Gewone zwavelkop (Hypholoma fasciculare)




De
gewone zwavelkop is de paddenstoel, die in Nederland het meest
wordt gezien en in vrijwel elk uurhok kan worden
aangetroffen. Zwavelkoppen groeien op allerlei soorten hout. In de
meeste gevallen gaat het dan om dode stobben, maar soms verschijnen
deze paddenstoeltjes ook in groot aantal aan de voet van levende bomen
(zie de derde foto van links, hierboven). Als zwavelkoppen uit de
grond lijken te komen (zoals op de
foto linksboven)
dan zijn er houtsnippers,
een tronk of wortels van een gerooide boom in de ondergrond aanwezig.
De
paddenstoel veroorzaakt witrot (10). Houtresten die zich dicht bij
elkaar bevinden (op enkele tientallen cm afstand) kunnen door hetzelfde
mycelium geïnfecteerd worden en via
verbindingsdraden onderling voedingsstoffen uitwisselen (8). De groei
van het
mycelium van de zwavelkop wordt beïnvloed door de aanwezigheid van
springstaarten – microscopisch kleine, geleedpotige diertjes die zich
met
schimmels voeden. Op plaatsen waar veel springstaarten zijn komt de
groei tot stilstand,
terwijl het mycelium in gebieden met weinig springstaarten juist
explosief groeit (7,11).
Naam
De naam "zwavelkop"
heeft betrekking op de kleur en vorm van jonge vruchtlichamen, die lijken op de
voorloper van de moderne lucifer (zie de foto linksboven). Hypholoma
fasciculare en Psilocybe fascicularis
zijn synoniemen. Hypholoma betekent "zwam
met draden", Psilocybe
"naakte hoed". De soortnaam fasciculare
betekent "in bundels verenigd" of "bundels vormend".
Zwavelkoppen hebben de neiging om in bundels bij elkaar te groeien.
Eetbaarheid/Nut
De vruchtlichamen smaken bitter
en zijn giftig (9). Wie ze eet, krijgt binnen enkele uren maag- en
darmklachten die dagenlang kunnen aanhouden. In ernstige gevallen kan er zelfs
leverschade optreden. De structuur van de belangrijkste gifstoffen is bekend
(1). Ook van de gele kleurstoffen en van fluorescerende verbindingen in de
vruchtlichamen is de chemische structuur vastgesteld (6). Omdat het aantal bacteriën in een stobbe van
beuken-
of grenenhout sterk afneemt wanneer die wordt aangetast door
zwavelkoppen meende men dat het mycelium van de zwavelkop
antibiotica aanmaakt. Maar onlangs
is gebleken dat het mycelium de zuurgraad van het hout fors verlaagt
(tot pH 3.5) en
dat de meeste bacteriën onder zulke zure omstandigheden niet meer
kunnen
groeien (2). Canadese houtvesters hebben belangstelling voor de
paddenstoel. Door stobben van gerooide bomen met het mycelium van de
zwavelkop te enten kan worden voorkomen dat deze houtresten worden
geïnfecteerd door honingzwammen. De vestiging van honingzwammen wil men
graag voorkomen, omdat het mycelium van de honingzwam ook levende bomen
kan
aantasten (3-5). Tijdens de afbraak van hout door zwavelkoppen worden
er gevaarlijke gifstoffen gevormd (o.a. dioxines), die de
paddenstoel vervolgens
echter weer onschadelijk maakt (12).
Waar gevonden
Zwavelkoppen
staan dikwijls
in de bermen van de Hanckemalaan, de Stationsweg en de Burgemeester de
Vrieslaan, in houtsingels rond de sportvelden, in het Smitpark en in
tuinen waar bomen en struiken aanwezig zijn. We hebben ze ook vaak
gezien in de
oostberm van het Hoendiep O-zijde, zowel tussen de Gabrug en de
Brilweg, als tussen Briltil en Enumatil.
Literatuur
1. Akasaka H, Shiono Y,
Murayama T, Ikeda M (2005) Fascicularones H–K, Four new sesquiterpenoids from
the cultured mycelia of the fungus Hypholoma
fasciculare. Helv Chim Acta 88:2944-2950.
2. Boer W de, Folman LB, Klein Gunnewiek PJA, Svensson T,
Bastviken D, Öberg G, Del Rio JC, Boddy L (2010) Mechanism of antibacterial
activity of the white-rot fungus Hypholoma
fasciculare colonizing wood. Can J Microbiol 56:380-388.
3. Chapman B, Begin E, Curran M
(2001) Using Hypholoma fasciculare inoculation as a means to control Armillaria root disease on calcareous
soils: Trial establishment and monitoring. Forest Renewal British Columbia, Cariboo Forest
Region, Research Section, Extension Note no.33.
4. Chapman B, Xiao G (2000) Inoculation of stumps with Hypholoma fasciculare as a possible
means to control Armillaria root disease. Can J Bot 78:129-134.
5. Chapman B , Xiao G, Myers S (2004) Early results from field trials
using Hypholoma fasciculare to reduce
Armillaria ostoyae root disease. Can
J Bot 82:962-969.
6. Fiasson JL, Gluchoff-Fiasson K, Steglich W (1977) Über
die Farb- und Fluoreszenzstoffe des Grünblättrigen Schwefelkopfes (Hypholoma fascicuare, Agaricales). Chem
Ber 110:1047-1057.
7. Kamplicher C, Rolschewski J, Donnelly AP, Boddy L
(2004) Collembolan grazing affects the growth strategy of the cord-forming
fungus Hypholoma fasciculare. Soil
Biol Biochem 36:591-599.
8. Lindahl B, Finlay R, Olsson S (2001) Simultaneous,
bidirectional translocation of 32P and 33P between wood
blocks connected by mycelial cords of Hypholoma
fasciculare. New Phytol 150:189-194.
9. Mortara M, Martinetti L (1955) Vergiftung durch Hypholoma fasciculare Fries (Schwefelkopf, Bitterschwamm). Arch
Toxicol 15:390-391.
10. Rockefeller A a.o. Hypholoma fasciculare. Document op
en.wikipedia.org.
11. Tordoff GM, Boddy L, Jones TH (2006) Grazing by Folsomia candida (Collembola) differentially affects mycelial
morphology of the cord-forming basidiomycetes Hypholoma fasciculare, Phanerochaete velutina and Resicinium bicolor. Mycol Res
110:335-345.
12. Verhagen FJM, Van Assema FBJ, Boekema BKHL, Swarts HJ, Wijnberg
JBPA, Field JA (1998) Dynamics of organohalogen production by the ecologically
important fungus Hypholoma fasciculare.
FEMS Microbiol Lett 158:167-178.
Terug naar de soortenlijst