Getande boomkorst (Radulomyces molaris)

De
getande boomkorst is een korstzwam die je niet vaak ziet. De
paddenstoel groeit namelijk op de schors van dode takken in de
kruin van bomen (vooral eiken), op grote hoogte. Hij wordt
meestal pas ontdekt wanneer zo'n tak tijdens een storm afbreekt en
op de grond terechtkomt (4,5,9,11,12). Het vruchtlichaam is volledig
korstvormig en kan een groot oppervlak bedekken. Aanvankelijk
verschijnen er kleine, ronde vlekken op de schors, maar later
versmelten deze en ontstaat er een groter geheel (1,5). De onderlaag is
bij verse exemplaren tamelijk vlezig en mals, bij uitgedroogde
leerachtig. Het sporenvormende oppervlak is bezet met tanden die
in het midden 2-4 mm lang zijn en korter aan de rand. Deze rand is
viltig-vezelig. De uiteinden van de tanden zijn soms ingescheurd of
gevorkt. Afhankelijk van de vochtigheidsgraad van de lucht kan de
paddenstoel donkerder of lichter van kleur zijn (11), en afhankelijk
van de ouderdom kan de kleur uiteenlopen van bleekgeel via
okerbruin-leerkleurig tot vuilgrijs-geel (5). Wanneer de tak waarop de
paddenstoel zit op de grond terechtkomt, kan het vruchtlichaam gewoon
verder groeien. Maar omdat de tanden de neiging hebben om zich
verticaal te richten (een verschijnsel dat geotropie wordt genoemd), en
de tak meestal draait tijdens zijn val, kunnen de tanden er na verloop
van tijd merkwaardig "verbogen" gaan uitzien (1). Volgens een Franse
website komt de soort vooral in kustgebieden voor en minder in het
binnenland (12). In Europa is hij sterk aan eik gebonden en groeit
in zeldzame gevallen op hazelaar en es (2), beuk en tamme kastanje (1),
maar in de Himalaya en in Zuid India komt hij ook voor op dennen en
ceders (8). Een uitgebreide beschrijving van de anatomie en de
microscopische kenmerken van Radulomyces molaris is te vinden op aphyllo.net (6).
Naam
De genusnaam Radulomyces is afgeleid van het Latijnse radula (krabber) en het Griekse woord mykes (zwam). Deze verwijst naar het oppervlak van de vruchtlichamen, dat op een rasp lijkt. De Latijnse soortnaam molaris
betekent "als een molensteen" of "als een kies", d.w.z. met tanden (2).
De paddenstoel is bekend onder een groot aantal namen. Bij Sistotrema
rude, Sistotrema molariforme, Hydnum fuscum, Radulum
molare, Hydnum rude, Hydnum molariforme, Odontia hirta,
Radulum molariforme, Radulum rude, Basidioradulum molare en Cerocorticium molare gaat het om dezelfde schimmel als Radulomyces molaris (6,10). Hydnum membranaceum, Radulum membranaceum en Acia membranacea zijn wellicht ook aanduidingen van dezelfde soort (2,7). Verwantschappen tussen boomkorsten uit het geslacht Radulomyces zijn onderzocht met behulp van moleculair-biologische technieken (3).
Eetbaarheid/nut
Vruchtlichamen
van de getande boomkorst zijn voor mensen niet eetbaar (2). Ze hebben
een doordringende geur, die aan ontsmettingsmiddel doet denken (9). Volgens anderen aan het verband van een compres (10).
Waar gevonden
Zoals
Frans Ozinga op de site Paddenstoelen in Friesland beschrijft, vonden
wij de getande boomkorst eens op een gevallen tak van een zomereik.
Deze lag na een storm op het plaveisel voor ons huis. Daar staan oude,
door de gemeente aangeplante, zomereiken.
Literatuur
1. Breck H (2018) Radulomyces molaris = Gezähnter Reibeisenpilz. Document op pilzforum.eu.
2. Curti P (2024) Radulomyces molaris (Chaillet ex Fr. : Fr.) MP Christ. Document op funghiitaliani.it.
3. Dong J, Deng Q, Chen M, Chen D, Zhou C, Zhao C (2025) Molecular phylogeny and morphology reveal four new woodinhabiting fungi of Asterostroma and Radulomyces (Basidiomycota) from Southwestern China. MycoKeys 112:35–58.
4. Henrici A (2000) An Introduction to Corticioid Fungi. Field Mycology 1:12-19.
5. Jahn H (1969) Einige resupinate und halbresupinate "Stachelpilze" in Deutschland. Westfählische Pilzbriefe 7:113-144.
6. Martini E (2016) Radulomyces molaris. Issue no.41, Excerpts from Crusts & Fells, Descriptions and reports of resupinate Aphyllophorales and Heterobasidiomycetes op aphyllo.net.
7. Nakasone KK (1997) Studies in Phlebia. Six species with teeth. Sydowia 49:49-79.
8. Nakasone KK, Ortiz-Santana B, He SH (2021) Taxonomic studies of crust fungi with spines in Radulomyces, Sarcodontia, and the new genus Noblesia. Mycol Progr 20:1479-1501.
9. Ozinga F (2025) Getande boomkorst (Radulomyces molaris). Document op paddenstoeleninfriesland.nl.
10. Péan R, Ferre D (2020) Radulomyces molaris (Chaillet) M.P. Christiansen. Document op mycodb.fr.
11. Radulomyces molaris (Fr.) M.P. Christ. Document op societe-mycologique-de-la-cote-dor.org.
12. Tanchaud P (2018) Radulomyces molaris (Chaillet ex Fr.) M.P.Christ. Document op mycocharentes.fr.
Terug naar de soortenlijst