Franjeamaniet (Amanita strobiliformis)
Het mycelium van de franjeamaniet kan ectomycorrhiza
vormen met verschillende loof- en naaldbomen, zoals linde,
boomhazelaar, berk, eik en den.
De soort is warmteminnend [3,5,6] en heeft een voorkeur voor kalkrijke
bodemsoorten [5,6]. De paddenstoel kan niet alleen gevonden
worden in loof- en naaldbossen, maar ook in stadsparken en op
begraafplaatsen [3,5]. De hoed van deze amaniet is wit tot grijs van
kleur. Hij is bedekt met witte of grijswitte resten van het velum en
heeft een doorsnee van 8 tot 25 cm. Als het vruchtlichaam nog jong is,
is de hoed omzoomd met een franje van velumresten, vandaar de naam
"franjeamaniet". De plaatjes aan de onderzijde van de hoed zijn
wit en hebben een fijne, gekartelde rand. De steel is fors en dik,
heeft dezelfde kleur als de hoed en is voorzien van
een knolraap-achtig verdikte basis die niet is omgeven door
een beurs (zie de tweede foto hierboven). De ring is melig en
schilferig, aan de bovenkant gegroefd, en dikwijls onvolledig. De geur
van de paddenstoel varieert van neutraal tot aangenaam nootachtig [5].
In Nederland is de franjeamaniet zeldzaam.
Naam
De genusnaam Amanita is een oude aanduiding voor een paddenstoel. De soortnaam strobiliforme betekent "gevormd als een strobilus", dat wil zeggen: "met de vorm van een dennenappel" [9].
Eetbaarheid/nut
Volgens
sommige auteurs zijn franjeamanieten eetbaar [5]. Het is echter
buitengewoon onverstandig om de paddenstoel te nuttigen, want de
kans op verwisseling met andere, dodelijk giftige, amanieten is groot.
Franjeamanieten zijn bovendien in staat om met speciale
transporteiwitten die in de plasmamembraan en de vacuolewand van
de schimmelcellen aanwezig zijn, het element koper en vooral het
element zilver in zeer sterke mate op te hopen en vast te houden
[1,2,3,10]. De concentratie van zilver in de paddenstoel kan zelfs
op normale, niet vervuilde, bodems vele honderden milligram per
kilogram (droge stof) bedragen! [3,4]. Ook kan de paddenstoel iboteenzuur
bevatten, een aminozuur dat hallucinaties veroorzaakt en giftig is voor
hersencellen [11]. Iboteenzuur (een stof die ook in de
vliegenzwam voorkomt) werd voor het eerst geďsoleerd uit
franjeamanieten. De naam is afgeleid van ibotengutake,
het Japanse woord voor franjeamaniet [11]. Franjeamanieten moeten dus
worden beschouwd als een volstrekt oneetbare paddenstoelsoort. De
vruchtlichamen bevatten veel antioxidanten en een plantenstof die
het enzym acetylcholinesterase remt [7]. Franjeamanieten kunnen worden
geparasiteetd door de parasitaire schimmel Squamanita schreieri [8]. Voor zover wij weten is deze parasiet nog nooit in Nederland waargenomen, maar wel in Tsjechië en Italië.
Waar gevonden
Wij
hebben tijdens onze zomervakantie eens een vruchtlichaam van de
franjeamaniet
gevonden in loofbos, iets ten noorden van het plaatsje Sassnitz,
in het Nationalpark Jasmund op het eiland Rügen. In Szczecin, een stad
in Polen die niet ver van Rügen afligt, worden franjeamanieten
regelmatig gezien in een plaatselijk arboretum [6]. Ook op andere
plaatsen in Polen (onder andere in Gdansk) is de soort in parken
waargenomen [12].
Literatuur
1. Benes V, Hlozkova K, Matenova M, Borovicka J, Kotrba P (2016) Accumulation of Ag and Cu in Amanita strobiliformis and characterization of its Cu and Ag uptake transporter genes AsCTR2 and AsCTR3. Biometals 29:249-264.
2. Benes V, Leonhardt T, Sácky J, Kotrba P (2018) Two P1B-1-ATPases of Amanita strobiliformis with distinct properties in Cu/Ag transport. Front Microbiol 9:747.
3. Borovicka J (2006) Some notes on Amanita strobiliformis and other related Lepidella species. Mykologicky Sbornik 83:43-46.
4. Borovicka J, Randa Z, Jelínek E, Kotrba P, Dunn CE (2007) Hyperaccumulation of silver by Amanita strobiliformis and related species of the section Lepidella. Mycol Res 111:1339-1344.
5. Fransiger Wulstling. Document op de.wikipedia.org.
6. Friedrich S (2013) The occurrence of Amanita strobiliformis (Paulet ex Vittad.) Bertill. in Szczecin and its distribution in Poland. Acta Mycol 48:123-131.
7.
Karaman M, Janjusevic L, Jakovljevic D, Sibul F, Pejin B (2019)
Anti-hydroxyl radical activity, redox potential and anti-AChE activity
of Amanita strobiliformis polysaccharide extract. Natural Product Research 33:1522-1526.
8. Kríz M, Marounek D (2023) First record of Squamanita schreieri (Agaricales) in the Czech Republic. Czech Mycology 75:53-60.
9. O'Reilly P (2024) Amanita strobiliformis (Paulet ex Vittad.) Bertill. - Warted Amanita. Document op first-nature.com.
10.
Osobová M, Urban V, Jedelsky PL, Borovicka J, Gryndler M, Ruml T,
Kotrba P (2011) Three metallothionein isoforms and sequestration of
intracellular silver in the hyperaccumulator Amanita strobiliformis. New Phytol 190:916-926.
11.
Takemoto T, Yokobe T, Nakajima T (1964) Studies on the constituents of
indigenous fungi II. Isolation of the flycidal constituent from Amanita strobiliformis. Yakugaku Zasshi 84:1186-1188.
12. Wilga MS (2005) Muchomor szyszkowaty Amanita strobiliformis (Paulet ex Vittad.) Bertilon w Gdansku. Gdansk: Politechnika Gdanska.
Terug naar de soortenlijst (buiten Zuidhorn)