Okergele stropharia (Stropharia coronilla)
OkergeleS2OkergeleS2OkergeleS3
De okergele stropharia is een bodembewonende paddenstoel die leeft van de afbraak van dood plantaardig materiaal. Hij kan gevonden worden in droog grasland, weilanden, wegbermen, bij heggen en langs bospaden met een grazige berm (3,9). Grazige, lichte groeiplaatsen hebben de voorkeur, en de bodem kan ofwel voedselarm of juist stikstofrijk zijn (3). Ook in kaal zand, tussen de helm in de buitenduinen, komt de zwam voor (5). De hoed van de vruchtlichamen heeft een doorsnee van 2 tot 5 cm. In jonge toestand is hij halfbolvormig. Later spreidt hij zich wat meer uit, maar blijft bol. De kleur is bleekgeel, citroengeel of okerkleurig en het oppervlak voelt bij vochtig weer enigszins vettig of kleverig aan. De steel van de paddenstoel is wit en heeft een vliezige ring die aan de bovenkant geribbeld is. Bij jonge exemplaren is de steel massief, maar bij veroudering wordt hij hol en bros, en breekt gemakkelijk. Onder de ring is de steel in de lengterichting gestreept (5). De plaatjes aan de onderzijde van de hoed zijn aanvankelijk bleek grijsbruin, later grauwviolet of grauwpaars, en hebben een lichtere en enigszins gehakkelde snede. De sporen hebben een donkerpurperen kleur (3). Wanneer de paddenstoel rijp wordt, komen er veel sporen op zijn ring terecht, waardoor de ribbels en groeven van de ring duidelijk zichtbaar worden (4,9,10). Aan de steelbasis zijn soms witte myceliumdraden te zien (4,10). De soort komt voor in Europa en Noord Amerika (10,11).

Naam
De soortnaam coronilla is een verkleinwoord van het Latijnse woord corona en betekent "kroontje" (aldus Merriam-Webster Dictionary). De genusnaam Stropharia is afgeleid van het Griekse woord strophos, dat "band" betekent. De vruchtlichamen van de soorten uit dit geslacht hebben een ring om de steel (10,11). Agaricus coronillus, Agaricus obturatus, en Stropharia obturata zijn synoniemen van Stropharia coronilla (10). In oude paddenstoelenboeken wordt de okergele stropharia "valse kampernoelje" genoemd. Blijkbaar vond men dat de vruchtlichamen op champignons (=kampernoeljes) leken en met champignons verwisseld konden worden.

Eetbaarheid/nut

Hoewel in allerlei bronnen wordt beweerd dat okergele stropharia's eetbaar maar niet smakelijk zijn, kunnen deze paddenstoelen niet worden verzameld om te worden gegeten daar er zowel in Europa als in Noord Amerika vergiftigingsgevallen zijn beschreven. In de omgeving van Bautzen, dichtbij het drielandenpunt Duitsland-Tsjechië-Polen, vertoonde een kudde schapen ernstige ziekteverschijnselen nadat de dieren een groot aantal okergele stropharia's hadden gegeten, en één dier kwam te overlijden (2). In de Amerikaanse staat Arkansas vertoonden twee jongens vergiftigingsverschijnselen nadat ze soep van okergele stropharia's hadden genuttigd. De verschijnselen bestonden aanvankelijk uit zware hoofdpijn en een gevoel van malaise, maar werden later gevolgd door darmkrampen, diarree, stekende pijn in de botten, hallucinaties en koorts. De symptomen waren twee dagen later verdwenen (12). De vruchtlichamen bevatten onder andere de hallucinogene stoffen psilocybine en psilocine (8). Omdat de paddenstoel een onaangename geur heeft en er meestal maar weinig exemplaren op een groeiplaats aanwezig zijn (10,11), is de kans dat mensen hem gaan plukken en eten gelukkig niet erg groot. Het mycelium van okergele stropharia's is voor biotechnologen interessant, omdat de schimmel in staat is om chemische stoffen af te breken die dikwijls betrokken zijn bij bodemverontreiniging (1,6,7). Sommige afbraakproducten die de schimmel vormt zijn echter nog steeds schadelijk, hoewel in mindere mate dan de oorspronkelijke chemicaliën (1).

Waar gevonden
Wij hebben okergele stropharia's gevonden in de grazige westberm van de oude Rijksstraatweg, iets ten noorden van de afslag van de Hooiweg.

Literatuur
1. Kabiersch G, Rajasärkkä J, Ullrich R, Tuomela M, Hofrichter M, Virta M, Hatakka A, Steffen K (2011) Fate of bisphenol A during treatment with the litter-decomposing fungi Stropharia rugosoannulata and Stropharia coronilla. Chemosphere 83:226-232.
2. Kießling R (2007) Die Vergiftung einer Schafherde durch Stropharia coronilla (Bull.) Quél. 1872. Document op www.dgfm-ev.de.
3. Krönchen-Träuschling. Document op de.wikipedia.org.
4. Kuo M (2016) Stropharia coronilla. Document op www.mushroomexpert.com.
5. Noordeloos ME (1994) Notities over de Strophariaceae 1: De soorten van Stropharia sectie Mundae in Nederland. Coolia 37(3):88-96.
6. Steffen KT, Hatakka A, Hofrichter M (2002) Removal and mineralization of polycyclic aromatic hydrocarbons by litter-decomposing basidiomycetous fungi. Appl Microbiol Biotechnol 60:212-217.
7. Steffen KT, Hatakka A, Hofrichter M (2003) Degradation of Benzo[a]pyrene by the Litter-Decomposing Basidiomycete Stropharia coronilla: Role of Manganese Peroxidase. Appl Environ Microbiol 69:3957-3964.
8. Sticht G, Käferstein H (2000) Detection of psilocin in body fluids. Forensic Science International 113:401-407.
9. Strophaire coronille. Document op mycorance.free.fr/valchamp.
10. Stropharia coronilla. Document op ultimate-mushroom.com.
11. Stropharia coronilla (Bull.) Quél. - Garland Roundhead. Document op www.first-nature.com.
12. Thomas HW, Mitchel DH, Rumack BH (1977) Poisoning from the mushroom Stropharia coronilla (Bull. ex Fr.) Quel. J Arkansas Med Soc 73:311-312.

Terug naar de soortenlijst