Kastanjeboleet (Xerocomus badius)



De
kastanjeboleet is een forse paddenstoel (hoeddiameter 6 tot 10,
maximaal 15 cm) die groeit in naald- en gemengd bos, op de grond en op
vergane boomstompen (1). Hij kan ook in parkachtige omgeving
worden aangetroffen. De hoed is aanvankelijk halfbolvormig, later
gewelfd en meestal heel regelmatig van vorm (7). Oude exemplaren kunnen
een gegolfde randzone hebben en een deuk in het midden (7). De hoedrand is scherp. De steel van de paddenstoel heeft
de vorm van een cilinder, is 4 tot 9 cm lang en 1 tot 2 cm
breed, wat bleker van kleur dan de hoed en voorzien van donkerder
lengtestrepen (1,2,5,8). De poriënlaag aan de onderkant van de hoed is
aanvankelijk beige tot bleekgeel van kleur, maar later groengeel of
olijfkleurig. Bij kneuzen of beschadiging wordt hij dof blauwgrijs
(1,5). De poriën zijn aanvankelijk rond, maar worden later
hoekig. Ze zijn vrij klein (1 tot 3 per mm). Bij de aanhechting
van de steel onder de hoed is in de poriënlaag soms een inranding ("gootje")
te zien (2,5,7). Kastanjeboleten vormen ectomycorrhiza, o.a. met fijnspar, Picea abies (3), den en sommige loofbomen waaronder beuk (7,8), maar leven ook saprofytisch (1). Ze groeien dikwijls in de dikke, ruwe humuslaag onder bomen en struiken (7).
Naam
Het Griekse woord xeros betekent "droog" en kome is haardos, dus Xerocomus
betekent "droge pruik". Vermoedelijk heeft dit betrekking op het droge
en viltige hoedoppervlak (van jonge exemplaren). Bij oude exemplaren en
bij vochtig weer kan het hoedoppervlak kleverig zijn (1,5). De
soortnaam badius betekent "roodbruin". Boletus castaneus var. badius, Rostkovites badia, Viscipellis badia, Ixocomus badius, Suillus badius en Imleria badia zijn synoniemen van Xerocomus badius (1). De Nederlandse naam "kastanjeboleet" slaat op de kastanjebruine hoedkleur. De nieuwe genusnaam Imleria is een eerbetoon aan de Belgische mycoloog Louis Imler die leefde van 1900 tot 1993 (8).
Eetbaarheid/nut
Kastanjeboleten
fungeren als voedselbron voor bepaalde mijten en worden door
eekhoorns graag gegeten (1). Voor mensen zijn deze paddenstoelen ook
eetbaar. Sommige mensen vinden ze even lekker als eekhoorntjesbrood,
anderen achten ze minder smakelijk (1,8).
Er kunnen natuurlijke pigmenten uit de vruchtlichamen worden
geëxtraheerd (1). Een overzicht van de plantenstoffen en pigmenten die
in de paddenstoel zijn aangetroffen met hun geneeskrachtige
eigenschappen, is te vinden in twee Poolse artikelen (6,10). Chemische
structuren van de belangrijkste kleurstoffen uit de hoed zijn in een
Duits onderzoek bepaald (9). Onder moeilijke omstandigheden (zilte
grond of
droogte) kan de aanwezigheid van het mycelium van de kastanjeboleet de
kieming van graszaad verbeteren (4).
Waar gevonden
Wij
hebben kastanjeboleten gevonden in een openbaar
groenstrookje langs De Bongerd in Zuidhorn, in het Coendersbos in Nuis,
op een beschaduwde plek aan de rand van de Jilt Dijksheide bij Trimunt,
en in het bos aan de Kloosterweg bij Marum.
Literatuur
1. Imleria badia. Document op en.wikipedia.org.
2. Kastanjeboleet. Document op nl.wikipedia.org.
3. Kottke I, Qian XM, Pritsch K, Haug I, Oberwinkler F (1998) Xerocomus badius – Picea abies, an ectomycorrhiza of high activity and element storage capacity in acidic soil. Mycorrhiza 7:267-275.
4. Liu B, Liu X, Liu F, Ma H, Ma B, Peng L (2021) Stress tolerance of Xerocomus badius
and its promotion effect on seed germination and seedling growth of
annual ryegrass under salt and drought stresses. AMB Expr 11:15.
5. Maronen-Röhrling. Document op de.wikipedia.org.
6. Muszynska B, Kala K, Lazur J, Wlodarczyk A (2020) Imleria badia culinary-medicinal mushroom with interesting biological properties. Food Biosci 37:100663.
7. Noordeloos ME (2007) Hoe raak ik thuis in de boleten - 7. De fluweelboleten (Xerocomus) van Nederland. Coolia 50:1-20.
8. O'Reilly P (2023) Imleria badia (Fr.) Vizzini - Bay Bolete. Document op first-nature.com.
9. Steffan B, Steglich W (1984) Die Hutfarbstoffe des Maronenröhrlings (Xerocomus badius). Angew Chem 96:435-437.
10.
Wegiel J, Konska G, Guillot J, Muszynska B, Bohatier J, Kohlmünzer S
(2001) Isolation and antimitotic activity of polysaccharides from fruit
bodies of Xerocomus badius (Fr.) Kühn. ex Gilib. Acta Biol Cracov Ser Bot 43:59-64.
Terug naar de soortenlijst