Gewone fopzwam (Laccaria laccata)




Fopzwammen zijn
ectomycorrhiza-partners van eik, beuk (6,9), berk (11), populier (1) en enkele
naaldbomen waaronder de Douglas spar (2,3), in het Middellandse zeegebied ook van het rotsroosje Cistus ladanifer
(14). Zelfs zeer jonge boompjes kunnen al een verbintenis met de
paddenstoel
aangaan. Bij de vorming van ectomycorrhiza door het mycelium van de
fopzwam speelt het gas (en plantenhormoon) ethyleen een rol (10).
Van jonge beuken (9) en populieren (1) is bewezen dat ze beter groeien
wanneer de fopzwam aanwezig is. De paddenstoel is daarom ook gebruikt
in boomkwekerijen om de groei van zaailingen te bevorderen. Bij oudere
bomen groeien fopzwamnen in een
wijde kring rond de stam, op de plaats waar de meeste dunne haarwortels
aanwezig
zijn (11). Vreemd genoeg zijn fopzwammen niet alleen symbionten
van
bomen, maar ook parasieten die ten koste van andere organismen leven,
zoals de
schimmel Mucor hiemalis (15). De hoed van fopzwammen
is aanvankelijk tamelijk bol van vorm en fel oranje of bruinroze van
kleur, maar spreidt zich later min of meer vlak uit. Bij veroudering of
uitdroging kan hij sterk verbleken. De plaatjes aan de onderzijde
staan breed uiteen en zijn nogal hoog (of diep). Er staan kortere
lamellen tussen in. Aanvankelijk hebben ze een roodbruine kleur, maar
bij rijping van de sporen worden ze lichter. De sporen zijn
namelijk wit (8). De afmetingen van de vruchtlichamen zijn tamelijk
klein (hoeddiameter 2 tot 7 cm, steel lengte 5 tot 10 cm, steeldikte 6
tot 10 mm).
Naam
De
genusnaam Laccaria betekent
"lak" (of glanzende verf), de soortnaam laccata "gelakt" of "lakrood" (7,8). De
naam fopzwam (en de Engelse naam “deceiver”) wijzen op het enorm
variabele
uiterlijk van deze paddenstoel: in jonge toestand rood, oranje of
rozebruin -
afhankelijk van het weer, later dikwijls kleurloos en saai. Oude,
verfomfaaide en uitgebleekte vruchtlichamen zijn dikwijls nauwelijks op
naam te brengen en kunnen met allerlei andere paddenstoelsoorten
verwisseld worden. Ook mycologen heeft de fopzwam parten gespeeld: de verwantschappen binnen het genus Laccaria waren lange tijd onduidelijk en zijn in de laatste decennia van de vorige eeuw uitgebreid onderzocht (12,13). Agaricus
laccatus, Clitocybe laccata, Camarophyllus laccatus, Omphalia laccata,
Collybia laccata, Russiliopsis laccata, Agaricus carneus, Agaricus
farinaceus, Omphalia farinacea, Laccaria farinacea, Agaricus rosellus,
Omphalia rosella, Agaricus subcarneus en Laccaria tetraspora zijn synoniemen van Laccaria laccata! (13).
Eetbaarheid/nut
Fopzwammen
zijn eetbaar, en worden door Indianen uit de staat Oaxaca in Z.O.Mexico
sinds
mensenheugenis als voedsel verzameld (7). Vooral de hoeden schijnen in
gebakken toestand of in soep goed te smaken, de stelen zijn echter
meestal te taai (8). Maar vanwege het variabele uiterlijk
van de paddenstoel en de kans op verwisseling met giftige soorten is
het niet
verstandig om fopzwammen voor de maaltijd te gebruiken. De
vruchtlichamen bevatten een polysaccharide met tumorgroei-remmende
eigenschappen (4,5).
Waar gevonden
Wij
hebben fopzwammen gevonden in een parkje aan het noordeind van de Boslaan, in
tuinen aan de Cort. van der Lindenstraat, in een struweelperkje van de gemeente
aan de Bongerd en in grazige bermen van de Verlengde Hanckemalaan nabij de
Fanerweg. Meestal in groot
aantal.
Literatuur
1. Baum C, Stetter U, Makeschin F (2002) Growth
response of Populus trichocarpa to
inoculation by the ectomycorrhizal fungus Laccaria
laccata in a pot and a field experiment. Forest
Ecology and Management 163:1-8.
2. Fries N (1977) Germination of Laccaria laccata spores in vitro. Mycologia 69:848-850.
3. Garbaye J (1994) Helper bacteria: a new dimension
to the mycorrhizal symbiosis. New Phytologist 128:197-210.
4. Kim SH, Woo MS, Kim BK (1982) Antitumor components extracted from the carpophores and cultured mycelia of Laccaria laccata. Korean J Mycol 10:155-163.
5.
Kim YJ, Lee CO, Shim MJ, Kim SW, Choi EC, Kim BK (1984) Purification
and chemical analysis of antineoplastic constituents of cultured
mycelia of Laccaria laccata. Korean J Mycol 12:35-43.
6. Kreuzwieser J, Stulen I, Wiersema P, Vaalburg W,
Rennenberg H (2000) Nitrate transport processes in Fagus-Laccaria-mycorrhizae. Plant and Soil 220:107-117.
7. Krüger M u.Ä. Rötlicher Lacktrichterling. Webdocument op de.wikipedia.org.
8. Laccaria laccata
(Scop.) Cooke - Deceiver. Webdocument op www.first-nature.com.
9. Leyval C, Berthelin J (1989) Interactions between Laccaria laccata, Agrobacterium radiobacter
and beech roots: Influence on P, K, Mg, and Fe mobilization from minerals and
plant growth. Plant and Soil 117:103-110.
10. Livingston WH (1991) Effect of methionine and l-aminocyclopropane-1-carboxylic acid on ethylene production by Laccaria bicolor and L.laccata. Mycologia 83:236-241.
11. Mason PA, Last FT, Pelham J, Ingleby K (1982)
Ecology of some fungi associated with an ageing stand of birches (Betula pendula and B.pubescens). Forest Ecology and Management
4:19-30.
12. Mueller GM (1991) Laccaria laccata complex in North America and Sweden: Intercollection pairing and morphometric analyses. Mycologia 83:578-594.
13. Mueller GM, Vellinga EC (1986) Taxonomic and nomenclatural notes on Laccaria B. & Br.: Laccaria amathystea, L.fraterna, L.laccata, L.pumila, and their synonyms. Persoonia 13:27-43.
14.
Torres P, Roldán A, Lansac AR, Martin A (1995) Ectomycorrhizal formation
between Cistus ladanifer and Laccaria laccata. Nova Hedwigia
60:311-316.
15. Werner A, Zadworny M (2003) In vitro evidence of mycoparasitism of the
ectomycorrhizal fungus Laccaria laccata
against Mucor hiemalis in the
rhizosphere of Pinus sylvestris.
Mycorrhiza 13:41-47.
Terug naar de soortenlijst