Gewoon purperschaaltje (Lecidella elaeochroma)
Gewoon
purperschaaltje is een veel voorkomend korstmos, dat groeit op stammen
en takken van loofbomen met een gladde of licht gerimpelde schors (b.v.
es, haagbeuk, walnoot), in zeldzame gevallen ook op houten voorwerpen
of op naaldhout (1,6-8), en een enkele keer op baksteen (9). Het
is een van de eerste korstmossen die zich op boomschors kunnen vestigen
(8). De soort is stikstofminnend (4), relatief goed bestand tegen
luchtverontreiniging (1,4) en over bijna de hele wereld verbreid (5).
Het thallus is korstvormig, grijs of groenachtig tot
geelachtig, afhankelijk van de vochtigheidsgraad en de belichting. Op
zonnige plaatsen is het geliger van kleur dan op donkere (1) en
vooral na slakkenvraat kan het groenachtig zijn (6). De apotheciën zien
er uit als zwarte schijfjes van 0,3-ruim 1 mm diameter en hebben soms
een purperen glans (9). Afwijkende kleuren komen ook voor (10). De
apotheciën zijn eerst vlak en vervolgens min of meer bol, terwijl hun
rand verdwijnt bij het ouder worden (1). Geelgroene, korrelige
soralen zijn op het thallus maar zelden aanwezig (7,8). De fotobiont in
het korstmos is de groene alg Trebouxia arboricola,
die behalve in korstmossen ook vrijlevend op boomschors voorkomt (2).
De thalli van het gewoon purperschaaltje bevatten secundaire
plantenstoffen (arthotheline, granulosine, 4,5-dichlorolichexanthon)
die enige bescherming bieden tegen slakkenvraat (3,5). Gewoon
purperschaaltje is een voorbeeld van een korstmos dat tijdens de
eeuwwisseling (1990-2010) sterk in aantal is toegenomen (4).
Naam
De genusnaam Lecidella is afgeleid van het Griekse woord lecidos, dat “bord” of “kom” betekent, en het Latijnse achtervoegsel ella, waaruit blijkt dat Lecidella een afsplitsing is van Lecidea. De soortnaam elaeochroma betekent “oliekleur”. Deze is afgeleid van het Griekse elaeos (“olie” ). Gewoon purperschaaltje kan met vliegenstrontjesmos (Amandinea punctata) worden verward, maar bij die soort valt het thallus weg in het substraat en steekt qua kleur niet of weinig af (9).
Waar gevonden
Gewoon
purperschaaltje is zó algemeen dat het werkelijk overal kan worden
aangetroffen. In onze voortuin groeit het o.a. op de gladde takken
van een tuinazalea, en in Zuidhorn is het op allerlei weg– en laanbomen
met een gladde stam te vinden.
Literatuur
1. Association Française de Lichénologie (2017) Lecidella elaeochroma. www.afl-lichenologie.fr
2.
Beck A, Friedl T, Rambold G (1998) Selectivity of photobiont choice in
a defined lichen community: inferences from cultural and molecular
studies. New Phytol 139:709-720.
3.
Boch S, Fischer M, Prati D (2015) To eat or not to eat—relationship of
lichen herbivory by snails with secondary compounds and field frequency
of lichens. J Plant Ecol 8:642-650.
4.
De Bruyn U, Linders HW, Mohr K (2009) Epiphytische Flechten im Wandel
von Immissionen und Klima. Ergebnisse einer Vergleichskartierung
1989/2007 in Nordwestdeutschland. Umweltwiss Schadst Forsch 21:63-75.
5. Kantvilas G, Elix JA (2013) The lichen genus Lecidella (Lecanoraceae), with special reference to the Tasmanian species. Muelleria 31:31-47.
6. Lecidella elaeochroma. de.wikipedia.org.
7. Olivgrüne Schwarznapfflechte. www.123pilzsuche.de
8. Silverside AJ (2013) Lecidella elaeochroma (Ach.) M.Choisy f. elaeochroma. Images of British Lichens, lastdragon.org.
9. Sparrius L (2012) Gewoon purperschaaltje. www.verspreidingsatlas.nl.
10. Spier L (2015) Lecidella elaeochroma (Ach.) M. Choisy (gewoon purperschaaltje) als kameleon. Buxbaumiella 103:27-31.
Terug naar de soortenlijst