Gekraagde
aardster (Geastrum
triplex)



De
gekraagde aardster is een opmerkelijke paddenstoel die in de
strooisellaag van loofbossen en beschaduwde tuinen kan opduiken
(1,4,7). Een uitgebreide beschrijving van de verschillende
standplaatsen is te vinden in een Fries artikel (8). Het is
in Nederland de meest
algemene en bovendien een van de grootste aardsterren. De
punten
van de ster kunnen een cirkel van 9 cm diameter beslaan, maar
blijven meestal kleiner. Volgens een Engelse website komt de soort
behalve in loofbos ook voor in naaldbos, bij dennen en
sparren
(6). In
parken van de
Schotse stad Glasgow (13) en in bossen rond de Poolse stad Opole (14)
wordt de paddenstoel de laatste jaren steeds vaker waargenomen.
Jonge exemplaren van de
paddenstoel
zijn bolvormig en zien eruit als een bovist met een puntig bekje,
die is ingegraven in de grond. Bij het ouder worden
barst de
buitenste weefsellaag (het exoperidium)
uit elkaar en vormt vier tot acht punten, die zich naar buiten en naar
beneden uitspreiden, terwijl het bolvormige binnendeel - de sporenzak -
wordt opgetild. In de sporenzak bevindt zich de gleba,
een mengsel van sporen en myceliumdraden dat in jonge toestand wit en
stevig is, maar na het rijpen van de sporen bruin en poederig wordt.
Bij het openbarsten splijten de twee lagen van het exoperidium
meestal ook uiteen, waardoor er een "ring" of een "kraag" rond de
sporenzak wordt gevormd (zie foto linksboven). De sporenzak
lijkt dan in een "kommetje"
of "schoteltje" te staan. Bovenop de sporenzak zit het puntige bekje
(het peristoom).
Dat krijgt een kleine opening waardoor de rijpe sporen worden afgegeven
(5). De rand van die opening is gewimperd (1).
Gekraagde aardsterren houden
van voedselrijke
standplaatsen (1). Dikwijls zijn er brandnetels of vlierstruiken in de
buurt (9). De vruchtlichamen verschijnen meestal in de
late zomer of de herfst, maar kunnen tot het volgend
voorjaar zichtbaar blijven (4,6). Het mycelium leeft van de
afbraak van dood organisch
materiaal (1,11,13). De
paddenstoel komt voor op alle continenten, met uitzondering van
Antarctica (5,12). Mogelijk gaat het bij
paddenstoelen die Geastrum
triplex zijn genoemd, echter om een aantal verschillende
soorten (10)
Naam
Geastrum indicum is
een synoniem van Geastrum
triplex (5,11). De Latijnse genusnaam Geaster (of Geastrum) betekent
"aardster", de soortnaam triplex
"drievoudig". Deze heeft betrekking op het feit dat de gleba
aanvankelijk door drie verschillende weefsellagen wordt omgeven (5).
Het onderscheid tussen verschillende soorten aardsterren wordt
beschreven op een internet pagina vam het Belgische Natuurpunt (1) en,
veel uitgebreider, in een supplement van het Nederlandse tijdschrift Coolia
(9). Volgens de Belgen is de gekraagde aardster "te herkennen
aan
de vlezige slippen (vaak met cirkelvormige barsten) en de opstaande
kraag rond een perkamentachtig bolletje met een gewimperde opening"
(1). Een ander kenmerk is de aanwezigheid van een lichtgekleurde
ring (hof, areolus)
rond de sporenopening (4). Ook deze is op de foto linksboven te zien.
Eetbaarheid/nut
Aardsterren
zijn voor mensen volstrekt oneetbaar (5). De paddenstoel bevat
plantenstoffen die bacteriegroei kunnen afremmen (3). Net zoals de
sporen van andere stuifzwammen kunnen de sporen van de gekraagde
aardster longklachten veroorzaken bij snuffelende honden (15).
Waar gevonden
We
hebben eens tweeëntwintig aardsterren gevonden bij een T-splitsing
van verharde fietspaden, dichtbij de spoorbaan
Groningen-Leeuwarden, ten noorden van het
doodlopende einde
van de Troelstraweg. Volgens een Nederlandstalig artikel is de
paddenstoel kalkminnend en komt op de Waddeneilanden daarom dikwijls
voor langs schelpenpaden (2). Mogelijk zijn de stenen die de
gemeente voor de bestrating van fietspaden in
Zuidhorn heeft
gebruikt, dus kalkrijk. Wij ontdekten de
paddenstoel in
februari, nadat we er door bewoners van de Troelstraweg op attent waren
gemaakt. Bovenstaande foto's laten dus oude exemplaren zien, die al
behoorlijk ver zijn vergaan. Op de standplaats in Zuidhorn
waren er inderdaad brandnetels en vlier, maar ook veel meidoorns
aanwezig.
Literatuur
1. Aardsterren. Webdocument op natuurpunt.be.
2.
Brouwer E, Braat M, van Hoek B, Noteboom R, Oplaat C, de Peijper R,
Smits M, Klok P (2009). Wad'n gezwam! De invloed van schelpenpaden op
de paddenstoelendiversiteit van Terschelling. Coolia 52: 7–17.
3. Chittaragi A, Naika R, Ashwini HS, Nagaraj K (2013)
Antibacterial potential of Geastrum
triplex Jungh. against plant and human pathogens. Int J
Pharm Tech Res 5:1456-1464.
4. Géastre à trois couches. Etoile de terre. Webdocument op
www.aujardin.info.
5. Geastrum triplex.
Webdocument op en.wikipedia.org.
6. Geastrum triplex
Jungh. - Collared Earthstar. Webdocument op www.first-nature.com.
7. Gekraagde aardster (Geastrum
triplex). Webdocument op eifelnatur.de.
8. Haga G, Zeinstra P (2004) De gekraagde aardster. Twirre
15:75-77.
9. Jalink LM (1995) De aardsterren van Nederland en België. Coolia 38
Supplement.
10. Kasuya T, Hosaka K, Uno K, Kakishima M (2012) Phylogenetic
placement of Geastrum
melanocephalum and polyphyly of Geastrum triplex.
Mycoscience 53:411-426.
11. Kuo M (2008) Geastrum
triplex. Webdocument op www.mushroomexpert.com.
12. Lageweg L (z.j.) Gekraagde aardster. Webdocument op ivn.nl.
13. McInerny CJ (2019) The collared earthstar (Geastrum triplex)
in the Glasgow area, Scotland. The Glasgow Naturalist 27:1-2.
14. Spalek K, Nowak A (1998) Geastrum
triplex Jungh. (Lycoperdales)
in Opole, Silesia. Natura Silesia Superioris 2:23-25.
15. Whitney J, Beijerink N, Martin P, Talbot J, Barrs V (2013)
Hypersensitivity pneumonitis in a dog associated with Geastrum triplex
spores. Medical Mycology Case Reports 2:122-124.
Terug naar de soortenlijst