Gelobde poederkorst (Lepraria finkii)
Op steenop hout
De gelobde poederkorst is een zeer algemeen korstmos, dat groeit op beschaduwde plaatsen, vooral op de stambasis van bomen in bosachtige omgeving, maar soms ook hogerop de stam, en op rotsen, muren en de bodem (1,8,11). Op weg- en laanbomen is de soort ook te vinden, vooral op iepen, essen en esdoorns (4,7). De groeiplaatsen zijn meestal beschut tegen directe regen (2). Het thallus van dit korstmos is appelgroen tot grijsgroen van kleur, en bestaat uit donzige korreltjes die 0,4-0,5 mm groot kunnen worden. Wanneer een van die korreltjes afbreekt en door de wind of door regenwater wordt verspreid, kan zich uit zo'n korreltje (waarin zowel alg- als schimmelcellen aanwezig zijn) een nieuw korstmos vormen (9). Het thallus van de gelobde poederkorst kan tijdens de groei dunne draadjes ontwikkelen of er erg poederachtig gaan uitzien (1,5,10). Uiteindelijk kan het behoorlijk dik worden, wel 3 mm (2). Een wit, donzig merg dat zich onder het thallusoppervlak bevindt is op sommige plaatsen zichtbaar (1,6,7). De rand van het thallus is niet scherp afgegrensd, en soms gelobd. Apotheciën ontbreken (2). Volgens een Fins onderzoek komen korstvormige soorten zoals de gelobde poederkorst meer voor in natuurlijke bossen dan in intensief beheerde productiebossen en treden ze vooral op in de vroege stadia van schorsverwering om bij voortgaande verwering weer te verdwijnen (3). De fotobiont van de gelobde poederkorst is een alg uit het geslacht Trebouxia (5). Dit korstmos heeft een zeer groot verspreidingsgebied: het komt voor in Europa, Azië, Afrika, Noord en Zuid Amerika, Australië en Nieuw Zeeland (5,10). Alleen op Antarctica ontbreekt het (10). De soort is bestand tegen luchtverontreiniging en verontreiniging van de groeiplaats met zware metalen (5,6).

Naam
De genusnaam Lepraria betekent "melaats". Deze heeft betrekking op de fijnkorrelige, korstvormige aanblik van het thallus (9). De soortnaam finkii is een eerbetoon aan de Amerikaanse lichenoloog Bruce Fink (1861-1927), die gedurende de laatste decennia van zijn leven hoogleraar botanie was aan Miami University (9). Lepraria lobificans is een synoniem van Lepraria finkii (1,7). Andere synoniemen zijn: Leproloma lobificans, Crocynia aliciae, Crocynia americana, Crocynia andrewii, Crocynia finkii, Crocynia mollissima, Crocynia nagasakiana en Crocynia subaeruginosa (5). Ook Lepraria santosii wordt beschouwd als een synoniem (6). De gewone poederkorst (Lepraria incana) is een korstmos dat sterk op de gelobde poederkorst lijkt, maar het thallus van die soort heeft fijnere en gladdere korrels, en is wat meer blauwgroen van kleur. Bovendien is er bij de gewone poederkorst geen donzige witte onderlaag zichtbaar (1).

Waar gevonden
We hebben dit korstmos o.a. gevonden in het Coendersbosch bij Nuis (Gr.) waar het groeit op de stam van bomen op vochtige, beschaduwde plaatsen. Ook zagen we het op het verticale, beschaduwde oppervlak van een stenen muurtje rond het terrein van de RK kerk in Ootmarsum (Ov.). In Zuidhorn groeit de soort ongetwijfeld, maar daar hebben we hem nog nooit aangemeld.

Literatuur
1. Brabban D, Sutcliffe M (2021) Lepraria finkii. Document op britishlichensociety.org.uk.
2. Gelobde poederkorst. Document op nl.wikipedia.org.
3. Kantelinen A, Purhonen J, Halme P, Myllys L (2022) Growth form matters - Crustose lichens on dead wood are sensitive to forest management. Forest Ecology and Management 524:120629.
4. Kubiak D, Osyczka P (2019) Tree avenues as reservoir for epiphytic lichens in deforested landscapes. Herzogia 32:398-420.
5. Laundon JR (1992) Lepraria in the British isles. Lichenologist 24:315-350.
6. Lendemer JC (2013) A monograph of the crustose members of the genus Lepraria Ach. s. str. (Stereocaulaceae, Lichenized Ascomycetes) in North America north of Mexico. Opuscula Philolichenum 11:27-141.
7. Lepraria lobificans. Document op irishlichens.ie.
8. Mitchell RJ, Hewison RL, Beaton J, Douglass JR (2021) Identifying substitute host tree species for epiphytes: The relative importance of tree size and species, bark and site characteristics. Appl Veg Sci 24:e12569.
9. Porter D (2022) Fink's Fluffy Dust Lichen. Document op birdwatching.com.
10. Tsurykau A, Golubkov V, Bely P (2016) The genus Lepraria (Stereocaulaceae, lichenized Ascomycota) in Belarus. Folia Cryptog Estonica 53:43-50.
11. Wilkie IC (2020) The lichens of Glasgow Botanic Gardens. The Glasgow Naturalist 27:77-85.

Terug naar de soortenlijst