Fijngeschubde aardtong (Geoglossum fallax)
Aardtongen
behoren
tot de Ascomyceten. Het
zijn paddenstoelen van voedselarme graslanden en schrale bermen. Op
dezelfde groeiplaats vindt men ook dikwijls wasplaten (14).
De vruchtlichamen hebben een spatel- of knotsvorm, en
kunnen zijn voorzien van een steel (1). Die steel is meestal pas
goed te zien
wanneer het mos rond de paddenstoel is verwijderd.De grootte van het
vruchtlichaam wordt bepaald door de hoogte van het gras en het
mos in de omgeving: als dat heel kort is, wordt een aardtong maar
3 cm hoog,
maar als het wat langer is, wel 7 tot 8.5 cm (5,12).
De sporen van een aardtong moeten namelijk door de wind worden
verspreid. In hoog
gras komen aardtongen niet voor (7).
Bij de
fijngeschubde aardtong is de steel van het vruchtlichaam voorzien
van fijne schubjes (3,4,6,10). Op de foto rechtsboven zijn deze te
zien. Jonge
exemplaren van de paddenstoel zijn bruinzwart, oudere worden zwart
(3). De sporen worden gevormd aan het oppervlak van het
spatelvormige bovengedeelte (2,11). Het mycelium van aardtongen
wordt beschouwd als een opruimer van dood
plantaardig materiaal (1,3,10), maar sommige onderzoekers vermoeden dat
het ook in symbiose leeft met vaatplanten uit de familie van de
composieten, zoals havikskruiden, biggenkruid en leeuwentanden (14). De
vruchtlichamen verschijnen meestal pas laat
in het jaar, in oktober en november, totdat de vorst er een eind aan
maakt (7,8,12). In Frankrijk is de paddenstoel zelfs na november nog
wel te zien (11).
Naam
De genusnaam Geoglossum betekent "aardtong", de soortnaam fallax "bedrieglijk". Geoglossum proximum en Geoglossum subpumilum zijn synoniemen van Geoglossum fallax (2). De fijngeschubde aardtong kan worden verward met de kortsporige (Geoglossum elongatum).
Beide soorten zijn alleen op grond van de
sporenlengte te onderscheiden (8,9). De
verwantschappen tussen aardtongsoorten zijn onderzocht
met behulp van moleculair-biologische technieken (13).
Eetbaarheid/nut
Aardtongen zijn voor mensen oneetbaar.
Waar gevonden
In
Zuidhorn hebben we tientallen aardtongen aangetroffen in de
schrale, bemoste oostberm van de Cornelis de Houtmanstraat. In dezelfde
berm stonden ook een groot aantal sneeuwzwammetjes. We waren erg
verbaasd om de soort te zien groeien in een
minuscuul groenstrookje tussen een verharde weg
en de tuinen van twee woonhuizen! In een door essen beschaduwde,
schrale, bemoste
berm van de oprijlaan van een boerderij ten ZO van het terrein van
de gasopslag in Grijpskerk (Gr.) vonden we ook eens vijf forse
exemplaren.
Literatuur
1. Aardtongen. Document op natuurpunt.be.
2. Geoglossum fallax E. J. Durand - Deceptive Earthtongue. Document op first-nature.com.
3. Kasparek F. Geoglossum fallax. Document op fredis-pilzseite.jimdofree.com.
4. Kucera V, Lizon P (2012) Geoglossaceous fungi in Slovakia III. The genus Geoglossum. Biologia 67:654-658.
5. Montag K (2010) Die Familie der Erdzungen. Tintling 3:43-54.
6. Ribes Ripoll MA. Geoglossum fallax E.J. Durand. Document op micobotanicajaen.com.
7. Ridge I (2006) Beginners Guide to Earth Tongues. NWFG (North West Fungus Group) Newsletter, June 2006, 1-8.
8. Roobeek K (2009) Aardtongen in de duinen van Noord-Kennemerland 2005 t/m 2008. RO-rapo 09/10, Bergen NH.
9. Roobeek K (2010) Geoglossum fallax (fijngeschubde aardtong) en Geoglossum elongatum sporuleren met kleurloze ongesepteerde sporen. Coolia 53: 167-175.
10. Schuppige Erdzunge. Document op 123pilzsuche.de.
11. Tanchaud P (2017) Geoglossum fallax E.J. Durand. Document op mycocharentes.fr.
12. Van Luijk A (1919) Fungi van Nederland I. De Geoglossaceae van Nederland. Ned Kruidk Archef 28:111-144.
13.
Wang Z, Nilsson RH, Lopez-Gíraldez F, Zhuang W, Dai Y, Johnston PR,
Townsend JP (2011) Tasting soil fungal diversity with earth tongues:
Phylogenetic test of SATé alignments for environmental ITS data. Plos
One 6:e19039.
14. Woike S (1971) Notizen über Funde von Erdzungen-Pilzen (Geoglossaceen). Jahresber Naturwiss Ver Wuppertal 24:14-18.
Terug naar de soortenlijst