Forse kamrussula (Russula sororia)
De forse kamrussula is een zeldzame, vrij grote paddenstoel die in nauwe samenwerking (ectomycorrhiza)
leeft met eiken, in laanbermen op kleigrond en op kalkrijk
duinzand. De hoed kan een diameter van 12 centimeter hebben, is
grauwbruin van kleur, aan de rand duidelijk gegroefd en bij
vochtig weer vettig. Aan de rand bleekt hij uit en daar
kan hij ook inscheuren. Bij het ouder worden neemt hij een trechtervorm
aan. De lamellen aan de onderzijde zijn bleek crèmekleurig en
kunnen roestkleurige vlekjes krijgen. Ze zijn in het midden het
breedst
(wel tot 8 mm). De steel van de paddenstoel kan 2.5 tot 3 cm dik worden. Hij is cilinder- of
peervormig, aanvankelijk wit, later beige met grauwe of
geelbruine tinten (2). In Midden Europa kan de forse
kamrussula ook groeien bij beuken (2), en in het
Middellandse zeegebied bij mediterrane eikensoorten (7),
naaldbomen (9) en rotsroosjes, d.w.z. struikjes uit het geslacht
Cistus
(1). De paddenstoel komt in een groot deel van de wereld voor. In Japan groeit hij op de berg Fuji (6) en in Nieuw
Zeeland in stedelijk milieu (10). In Japan gaat hij een verbintenis
aan met een lokale wilgensoort, Salix reinii (3,5). Ook in Noord Amerika wordt Russula sororia (of een daarop gelijkende, nauw verwante soort) bij eiken aangetroffen (4).
Naam
Russula betekent "roodachtig". Op kamrussula's is dat niet van toepassing, op vele andere russula-soorten wel. De soortnaam sororia betekent "zusterlijk" . Dit heeft betrekking op het feit dat de paddenstoel op andere kamrussula's lijkt.
Eetbaarheid/nut
De
forse kamrussula is vanwege zijn ranzige geur en peperige smaak niet
eetbaar. Het vlees smaakt aanvankelijk mild, maar wordt na enkele
seconden kauwen brandend scherp (8).
Waar gevonden
Wij
hebben forse kamrussula's op twee plaatsen aangetroffen: tussen
het nieuwe Zonnehuis en de spoordijk Groningen-Leeuwarden, en in een
grazige berm van de Hanckemalaan nabij het Smitpark. In beide gevallen
bij (tamelijk jonge) zomereiken. Vanwege zijn zeldzaamheid kenden we de paddenstoel niet. Door ervaren
mycologen werden we erop gewezen dat we iets zeldzaams hadden
gezien. In hetzelfde jaar waarin wij de paddenstoel in Zuidhorn
aantroffen (2011) hadden zij hem gevonden in de buurtschappen Westerzand en
Oosterzand, op enkele kilometers afstand van Zuidhorn.
Literatuur
1. Comandini O, Contu M, Rinaldi AC (2006) An overview of Cistus ectomycorrhizal fungi. Mycorrhiza 16:381-395.
2. Großer Kamm-Täubling. Document op de.wikipedia.org.
3.
Ishida TA, Nara K, Tanaka M, Kinoshita A, Hogetsu T (2008) Germination
and infectivity of ectomycorrhizal fungal spores in relation to their
ecological traits during primary succession. New Phytol 180:491-500.
4. Kuo M (2009) Russula sororia. Document op mushroomexpert.com.
5. Nara K (2006) Ectomycorrhizal networks and seedling establishment during early primary succession. New Phytol 169:169-178.
6.
Nara K, Nakaya H, Wu B, Zhou Z, Hogetsu T (2003) Underground primary
succession of ectomycorrhizal fungi in a volcanic desert on Mount Fuji.
New Phytol 159:743-756.
7. Pinho-Almeida F, Basilio C, de Oliveira P (1999) Inventory of ectomycorrhizal fungi associated with a "relic" holm-oak tree (Quercus rotundifolia) in two successive winters. Documents Mycologiques 29(115):57-68.
8. Russula sororia. Document op it.wikipedia.org.
9. Russula sororia. Document op fichasmicologicas.com.
10. Taylor M (1983) Some common fungi of Auckland city. TANE (Journal of the Auckland University Field Club) 29:133-142.
Terug naar de soortenlijst