloosheid moet de eikeldopzwam als oneetbaar worden beschouwd (5).
Waar gevonden
Wij
hebben eikeldopzwammetjes aangetroffen op eikeldoppen en oude
eikels, langs het noordelijk eind van de Boslaan en in het noordelijk
deel van het Smitpark.
Literatuur
1. Alcántara DM (2015) Hymenoscyphus fructigenus (Bull.) Gray. Webdocument
op www.micobotanicajaen.com.
2. Baral HO (1996) Hymenoscyphus seminis-alni, a new species of the
H.fructigenus-complex. Mycotaxon 60:249-256.
3. Hengstmengel J (1985) Notes on Hymenoscyphus. Persoonia 12:489-490.
4. Hengstmengel J (1996) Notes on Hymenoscyphus II. On three
non-fructicolous species of the 'fructigenus-group' with croziers.
Persoonia 16:191-207.
5. Hymenoscyphus fructigenus. Webdocument op www.fichasmicologicas.com.
6. Hymenoscyphus fructigenus. Webdocument op www.funghiitaliani.it.
7. Kuo M (2004) Hymenoscyphus fructigenus. Webdocument op
www.mushroomexpert.com.
8. Nagelbecherchen. Webdocument op de.wikipedia.org.
9. Tanchaud P (2015) Hymenoscyphus fructigenus (Bull. ex Mérat) S.F.Gray.
Webdocument op www.mycocharentes.fr.
10. Verkley GJM (1993) Ultrastructure of the ascus apical apparatus in
Hymenoscyphus and other genera of the Hymenoscyphideae (Leotiales,
Ascomycotina). Persoonia 15:303-340.
Terug naar de soortenlijst