Geribbelde trechterzwam (Clitocybe costata)
Bovenaanzichtonderzijde
De geribbelde trechterzwam is een paddenstoel van (matig) voedselrijke en meestal ook kalkhoudende grond. Het mycelium van deze soort leeft van de afbraak van grof strooisel in loofbos en in de berm van lanen. De vruchtlichamen verschijnen vooral onder beuken en eiken. In Zuid Europa groeien ze echter in naaldbos, vooral onder sparren en fijnsparren (2,5). Volgens een Duitse website komen ze in het voorjaar voor in ooibossen en in het najaar in naaldbossen, maar duiken ze bovendien regelmatig op in gemengd bos, parken en tuinen (6). De hoed van de paddenstoel kan een doorsnee van 10 centimeter hebben, maar ook aanzienlijker kleiner zijn. Het hoedoppervlak is roodbruin en aanvankelijk vrijwel vlak met een licht verdiept centrum.  Soms is het voorzien van donkere en bleke kleurzones of  heeft het donkere vlekken (1,7). Bij veroudering krijgt de paddenstoel spoedig een trechtervorm. De gekartelde en onregelmatig gevouwen of geribbelde hoedrand is een belangrijk soortkenmerk waaraan de zwam zijn Nederlandse naam ontleent. De plaatjes aan de onderzijde van de hoed zijn vuilwit van kleur, dikwijls gevorkt en enigszins aflopend langs de steel (1,2). De steel heeft dezelfde of een wat lichtere kleur als de hoed (1,4) en kan witte lengtevezels hebben (10). Het hoedvlees verkleurt donkerbruin wanneer er KOH op wordt aangebracht (4,10,11). Bij de steelbasis kunnen witte rhizomorfen (wortelachtige myceliumdraden) te zien zijn (2,10), en tussen de plaatjes zijn soms plaatselijke dwarsverbindingen aanwezig (9).

Naam
De genusnaam Clitocybe is afgeleid van de Griekse woorden klitos en kube, en betekent "gebogen hoofd". Dit zou kunnen wijzen op de plaatjes die schuin langs de steel aflopen. De soortnaam costata betekent "geribbeld". Infundibulicybe costata is een synoniem van Clitocybe costata. Het voorvoegsel infundibuli- betekent "met een verdiept centrum" (trechtervorm). De Finse onderzoeker Harri Harmaja heeft voorgesteld om het geslacht Clitocybe te splitsen. Het geslacht Infundibulicybe kan van het ingekrompen geslacht Clitocybe worden onderscheiden op grond van bepaalde kenmerken van de sporen en op grond van het feit dat het mycelium van Infundibulicybe niet in staat is om nitraat te reduceren (3). De naam Infundibulicybe costata is echter niet algemeen aanvaard. Clitocybe incilis is een ander synoniem van Clitocybe costata (5).

Eetbaarheid/nut
Vanwege de waterige structuur en onaangename geur van het vlees wordt de geribbelde trechterzwam meestal beschouwd als een oneetbare paddenstoel (1). De vruchtlichamen kunnen naar bittere amandelen (blauwzuur) ruiken, maar hebben dikwijls alleen een sterke schimmelgeur (2,4,10). Volgens een Duitse website is de paddenstoel wel eetbaar, maar nogal taai, en moet hij worden fijngesneden alvorens hem te koken (6). De vruchtlichamen van de geribbelde trechterzwam fungeren als voedselbron voor bepaalde springstaart-soorten (8).

Waar gevonden
Wij hebben vruchtlichamen van de geribbelde trechterzwam gevonden in het mossige gazon voor het RK kerkje "Sint Jozef", dat wordt beschaduwd door beuken en eiken.

Literatuur
1. Clitocybe côtelé. Document op mycorance.free.fr/valchamp.
2. Geribbelde trechterzwam. Document op nl.wikipedia.org.
3. Harmaja H (2003) Notes on Clitocybe s.lato (Agaricales) Ann Bot Fennici 40:213-218.
4. Infundibulicybe costata (Kühner & Romagn.) Harmaja 2003. Document op www.funghiitaliani.it.
5. Infundibulicybe costata (Kühner & Romagnesi) Harmaja (2003). Document op www.mycodb.fr.
6. Kerbrandiger Trichterling, Gerippter Trichterling. Document op www.123pilzsuche-2.de.
7. Marqua J. Kerbrandiger Trichterling Clitocybe costata Kuehner & Romagnesi. Document op www.pilzflora-ehingen.de.
8. Mateos E, López R, Barranco T, Hoyo P, Llimona X (1996) Colémbolos (Hexapoda, Collembola) asociados con carpóforos de Basidiomycetes recolectados en el SW de Cataluña. Revista Catalana Micol 19:99-107.
9. Overall A (2011) Fungi Royale. Some interesting larger fungi of the Royal Parks - Part 2 saprobes. Field Mycology 12:26-30.
10. Saitta S (2008) Clitocybe costata Kuhn. & Romagn. Document op www.salvatoresaitta.it.
11. Tanchaud P (2020) Infundibulicybe costata (Kühner & Romagnesi) Harmaja. Document op www.mycocharentes.fr.

Terug naar de soortenlijst