Kaneelkleurige
melkzwam (Lactarius
quietus)
De
kaneelkleurige melkzwam
is een algemeen voorkomende paddenstoel, die in nauwe samenwerking (ectomycorrhiza) leeft met verschillende
soorten eiken, vooral de zomereik (Quercus
robur) (6,11). De hoed kan een doorsnee van 4 tot 9
centimeter krijgen en
heeft een roodbruine "kaneelkleur". De aanblik is weersafhankelijk:
bij regen donker en glanzend, bij langdurige droogte bleek en mat. Ook bij veroudering kan de hoedhuid verbleken. Karakteristiek zijn vage, donkerder getinte, concentrische ringen aan
de
bovenzijde. De hoedrand
is
aanvankelijk ingerold en blijft ook bij oudere exemplaren nog lange
tijd omgebogen.
De plaatjes aan de onderzijde van de hoed lopen enigszins af langs de
steel.
Bij jonge exemplaren zijn ze bleekbruin, bij oudere exemplaren
donkerder bruin
van kleur. De steel is vrij fors, 5 tot 7 cm lang en 0.5 cm tot 1 cm
dik, en
heeft dezelfde kleur als het hoedoppervlak. Het mycelium van de
paddenstoel is
in staat om dood plantaardig materiaal af te breken, daaruit allerlei
voedingsstoffen (zoals stikstof, fosfor, en aminozuren) vrij te maken
en die
naar de gastheerboom te transporteren. In tegenstelling tot andere
mycorrhiza-paddenstoelen gebeurt dit bij de kaneelkleurige melkzwam
vooral in
het voorjaar, en minder sterk in het najaar (1-3). De paddenstoel kan zowel
bij jonge
als oude bomen voorkomen, maar heeft een voorkeur voor eiken van
"middelbare leeftijd" (5).
Naam
De genusnaam Lactarius
betekent "melkgevend". Dit heeft betrekking op
het witte melksap dat uit de plaatjes komt wanneer deze beschadigd
worden. De
soortnaam quietus betekent
"rustig". Dit slaat op de "rustige" kleur van de soort,
waardoor hij tussen bruine herfstbladeren niet opvalt.
Agaricus
quietus, Galorrheus quietus,
en Lactifluus quietus zijn
synoniemen van Lactarius quietus
(7).
Eetbaarheid/nut
De
kaneelkleurige melkzwam
wordt beschouwd als een eetbare maar weinig smakelijke paddenstoel (6).
In de
meeste boeken wordt gezegd, dat hij mild van smaak is. Bij kort proeven
is dat
ook zo, maar wanneer men een stukje hoedvlees voor langere tijd in de
mond
houdt (1 minuut of meer) begint het scherp te smaken. De scherpe smaak
berust
op de vorming van sesquiterpenen (isovelleral
en isovellerol) uit
sesquiterpeen-esters door de werking van esterases (10). Deze
plantenstoffen
smaken bitter en zijn mutageen. Japanse onderzoekers hebben uit de
kaneelkleurige melkzwam een onbekend aminozuur geïsoleerd, dat in de
natuur nog
niet eerder was aangetroffen (4). De geur van de paddenstoel is
onaangenaam.
Volgens Amerikaanse mycologen ruikt hij naar bedwantsen en volgens
Belgische
onderzoekers naar gebruikt frietvet. Aangezien wij nog nooit
bedwantsen of overjarig frietvet geroken hebben, kunnen we dit niet
bevestigen.
Oude vruchtlichamen fungeren als voedselbron voor springstaarten (9).
Waar gevonden
Wij hebben kaneelkleurige
melkzwammen in Zuidhorn op allerlei plaatsen aangetroffen: in het Smitpark, langs de
Hanckemalaan, de
Boslaan en de Thorbeckestraat. En ook in het dorpsbos van Oldekerk. Steeds
bij eiken.
Literatuur
1. Courty PE, Bréda N, Garbaye J
(2007) Relation between oak tree phenology and the secretion of organic
matter
degrading enzymes by Lactarius quietus
ectomycorrhizas before and during bud break. Soil Biol Biochem
39:1655-1663.
2. Courty PE, Poletto M, Duchaussoy
F, Buée M, Garbaye J, Martin F (2008) Gene transcription in Lactarius quietus-Quercus petraea
ectomycorrhizas from a forest soil. Appl Environ Microbiol 74:6598-6605.
3. Courty PE, Pouysegur R, Buée
M, Garbaye J (2006) Laccase and phosphatase activities of the dominant
ectomycorrhizal types in a lowland oak forest. Soil Biol Biochem
38:1219-1222.
4. Hatanaka SI, Itzumi H, Tsuji
A (1975) L-2-amino-4-methylpimelic acid, a new amino acid from Lactarius species. Phytochemistry
14:1559-1560.
5. Keizer PJ, Arnolds E (1994)
Succession of ectomycorrhizal fungi in roadside verges planted with
common oak (Quercus robur L.) in
Drenthe, The
Netherlands. Mycorrhiza 4:147-159.
6. Krüger M u.Ä.
Eichen-Milchling. Document op de.wikipedia.org.
7. Lactarius quietus
(Fr.) Fr. - Oakbug Milkcap. Document op first-nature.com.
8.
Milburn J a.o. Lactarius queietus. Document
op en.wikipedia.org.
9. Sawahata T (2006) Hymenial
area of agaric fruit bodies consumed by Collembola.
Mycoscience 47:91-93.
10. Sterner O, Bergman R,
Kihlberg J, Wickberg B (1985) The sesquiterpenes of Lactarius
vellereus and their role in a proposed chemical defense
system. J Nat Prod 48:279-288.
11.
Tyler G (1992) Tree species
affinity of decomposer and ectomycorrhizal macrofungi in beech (Fagus sylvatica L.), oak (Quercus
robur L.) and hornbeam (Carpinus
betulus L.) forests. Forest
Ecology and Management 47:269-284.
Terug naar de
soortenlijst