Nevelzwammen groeien in de strooisellaag van loof- en naaldbossen en komen sinds de tweede helft van de twintigste eeuw vaker in Nederland voor. Nevelzwammen verschijnen pas laat in de herfst, wanneer de meeste bladeren al van de bomen zijn gevallen. Het mycelium leeft van de afbraak van dit dode plantaardige materiaal. Deze paddenstoelen groeien dikwijls in groepjes of in heksenkringen bijeen (1). De hoed kan een doorsnee van 5 tot 25 centimeter krijgen. In jonge toestand is hij gewelfd, later vlak en tenslotte trechtervormig verdiept. De hoedrand is dikwijls ingerold en kan gegolfd zijn. Bij droog weer is de kleur van het hoedoppervlak asgrauw tot wit, bij vochtig weer donkerder grijsbruin met een lichtere rand. In jonge toestand is de hoed aan de bovenzijde witachtig berijpt. De plaatjes aan de onderzijde staan dicht opeen, zijn wit of geelachtig en dikwijls wat aflopend langs de steel. De steel is fors, knotsvormig, vaak bedekt met vezelachtige ribbels en bij oude vruchtlichamen hol.
Naam
De genusnaam Clitocybe is afgeleid van de Griekse
woorden klitos en kube, en betekent "gebogen
hoofd". Dit zou kunnen wijzen op de plaatjes die schuin
langs de steel aflopen. De soortnaam nebularis ("van de nevelen")
is afgeleid van het Latijnse woord nebula,
dat "nevel" of
"mist" betekent. Dit zou betrekking kunnen hebben op de nevelgrijze
kleur van de hoed, maar ook op het tijdstip waarop de paddenstoel verschijnt:
laat in het jaar wanneer het al kouder begint te worden en er nevels tussen de
bomen hangen (11).
Eetbaarheid/nut
Van nevelzwammen wordt beweerd dat ze eetbaar zijn, maar de paddenstoel kan ingewandsstoornissen veroorzaken. Zweedse
onderzoekers hebben al in 1953 aangetoond dat de zwam een gifstof bevat die op
adenosine lijkt - nebularine (6). Andere
stoffen in de vruchtlichamen, waarvan de chemische structuur op nebularine lijkt, onderdrukken de groei van andere schimmels (4,5). Nevelzwammen bevatten ook plantenstoffen die als insecticiden werken:
proteaseremmers (2,3,9) en lectines (7,8,10). Mogelijk beschermen deze de vruchtlichamen tegen vraat.
Waar gevonden
Wij
hebben nevelzwammen
gevonden in een bosje tussen het noordelijk eind van de Boslaan en de
spoordijk. Nevelzwammen staan in het goede jaargetijde bovendien
dikwijls in groot aantal in de houtsingels tussen de
sportvelden. Buiten Zuidhorn hebben we de paddenstoel onder andere
aangetroffen in het Coendersbos bij Nuis en het heempark Tussen de
Venen in Muntendam.
Literatuur
1.
Aleman C u.ä. Nebelgrauer Trichterling. Document op de.wikipedia.org.
2.
Avanzo P, Sabotic J, Anzlovar S, Popovic T, Leonardi A, Pain RH, Kos J, Brzin J
(2009) Trypsin-specific inhibitors from the basidiomycete Clitocybe nebularis with regulatory and defensive functions.
Microbiology 155:3971-3981.
3.
Brzin J, Rogelj B, Popovic T, Strukelj B, Ritonja A (2000) Clitocypin, a new
type of cysteine proteinase inhibitor from fruit bodies of mushroom Clitocybe nebularis. J biol Chem
275:20104-20109.
4.
Hearst C, Nelson D, McCollum G, Sharma S, Rao JR (2013) Forest fairy ring fungi
Clitocybe nebularis, soil Bacillus spp., and plant extracts
exhibit in vitro antagonism on dieback Phytophtora
species. Natural Resources 4:189-194.
5.
Kim YS, Lee IK, Seok SJ, Yun BS (2008) Chemical constituents of the fruiting
bodies of Clitocybe nebularis and
their antifungal activity. Mycobiology 36:110-113.
6.
Löfgren N, Lüning B (1953) On the
structure of nebularine. Acta Chem Scand 7:225.
7.
Pohleven J, Brzin J, Vrabec L, Leonardi A, Cokl A, Strukelj B, Kos J, Sabotic J
(2011) Basidiomycete Clitocybe nebularis
is rich in lectins with insecticidal activities. Appl Microbiol Biotechnol
91:1141-1148.
8.
Pohleven J, Obermajer N, Sabotic J, Anzlovar S, Sepcic K, Kos J, Kralj B,
Strukelj B, Brzin J (2009) Purification, characterization and cloning of a
ricin B-like lectin from mushroom Clitocybe
nebularis with antiproliferative activity against human leukemic T cells.
Biochim Biophys Acta 1790:173-181.
9.
Sabotic J, Popovic T, Brzin J (2009) Aspartic proteases from Basidiomycete Clitocybe nebularis. Croat Chim Acta
82:739-745.
10.
Svajger U, Pohleven J, Kos J, Strukelj B, Jeras M (2011) CNL, a ricin B-like
lectin from mushroom Clitocybe nebularis,
induces maturation and activation of dendritic cells via the toll-like receptor
4 pathway. Immunology 134:409-418.
11.
Vermeulen H (z.j.) Nevelzwam (Clitocybe
nebularis). Brochure van www.natuureducatie.be.