Kaneelkleurige breeksteeltjes (Conocybe species)
Kleine
bruingekleurde breeksteeltjes duiken dikwijls op tussen kort gras in
heidegebieden, duinvalleien, boomgaarden, gazons, golfbanen, parken en
tuinen. Ze kunnen ook voorkomen op bladafval, zaagsel en
houtsnippers, en op verstoorde, voedselrijke grond. Het mycelium van deze paddenstoeltjes leeft van de afbraak van dood plantaardig materiaal (1,8).
De hoed heeft een doorsnee van 1 tot 3 cm. Hij is kegel- tot klokvormig
met heel vage strepen aan de rand. De hoedkleur is afhankelijk van de
vochtigheid van het weer. Bij langdurige droogte worden de
paddenstoeltjes gelig tot lichtbeige. De plaatjes aan de onderzijde van
de hoed zijn aanvankelijk bleek okerkleurig, maar worden kaneel- of
roestkleurig wanneer de sporen rijpen. De randen van de plaatjes zijn
meestal bleker dan de rest van het oppervlak (2,7). Tussen de normale
plaatjes staan kortere exemplaren in (7,9,10). Bij het roestbruin
breeksteeltje zijn de randen van de plaatjes dikwijls gezaagd (6). De
steel van de vruchtlichamen is niet voorzien van een ring, matgeel of
bleekbruin van kleur en aan de bovenzijde berijpt (9). Bij het
dikvoetbreeksteeltje is de steel aan de onderzijde enigszins verdikt. Van het kaneelkleurige breeksteeltje (Conocybe tenera) is
bekend dat het behalve in Europa ook in Noord en Midden Amerika, Noord
Afrika, Sri Lanka en Japan voorkomt. Van de overige soorten die
hieronder worden vermeld is niet bekend of ze buiten Europa voorkomen
(3), hoewel op Wikipedia-pagina's wordt gezegd dat het
dikvoetbreeksteeltje ook voorkomt in Canada (10) en het
tuinbreeksteeltje in Azië (12).
Naam
Op
onze wandelingen door heidegebieden en schraal grasland zagen we
in de berm van wandelpaden dikwijls kaneelbruine paddenstoeltjes uit
het genus Conocybe. Maar omdat er erg veel Conocybe-soorten
in zulke terreinen kunnen groeien en omdat het onderscheid tussen de
soorten specialistenwerk is, hebben we de paddenstoeltjes nooit op naam
kunnen brengen. Behalve het kaneelkleurige breeksteeltje (Conocybe tenera) zou het ook om het roestbruin breeksteeltje (Conocybe rickeniana), het dikvoetbreeksteeltje (Conocybe subovalis), het donker breeksteeltje (Conocybe echinata), het parkbreeksteeltje (Conocybe macrocephala) of het tuinbreeksteeltje (Conocybe juniana) kunnen gaan (3). Ook is de afgrenzing van sommige soorten (zoals het parkbreeksteeltje) niet zeker (4). Het
dikvoetbreeksteeltje wordt beschouwd als een stikstofminnende soort
(5,6) en het tuinbreeksteeltje kan groeien op mest (11). De genusnaam Conocybe betekent "kegelvormig hoofd", dus een paddenstoel met een kegelvormige hoed. De soortnaam tenera betekent "teer" of "broos" en wijst op dezelfde eigenschap als de Nederlandse naam breeksteeltje. Synoniemen van Conocybe tenera zijn onder andere Agaricus tenera, Derminus tener en Galera tenera (8,9).
Eetbaarheid/nut
Omdat
sommige breeksteeltjes buitengewoon giftig en de soorten uit dit
geslacht moeilijk te onderscheiden zijn, kunnen breeksteeltjes beslist
niet voor de maaltijd worden gebruikt (8).
Waar gevonden
We
zagen bruingekleurde breeksteeltjes o.a. langs de Strubbenweg in Annen (Dr.),
in het natuurgebied De Plateaux bij Bergeijk (N.Br.) en op de
Kalmthoutse Heide.
Literatuur
1.
Bujakiewicz A (1992) Macrofungi on soil in deciduous forests. In:
Winterhoff W, Fungi in Vegetation Science, Dordrecht: Kluwer Academic
Publishers, pp.49-78.
2. Conocybe tenera. Document op ultimate-mushroom.com.
3. Hausknecht A (2000) Beiträge zur Kenntnis der Bolbitiaceae 6. Die Conocybe tenera-Gruppe in Europa, Teil 1. Österr Z Pilzk 9:73-109.
4. Hausknecht A (2002) Beiträge zur Kenntnis der Bolbitiaceae 7. Die Conocybe tenera-Gruppe, Teil 2, und eine Revision der Arten um Conocybe mesospora in Europa. Österr Z Pilzk 11:35-77.
5. Hausknecht A, Vauras J, Kytövuori I, Ohenoja E (2005) Die Gattung Conocybe in Finnland. Karstenia 45:1-32.
6.
Hille M (1983) Untersuchungen über die Makromyzeten-Flora von
Ackerstandorten im Gebiet der Querfurter Platte. Hercynia 20:219-258.
7. Kaneelkleurig breeksteeltje. Document op nl.wikipedia.org.
8. O'Reilly P (2024) Conocybe tenera (Schaeff.) Fayod - Common Conecap. Document op first-nature.com.
9. Roststieliges Samthäubchen. Document op de.wikipedia.org.
10. Stozkówja jajowata (Conocybe subovalis Kühner & Watling). Document op pl.wikipedia.org.
11.
Tervonen K, Oldén A, Taskinen S, Halme P (2022) The effects of grazing
history, soil properties and stand structure on the communities of
saprotrophic fungi in wood-pastures. Fungal Ecology 60:101163.
12. Tuinbreeksteeltje. Document op nl.wikipedia.org.
Terug naar de soortenlijst (buiten Zuidhorn)