Kopjesbekermos (Cladonia fimbriata)
Kopjesbekermos
is een algemeen voorkomend korstmos, dat groeit op zandige of lemige grond, op
rottend hout, of aan de stamvoet van bomen
(2,4,6,10). Het korstmos vormt holle stammetjes (podetiën)
die enkele centimeters hoog kunnen zijn en vrij plotseling in een
bokaal– of trechtervormige beker eindigen. De bekers kunnen 4
millimeter breed worden en zijn opvallend regelmatig van vorm (2,6).
Aan de rand bevinden zich dikwijls bruine pycnidiën, en veel minder
vaak donkerbruine apotheciën (1,9). Apotheciën zijn komvormige
“vruchtlichaampjes” waarin de geslachtelijke sporen van de schimmel
worden gevormd. Pycnidiën zijn kogelvormige “vruchtlichaampjes” waaruit
ongeslachtelijke sporen worden afgegeven. Het
onderscheid tussen apotheciën en pycnidiën is te zien op een Franse
website met fraaie foto’s (1). Op het substraat vormt
het thallus van kopjesbekermos grijsgroene “blaadjes” met een
witachtige
onderkant, die klein blijven (minder dan 1 bij 3 mm) en dikwijls weinig
talrijk zijn. Soms ontbreken de podetiën totaal en zijn alleen deze
grondschubben maar aanwezig (8). Het totale oppervlak van de
stammetjes, inclusief de binnenkant van de bekertjes, is met fijne
sorediën bedekt en
biedt daardoor een melige aanblik (1,2). Sorediën zijn structuren
waarmee het korstmos zich vegetatief kan voortplanten: stukjes thallus
waarin zich zowel enkele schimmeldraden als enkele algen bevinden.
Kopjesbekermos bevat stoffen die de groei van bacteriën en van
tumorcellen kunnen afremmen (5). De fotobiont in dit korstmos is een
groene alg uit het geslacht Trebouxia (7). De soort is buitengewoon veelvormig (3).
Naam
De genusnaam Cladonia is afgeleid van het Griekse woord klados, dat “spruit” betekent. De Latijnse soortnaam fimbriata betekent “vezelig” of “omzoomd”. Cladonia fimbriata betekent dus “omzoomde spruiten”. Dit heeft vermoedelijk betrekking op de aanblik die bekertjes met pycnidiën bieden.
Waar gevonden
We
hebben kopjesbekermos dikwijls gevonden rond het Smitpark in Zuidhorn, op de
grond en op een rottend houten hek dat is gemaakt van
bielzen. Ook
op een sterk vergane, liggende boomstam langs het fietspad
dat van de Lageweg naar het NAM park loopt (in Grijpskerk) was
kopjesbekermos jarenlang in fraaie staat te zien.
Literatuur
1. Cladonia fimbriata (L.) Fr. Document op: Association Française de Lichénologie, www.afl-lichenologie.fr.
2. Cladonia fimbriata (Trompetenflechte). Document op de.wikipedia.org.
3. Fink B (1904) Further notes on Cladonias. Cladonia fimbriata. Bryologist 7:21-27.
4. Harris GP (1971) The ecology of corticolous lichens I. The zonation on oak and birch in South Devon. J Ecol 59:431-439.
5. Kosanic M, Ristic S, Stanojkovic T, Manojlovic N, Rankovic B (2018) Extracts of five Cladonia lichens as sources of biologically active compounds. Farmacia 66:644-651.
6. Kowalewska A, Kukwa M, Ostrowska I, Jablonska A, Oset M, Szok J (2008) The lichens of the Cladonia pyxidata-chlorophaea group and allied species in Poland. Herzogia 21:61-78.
7. Peveling E (1969) Elektronenoptische Untersuchungen an Flechten II. Die Feinstruktur von Trebouxia-Photobionten. Planta 87:69-85.
8. Roelandse AA. Bekermos herkennen. Document op www.yavannah.nl.
9. Silverside AJ (2008) Cladonia fimbriata (L.) Fr. Images of British Lichens, lastdragon.org.
10. Sipman HJM (1973) The Cladonia pyxidata-fimbriata complex in the Netherlands, with description of a new variety. Acta Bot Neerl 22:490-502.
Terug naar de soortenlijst