Gele Trilzwam (Tremella mesenterica)
Hoewel
de gele trilzwam doorgaans wordt aangetroffen op rottend hardhout (dode
takken die nog aan de boom zitten, gevallen takken of dode wortels) is
het geen schimmel die leeft van de afbraak van dood plantaardig materiaal, maar een parasiet die het mycelium van
schorszwammen aantast (o.a. de paarse eikenschorszwam, Peniophora quercina, en de oranjerode schorszwam, Peniophora incarnata)
(4,8,9,11,13). Een lijst van alle boomsoorten waarop de
paddenstoel is aangetroffen is te vinden in een Fins artikel (6). Het geleiachtige vruchtlichaam is glanzend geel tot
knaloranje van kleur en kan flink groot worden (wel 10
cm). Jonge trilzwammen produceren alleen ongeslachtelijke sporen (conidiën)
en hebben een oranje kleur. Oudere exemplaren worden geler, wat meer
doorschijnend en beginnen bovendien normale (geslachtelijke) sporen te
vormen
(3). De
vruchtlichamen verschijnen meestal in de (late) herfst, de winter
en het (vroege) voorjaar, tijdens perioden wanneer het weer koeler
is (1).
Gele trilzwammen zijn de laatste jaren sterk in aantal toegenomen,
vermoedelijk omdat de soort positief reageert op zachte winters en op
een toename van de stikstofbelasting. De paddenstoel komt over een groot deel van het noordelijk
halfrond voor (1,12).
Naam
De genusnaam Tremella is afgeleid van het Latijnse tremellosus ("bevend" of "trillend"). De soortnaam mesenterica betekent "op het mesenterium,
d.w.z. het middendarmvlies, gelijkend". De Nederlandse naam "trilzwam"
heeft betrekking op de geleiachtige structuur van het vruchtlichaam. De
gele hersentrilzwam (Tremella aurantia) lijkt op Tremella mesenterica, maar parasiteert op de gele korstzwam (Stereum hirsutum). De vruchtlichamen van die trilzwam zijn niet glanzend maar dof- of matoranje van kleur en kunnen door microscopisch onderzoek van T.mesenterica worden onderscheiden (8). Tremella lutescens, Hormomyces aurantiacus, Exidia candida, Tremella albida en Tremella candida zijn synoniemen van Tremella mesenterica (6).
Eetbaarheid/nut
De
gele trilzwam wordt in Europa niet als een eetbare paddenstoel
beschouwd, maar in het Verre Oosten voor consumptie verzameld. Daar staat hij bekend als de “Yunnan golden fungus”. In
Aziatische landen wordt hij ook als geneesmiddel gebruikt bij
longaandoeningen (7). De paddenstoel bevat polysacchariden met
hoestonderdrukkende (7), anti-asthmatische (7), bloedsuiker
normaliserende (5), ontstekings- (7) en tumorgroei remmende (2)
eigenschappen. De structuur van het belangrijkste polysaccharide is
vastgesteld (10).
Waar gevonden
In
Zuidhorn hebben we gele trilzwammen dikwijls gevonden, o.a. langs het
noordelijk deel
van de Boslaan, in de houtsingel langs het wandelpad dat de Westergast
met de Heemskerkstraat verbindt, en in het Smitpark. De allergrootste
gele trilzwam die we ooit hebben gezien groeide eens op onze eigen
stoep. Dat exemplaar was meer dan 10 cm groot en zat op ondergrondse,
beschadigde wortels van een zomereik. En na een uiterst natte periode
in de herfst vonden we in het Smitpark eens een aantal oude trilzwammen
die vrijwel kleurloos en doorzichtig geworden waren.
Literatuur
1. Bandoni RJ, Ginns J (1998) Notes on Tremella mesenterica and allied species. Can J Bot 76:1544-1557.
2.
Chen NY, Lai HH, Hsu TH, Lin FY, Chen JZ, Lo HC (2008) Induction of
apoptosis in human lung carcinoma A549 epithelial cells with an ethanol
extract of Tremella mesenterica. Biosci Biotechnol Biochem 72:1283-1289.
3. Dam N, Dam M (2004) Begin eens met... de gele trilzwam. Coolia 47:29-33.
4. Hogan, C (2011) Witches butter. Document op eoearth.org/view/article/171156.
5.
Lo HC, Tsai FA, Wasser SP, Yang JG, Huang BM (2006) Effects of ingested
fruiting bodies, submerged culture biomass, and acidic polysaccharide
glucuronoxylomannan of Tremella mesenterica Retz.:Fr. on glycemic responses in normal and diabetic rats. Life Sci 78:1957-1966.
6. Pippola E, Kotiranta H (2008) The genus Tremella (Basidiomycota, Tremellales) in Finland. Ann Bot Fennici 45:401-434.
7. Reshetnikov SV, Wasser SP, Nevo E, Duckman I, Tsukor K (2000) Medicinal value of the genus Tremella Pers. (Heterobasidiomycetes): a review. International Journal of Medicinal Mushrooms, 2:169–193.
8. Roberts P (1995) British Tremella species I: Tremella aurantia and T.mesenterica. Mycologist 9:110-114.
9. Rockefeller A a.o. Tremella mesenterica. Document op en.wikipedia.org.
10. Vinogradov E, Peterson BO, Duus JØ, Wasser S (2005) The structure of the polysaccharides produced by higher basidiomycetes Tremella mesenterica Ritz.:Fr. and Inonotus levis P.Karst. International Journal of Medicinal Mushrooms 7:480-481.
11. Volk TJ (2000) Tremella mesenterica, witch's butter. Document op TomVolkFungi.net.
12. Wong GJ, Wells K, Bandoni RJ (1985) Interfertility and comparative morphological studies of Tremella mesenterica. Mycologia 77:36-49.
13. Zugmaier W, Bauer R, Oberwinkler F (1994) Mycoparasitism of some Tremella species. Mycologia 86:49-56.
Terug naar de soortenlijst