Geringde breeksteeltjes (Pholiotina species)
Geringde
breeksteeltjes is de naam van een groep van minstens vijf verschillende
paddenstoelsoorten die op voedselrijke bodem (zand of
klei) in bossen, maar ook in beschaduwd grasland en in parkachtige
omgeving kunnen worden aangetroffen (2,6). Sommige van deze soorten
komen ook in moerasbossen voor (1) en andere kunnen groeien op rottend
hout of mest (4). Hun mycelia leven van de afbraak van dood plantaardig
materiaal. De hoed van de paddenstoeltjes is klein (2 tot 3 cm
doorsnee), klokvormig of uitgespreid met een bultje in het midden,
rossig bruin tot okergeel van kleur en voorzien van een gestreepte
rand. De plaatjes aan de onderzijde van de hoed zijn leemkleurig tot
roestbruin. De steel van de paddenstoeltjes is bepoederd, gestreept en
voorzien van een ring, die bij volgroeide exemplaren nog compleet, maar
soms ook gedeeltelijk, aanwezig kan zijn (1). Twee van de Europese
soorten van geringde breeksteeltjes, het rimpelig breeksteeltje (Pholiotina rugosa) en het voorjaarsbreeksteeltje (Pholiotina aporos) komen ook voor in de Verenigde Staten (3,8,12). Het manchetbreeksteeltje komt ook in het noorden van IJsland veel voor (14).
Naam
Toen
we de paddenstoeltjes voor het eerst zagen riepen we spontaan: "Wat
leuk, geringde breeksteeltjes!". Maar helaas kunnen er op de
vindplaatsen in Zuidhorn minstens vijf verschillende breeksteeltjes met
een ring om de steel aanwezig zijn: het geringd breeksteeltje (Pholiotina arrhenii), het voorjaarsbreeksteeltje (Pholiotina aporos), het gekraagd breeksteeltje (Pholiotina teneroides), het manchetbreeksteeltje (Pholiotina vexans) en het rimpelig breeksteeltje (Pholiotina rugosa).
En deze soorten zijn alleen na microscopisch onderzoek te
onderscheiden, en zelfs dan alleen nog maar door experts (9). Wij
houden het dus maar op de groep van de geringde breeksteeltjes
("annulate Pholiotina species") en durven de gevonden soorten geen naam te geven. Verwantschappen tussen de soorten van de familie Bolbitiaceae,
waartoe de breeksteeltjes behoren, zijn onderzocht met behulp van
moleculair-biologische technieken (11). Hoe de vruchtlichamen zich in
anatomische zin ontwikkelen is onderzocht met de lichtmicroscoop (13).
Eetbaarheid/nut
Sommige
breeksteeltjes met een ring zijn niet giftig (2), maar andere soorten,
zoals het rimpelig breeksteeltje, zijn even dodelijk als de groene
knolamaniet en bevatten dezelfde toxines (10). Het is dus buitengewoon
onverstandig om welk breeksteeltje dan ook voor een maaltijd te
gebruiken.
Waar gevonden
Wij
hebben geringde breeksteeltjes in Zuidhorn op twee plaatsen gevonden:
in grazig terrein ten zuiden van het Bospad, en op kale, kleiige bodem
onder struweel in de berm van een verhard wandelpad tussen de
sportvelden. Mogelijk ging het bij deze twee vindplaatsen om twee
verschillende soorten. De twee foto's linksboven laten de soort
zien die groeide onder het struweel, terwijl de twee foto's aan
de rechterkant zijn gemaakt van de soort uit grazig terrein. Zulke
vindplaatsen zijn voor geringde breeksteeltjes gangbaar (5,7).
Literatuur
1. Bujakiewicz A (2010) On some agarics occurring in carr forests. Acta Mycol 45:73-89.
2. Geringd breeksteeltje. Document op nl.wikipedia.org.
3. Hausknecht A, Krisai-Greilhuber I, Voglmayr H (2004) Type studies in North American species of Bolbitiaceae belonging to the genera Conocybe and Pholiotina. Österr Z Pilzk 13:153-235.
4. Hausknecht A, Krisai-Greilhuber I (2007) Infrageneric division of the genus Pholiotina - a classical approach. Österr Z Pilzk 16:133-145.
5. Kalamees K, Hausknecht A, Vauras J (2013) Checklist of the genera Conocybe and Pholiotina (Agaricales, Agaricomycetes) in Estonia. Folia Cryptog Estonica 50:33-39.
6. Kits van Waveren E (1970) The genus Conocybe subgen. Pholiotina I. The European annulate species. Persoonia 6:119-165.
7. Kujawa A (2009) Macrofungi of wooded patches in the agricultural landscape I. Species diversity. Acta Mycol 44:49-75.
8. Kuo M (2020) Pholiotina rugosa. Document op mushroomexpert.com.
9. Kuo M (2023) The genera Conocybe and Pholiotina. Document op mushroomexpert.com.
10. Sargent M (2024) Welke paddenstoelen je NIET moet eten: Een korte gids. Document op zamnesia.nl.
11.
Tóth A, Hausknecht A, Krisai-Greilhuber I, Papp T, Vágvölgyi C, Nagy LG
(2013) Iteratively refined guide trees help improving alignment and
phylogenetic inference in the mushroom family Bolbitiaceae. PLOS One 8:e56143.
12. Voorjaarsbreeksteeltje. Document op nl.wikipedia.org.
13. Watling R (1971) Observations on the Bolbitiaceae IV. Developmental studies on Conocybe with particular reference to the annulate species. Persoonia 6:281-289.
14. Watling R (1985) Icelandic species of Bolbitiaceae. Acta Bot Isl 8:3-19.
Terug naar de soortenlijst