Harde populierboleet (Leccinum duriusculum)

Jonge populierboleetOudere populierboleetOude populierboleet

De harde populierboleet is een vrij zeldzame paddenstoel die als mycorrhiza-partner leeft bij bomen uit het geslacht Populus (3): de witte abeel (Populus alba), de ratelpopulier (Populus tremula) en de bastaard van beide soorten: de grauwe abeel (Populus alba x tremula, ofwel Populus x canescens) (4,7). Volgens een Duits artikel komt hij ook voor bij de zwarte populier (Populus nigra) (1) en volgens een Amerikaans artikel in zeldzame gevallen ook bij de boswilg (Salix caprea) (9,10). De soort is te vinden in lanen en wegbermen (5), soms ook in bosplantsoenen in parken, en heeft een voorkeur voor kalkhoudende klei. De hoed is aanvankelijk halfbolvormig, later meer gewelfd en heeft een bleke kaneelkleur. De hoedhuid hangt over de hoedrand. De poriën aan de onderzijde zijn klein, rond en witachtig of bleekgeel. Bij druk of kneuzing verkleuren ze olijfbruin. De steel is wit en bedekt met zwarte, bruinzwarte of blauwgroene schubjes die een netwerk vormen. De paddenstoel was het onderwerp van een moleculair biologisch onderzoek waarin werd nagegaan in hoeverre de vruchtlichamen in een vrij jong en een oud populierenbos tot genetisch identieke of verschillende mycelia behoorden, om een indruk te krijgen van de manier waarop de bossen gekoloniseerd waren (8).
 
Naam 
De genusnaam Leccinum is afgeleid van een oud Italiaans woord voor "paddenstoel". De soortnaam duriusculum betekent "tamelijk hard". Boletus duriusculus is een synoniem van Leccinum duriusculum (9).
 
Eetbaarheid/nut 
In jonge toestand zijn harde populierboleten eetbaar. Bij veroudering wordt de steel taai en krijgt het vlees een onaangename knoflooksmaak (7). De paddenstoel is echter te zeldzaam en teveel bedreigd om hem voor consumptie te verzamelen. De vruchtlichamen bevatten carotenoïden (plantenstoffen die ook in worteltjes voorkomen) waarvan de samenstelling is onderzocht (2). Harde populierboleten kunnen vrij hoge concentraties van sporenelementen bevatten, in een Pools onderzoek waren dit vooral rubidium en zink (6).
 
Waar gevonden 
Harde populierboleten verschijnen bijna ieder jaar aan de oostkant van het Smitpark, in de nabijheid van grauwe abelen. We hebben de paddenstoel ook aangetroffen in rozenperkjes bij de parkeerplaatsen van het voormalig zwembad De Waterborgh, onder abelen. Onder de bomenrij langs het Van Starkenborghkanaal ZZ tussen Kade Z en de Tanderij hebben we de paddenstoel ook meerdere malen gezien.
 
Literatuur 
1. Blaschke M (2006) Pilze an der Schwarzpappel. LWF Wissen 52:39-41.
2. Czeczuga B (1978) Investigations on carotenoids in fungi V. Representatives of the Leccinum genus. Qual Plant - P1. Fds Hum Nutr XXVIII: 197-201.
3. Den Bakker HC, Zuccarello GC, Kuyper TW, Noordeloos ME (2004) Evolution and host specifity in the ectomycorrhizal genus Leccinum. New Phytol 163:201-215.
4. De Populier. Document op populierenland.com.
5. Enzlin RS, Chrispijn R (1995) Zwammen in het Noorden. Noorderbreedte 95:190-193.
6. Jarzynska G, Falandysz J (2012) Trace elements profile of Slate Bolete (Leccinum duriusculum) mushroom and associated upper soil horizon. J Geochem Explor 121:69-75.
7. Leccinum duriusculum. Document op fr.wikipedia.org.
8. Selosse MA (2003) Founder effect in a young Leccinum duriusculum (Schultzer) Singer population. Mycorrhiza 13:143-149.
9. Trappe JM (1962) Fungus associates of ectotrophic mycorrhizae. Botanical Review 28:538-606.
10. Watling R (1992) Macrofungi associated with British willows. Proc R Soc Edinburgh 98B:135-147.

Terug naar de soortenlijst