Gele
knotszwam (Clavulinopsis
helvola) ?



Gele
knotszwammen groeien vaak in bossen: tussen strooisel op de kale bodem,
of tussen gras
en mos, bij eiken, beuken of dennen (2,3,6), maar de paddenstoel
kan ook opduiken in (matig) vochtige
heischrale graslanden (1,3,7,10,12,15,16) en in parken of tuinen (3).
Het mycelium leeft volgens de meeste mycologen van de afbraak van
dood
plantaardig materiaal (8), maar volgens het Duitse tijdschrift Der
Tintling is het ook een mycorrhiza-partner van
bepaalde bomen (9). De
vruchtlichamen
kunnen 3 tot 6 cm hoog en 2
tot 3.5 mm dik worden. Ze groeien alleen of staan in kleine
groepjes (maar niet in dichte bosjes) bij elkaar. De paddenstoel heeft
de vorm van een
onvertakte, dunne,
worm- of cilindervormige knots, meestal met een stompe top, maar soms
met een puntig en afgeplat uiteinde. Het bovenste deel van de
knots kan een gele lengtegroef hebben (11). Vanwege hun heldergele
tot oranjegele kleur zijn de knotsjes ondanks hun kleine
afmetingen tamelijk opvallend. De steel is bleker (meer
citroengeel) dan de (meer oranjegele) top en de steelbasis is wit (2).
Vruchtlichamen op een zonnige plaats zijn doorgaans
voornamelijk oranjekleurig, en
vruchtlichamen op een beschaduwde plaats meer geel van
kleur (4). De sporen worden over de hele oppervlakte van de knots gevormd en
zijn opvallend wratvormig gestekeld (2,3). De
paddenstoel is gevoelig voor vermesting (8). Hij
komt behalve in Europa ook voor in Azië (11).
Naam De genusnaam Clavulinopsis betekent: "op Clavulina (een knotsje) gelijkend", de soortnaam helvola (of helveola) "geelwit". Clavulinopsis
helvola, Clavaria helvola, Clavaria dissipabilis, Clavaria echinospora,
Clavaria inaequalis, Clavaria similis, Donkella helvola en
Ramariopsis helvola
zijn synoniemen van Clavulinopsis
helvola
(2,5,12,14). Een Franse website vermeldt nog meer synoniemen (13).
De gele knotszwam kan worden verwisseld met de verblekende
knotszwam (Clavulinopsis
luteo-alba) en ook met de fraaie knotszwam (Clavulinopsis laeticolor).
Die lijken qua uiterlijk sterk op de gele knotszwam maar ze hebben
gladde sporen (3,4). Achter de titel van
deze pagina hebben we daarom maar een vraagteken gezet (want we hebben geen vruchtlichamen
verzameld en de sporen niet bekeken).
Eetbaarheid/nut
Gele knotszwammen zijn
volkomen smakeloos en bovendien veel te klein en te zeldzaam om als voedsel te worden verzameld (3,6).
Waar gevonden We zagen de paddenstoel dikwijls langs een onverhard wandelpad in het Coendersbosch bij Nuis (Gr.).
Literatuur
1. Arnolds E (2015)
Wasplatengraslanden in Nederland. Deel I. Ecologische en
vegetatiekundige aspecten. Stratiotes 47:45-75.
2. Christiansen MP
(1967) Clavariaceae
Daniae. Species especially collected in the isle of
Zealand. Friesia 8:117-160.
3. Clavulinopsis helvola. Document op fichasmicologicas.com.
4. Clavulinopsis helvola
(Pers.) Corner. Document op fungipedia.org.
5. Dubus JP (2014)
Contribution à l’étude des Clavariacées ss lato en Mayenne.
Fédération des Associations Mycologiques de l’Ouest - Bulletin spécial
n° 2.
6. García Bona LM. Clavulinopsis helvola
(Fr.) Corner. Document op guiahongosnavarra1garciabona.blogspot.nl.
7. Goldgelbe
Wiesenkeule. Document op ausgabe.natur-lexicon.com.
8. Goldgelbe
Wiesenkeule, Orangegelbe Keule, Gelbes Mooskeulchen. Document op 123pilze.de.
9. Goldgelbe
Wiesenkoralle. Document op tintling.com.
10. Hooijmeijer J
(2001) Paddestoelen op Zuiderzeeduintjes. Twirre 12:135-136.
11.
Maneevun A, Sanoamuang N (2010) Monograph of eight simple-club shape
Clavarioid fungi from Nam Nao National Park based on morphological and
molecular biological data. KKU Res J 15:258-270.
12. Marqua J (2014)
Gelbes Wiesenkeulchen Clavulinopsis
helvola (Persoon: Fries) Corner. Document op pilzflora-ehingen.de.
13. Péan R, Bouet C
(2018) Clavulinopsis
helvola (Persoon) Corner. Document op mycodb.fr.
14. Petersen RH (1978)
Notes on Clavarioid Fungi. XV. Reorganization of Clavaria, Clavulinopsis
and Ramariopsis.
Mycologia 70:660-671.
15. Ribes Ripoll MA. Clavulinopsis helvola (Pers.)
Corner. Document op micobotanicajaen.com.
16. Runge A (1994)
Beitrag zur Pilzflora der westfählischen Kalk-Halbtrockenrasen. Z Mykol
60:275-284.
Terug naar de
soortenlijst