Gewoon speldenkussentje (Pertusaria pertusa)
HabitusDetailGewoon speldenkussentje is een korstmos dat  groeit op de schors van bomen. In zeldzame gevallen kan het zich ook op kiezelhoudende rotsen of op muren vestigen (1,10). Volgens een studie uit Litouwen is het vooral te vinden op de goedbelichte zuidkant van de stam van oude zomereiken, in gebieden met forse regenval (5). Het thallus is korstvormig, grijs tot groenachtig grijs, dik, min of meer glanzend, en glad of grof gerimpeld. Het wordt omgeven door een prothallus en heeft dikwijls randzones. Het thallus is bedekt met wrattige uitsteeksels (1-2 mm diameter) die de apotheciën bevatten en er uitzien als een kies met cariës  of de bovenkant van een peperbus (1,3,7).  Er zijn 2 tot 7 apotheciën per wrat  aanwezig; de zwarte schijfvormige vruchtlichamen verschijnen daarin als putjes (men spreekt dan van perithecoïde apotheciën). De sporenafgifte vindt vooral plaats in de maanden oktober tot en met januari (8). De fotobiont in het korstmos is een  groene alg uit de orde van de Chlorococcales (1). De microscopische structuur van het prothallus van het gewoon speldenkussentje is  in een Brits artikel beschreven (2), en de wand van de sporen is onderzocht met de elektronenmicroscoop (9). De bouw van de asci in de apotheciën van het genus Pertusaria verschilt van die van andere korstmossen en is  eveneens onderzocht (4). Op Pertusaria pertusa kan de schimmel Sphinctrina turbinata parasiteren (7). In 2009 werd er in Spanje nog een nieuwe schimmelsoort ontdekt, die eveneens als parasiet op het gewoon speldenkussentje leeft (6).

Naam

De genusnaam Pertusaria is  evenals de soortnaam pertusa afgeleid van het Latijnse woord pertusus (“doorboord”). Het thallus van dit korstmos ziet er (bij enige vergroting) uit als kussentjes die voorzien zijn van kleine gaatjes. Pertusaria communis is een synoniem van Pertusaria pertusa, de soortnaam communis betekent “gewoon”. Pertusaria chionodes is een ander synoniem (1).

Waar gevonden

Wij hebben thalli van het gewoon speldenkussentje aangetroffen op de stam van monumentale oude beuken, langs lanen in het Coendersbos in Nuis (Gr.).

Literatuur

1. Association Française de Lichénologie. Pertusaria pertusa. Document op: www.afl-lichenologie.fr.
2. Darbishire OV (1931) Observations on the margin of Pertusaria communis  (L.) DC. Trans Br Mycol Sci  16:38-54.
3. Gewöhnliche Porenflechte. Document op: www.123pilzsuche.de.
4. Honegger R  (1982) The ascus apex in lichenized fungi III. The Pertusaria type. Lichenologist 14:205-217.
5. Lukosiene IP, Naujalis JR (2009) Rare lichen associations on common oak (Quercus robur) in Lithuania. Biologia 64:48-52.
6. Pérez-Ortega S, Calatayud V (2009) Lichenostigma epirupestre, a new lichenocolous species on Pertusaria from Spain. Mycotaxon 107:189-195.
7. Pertusaria pertusa. Document op: Dorset Nature, www.dorsetnature.co.uk.
8. Pyatt FB (1969) Studies of the periodicity of spore discharge and germination in lichens. Bryologist 72:48-53.
9. Pyatt FB (1969) The ultrastructure of the ascospore wall of the lichen Pertusaria pertusa. Trans Br Mycol Soc  52:167-171.
10. Silverside AJ (2013) Pertusaria pertusa (Weigel) Tuck. Document op: Images of British Lichens, lastdragon.org.

Terug naar de soortenlijst