Oesterzwam (Pleurotus ostreatus)

Oesterzwammen HanckemalaanOesterzwammen onderzijdeOesterzwammen Fanerweg

De oesterzwam is een algemene paddenstoel die zowel op dood hout als op levende bomen aanwezig kan zijn - meestal op de stammen van loofbomen, zoals populier, beuk, wilg en berk maar soms ook op die van naaldbomen, met name sparren. De schimmel moet dood hout vinden of  afgestorven weefsel in een levende gastheer om te kunnen groeien. De oesterzwam is niet alleen een opruimer van dood hout, maar ook een "vleeseter". Het mycelium voedt zich naast hout met nematoden (microscopisch kleine wormpjes) waaraan de oesterzwam stikstof onttrekt (10,11). De wormpjes worden gedood door een gifstof (of gifstoffen) uit de schimmel en vervolgens door hyfen van het mycelium verteerd (10). De paddenstoel heeft in jonge toestand een spatelvormige hoed. Later spreidt deze zich uit tot de typische schelpvorm. De hoedrand blijft lange tijd omgekruld. Het oppervlak is egaal leigrijs of bruingrijs van kleur en wordt bij het ouder worden lichter. De plaatjes aan de onderzijde zijn ivoorkleurig en lopen sterk af langs de steel. De vruchtlichamen groeien meestal  dicht bijeen in grote bundels.

Naam

De oorsprong van de naam "oesterzwam" is onzeker. Waarschijnlijk heeft deze betrekking op de bovenzijde van de hoed die qua vorm en kleur op een oester lijkt. Volgens anderen zou de smaak van de paddestoel aan oesters doen denken. Die laatste naamsafleiding lijkt ons onwaarschijnlijk. De genusnaam Pleurotus is afgeleid van het Griekse woord pleuron en betekent "zijdelings oor" of "oor aan de zijkant". DIt heeft betrekking op de steel die zijdelings aan de hoed is gehecht. De soortsnaam ostreatus betekent "oesterachtig" (12,13). 

Eetbaarheid/nut

Oesterzwammen worden op stro of zaagsel gekweekt voor menselijke consumptie. Men maakt daarbij gebruik van varianten van de paddenstoel uit het oosten van de Verenigde Staten die in tegenstelling tot de Europese variant gedurende een groot deel van het jaar vruchtlichamen kunnen vormen (7). Momenteel zijn oesterzwammen bij vrijwel iedere supermarkt en groentenboer verkrijgbaar. Het nuttigen van de vruchtlichamen zou  cholesterolverlagend kunnen werken aangezien zij lovastatine (en andere statines) bevatten (in grote hoeveelheden, tot wel 2.8% van het drooggewicht (1)). Lovastatine remt de aanmaak van cholesterol in de lever en verlaagt het cholesterol- en low density lipoproteïne-gehalte van het bloed (1,3-6,8-9).  Het aroma van verse vruchtlichamen wordt veroorzaakt door vluchtige aldehyden  (2).

Waar gevonden

Wij hebben oesterzwammen aangetroffen op dode, omgevallen boomstammen (langs de Hanckemalaan en Sportlaan), op dode stobben (in houtsingels tussen de sportvelden) en op een levende populier (in natuurpark de Oeverlanden, langs de Fanerweg). Doorgaans laat in het jaar, in oktober of november

Literatuur

1. Alarcón J, Aguila S, Arancibia-Avila P, Fuentes O, Zamorano-Ponce E, Hernández M (2003) Production and purification of statins from Pleurotus ostreatus (Basidiomycetes) strains. Z Naturforsch 58c:62-64.
2. Beltran-Garcia MJ, Estarron-Espinosa M, Ogura T (1997) Volatile compounds secreted by the oyster mushroom (Pleurotus ostreatus) and their antibacterial activities. J Agric Food Chem 45:4049-4052.
3. Bobek P, Galbavy S (1999) Hypocholesterolemic and antiatherogenic effect of oyster mushroom (Pleurotus ostreatus) in rabbits. Nahrung 43:339-342.
4. Bobek P, Ozdin L, Galbavy S (1998) Dose- and time-dependent hypocholesterolemic effect of oyster mushroom (Pleurotus ostreatus) in rats. Nutrition 14:282-286.
5. Bobek P, Ozdin L, Kuniak L (1994) Mechanism of hypocholesterolemic effect of oyster mushroom (Pleurotus ostreatus) in rats: reduction of cholesterol absorption and increase of plasma cholesterol removal. Z Ernährungswiss 33:44-50.
6. Bobek P, Ozdin L, Kuniak L (1996) Effect of oyster mushroom (Pleurotus ostreatus) and its ethanolic extract in diet on absorption and turnover of cholesterol in hypercholesterolemic rat. Nahrung 40:222-224.
7. Eger G, Eden G, Wissig E (1976) Pleurotus ostreatus - Breeding potential of a new cultivated mushroom. Theor Appl Genet 47:155-163.
8. Gunde-Cimerman N, Cimerman A (1995) Pleurotus fruiting bodies contain the inhibitor of 3-hydroxy-3-methylglutaryl-coenzyme A reductase - lovastatin. Exp Mycol 19:1-6.
9. Hossain S, Hashimoto M, Choudhury EK, Alam N, Hussain S, Hasan M, Choudhury SK, Mahmud I (2003) Dietary mushroom (Pleurotus ostreatus) ameliorates atherogenic lipid in hypercholesterolaemic rats. Clin Exp Pharmacol Physiol 30:470-475.
10. Kwok OCH, Plattner R, Weisleder D, Wicklow DT (1992) A nematicidal toxin from Pleurotus ostreatus NRRL 3526. J Chem Ecol 18:127-136.
11. Mamiya Y, Hiratsuka M, Murata M (2005) Ability of wood-decay fungi to prey on the pinewood nematode, Bursaphelenchus xylophilus (Steiner and Buhrer) Nickle. Jpn J Nematol 35:21-30.
12. Pleurotus ostreatus (Jacq.) P. Kumm. - Oyster Mushroom. Webdocument op www.first-nature.com.
13. Rockefeller A a.o. Oyster mushroom. Webdocument op en.wikipedia.org.

Terug naar de soortenlijst