Oranje aderzwam (Phlebia radiata)
De
oranje aderzwam groeit als een korst op dood hout (liggende of nog
rechtopstaande stammen, stobben, en gevallen takken van naaldbomen
en diverse loofbomen, o.a. beuken en eiken. De vruchtlichamen beginnen
als kleine vlekken op de schors en worden later groter om uiteindelijk met elkaar te versmelten. Ze liggen plat op de ondergrond en zijn er stevig
mee verbonden. Omdat naburige
vruchtlichamen versmelten, kan de zwam tientallen
centimeters groot worden (5,12). Het
oppervlak van de korsten is gerimpeld, hobbelig, en
voorzien van talrijke bultjes, verdikkingen en
vreemdgevormde uitsteeksels. De sporen worden op dit geribbelde
oppervlak gevormd (5). Vooral aan de rand is de kleur van de korsten
vaak fel oranje, in het
midden is hij meestal grijzig met rozeachtige tinten. Het vlees
voelt wasachtig aan, maar wordt bij veroudering of uitdroging bros en
hard (11). De paddenstoel veroorzaakt witrot, doordat de schimmel
vooral de lignine van het hout afbreekt (1,6,12,13) met behulp van vele
enzymen, waaronder drie lignine peroxidases (10). De soort is
op het Noordelijk Halfrond
wijdverbreid (12). Volgens een Koreaans onderzoek waarin werd nagegaan welke paddenstoelen zich vestigden op liggende stammen van dennen (Pinus rigida, Pinus koraiensis) bleek de dennenharszwam (Phlebiopsis gigantea) de eerste kolonisator te zijn, terwijl de oranje aderzwam pas in de tweede fase van de successie verscheen (8). Ook op takken van eiken maakt de oranje aderzwam deel uit van de tweede successiefase (2,3). Tijdens in vitro proeven waarbij de competitie van schimmels werd onderzocht bleek de oranje aderzwam door het ruig huidje (Phanerochaete velutina) en de gewone zwavelkop (Psilocybe fascicularis) te kunnen worden verdrongen (14).
Naam
De genusnaam Phlebia betekent "geaderd". Het sporenvormende oppervlak van de paddenstoel is rimpelig en ziet eruit alsof er aders doorlopen. De Latijnse soortnaam radiata betekent "(uit)stralend" of "straalvormig".
Eetbaarheid/nut
De vruchtlichamen van Phlebia radiata zijn voor mensen oneetbaar (11). In een onderzoek naar voedselkeuze van aardwormen bleken schimmels uit de geslachten Fusarium en Mucor favoriet te zijn, en Phlebia radiata aanzienlijk minder graag te worden gegeten (4). Naast de oranjerode schorszwam (Peniophora incarnata) is de oranje aderzwam mogelijk een gastheer voor de parasitaire gele trilzwam (Tremella mesenterica) (15). Enzymen en het mycelium van Phlebia radiata zijn in de biotechnologie voor allerlei
doeleinden gebruikt (afbraak van hout, stro, chemisch afval,
verfstofresten), en ook voor de productie van bio-ethanol uit hout
(9). Oranje aderzwammen bevatten verschillende plantenstoffen met bacteriegroei remmende eigenschappen (7).
Waar gevonden
Wij
hebben grote vruchtlichamen van de oranje aderzwam gevonden op een
dode, nog rechtopstaande stam, vermoedelijk van een eik, langs een
onverhard fietspad dat vanaf Jonkersvaart (Gr.) naar Nuis (Gr.) loopt,
door het
Coendersbosch. Ook zagen we de paddenstoel op een liggende, dode stam
van een forse linde op de wierde van Godlinze (Gr.) en op een liggende,
omgevallen stobbe van een loofboom bij het oosteind van de Wederik in
Briltil (Gr.).
Literatuur
1. Ander P, Eriksson KE (1977) Selective degradation of wood components by white-rot fungi. Physiol Plant 41:239-248.
2.Boddy L, Rayner ADM (1983) Mycelial interactions, morphogenesis and ecology of Phlebia radiata and P.rufa from oak. Trans Br mycol Soc 80:437-448.
3. Boddy L, Rayner ADM (1983) Ecological roles of Basidiomycetes forming decay communities in attached oak branches. New Phytol 93:77-88.
4. Bonkowski M, Griffiths BS, Ritz K (2000) Food preferences of earthworms for soil fungi. Pedobiologia 44:666-676.
5. Cooke WB (1956) The genus Phlebia. Mycologia 48:386-405.
6.
Daniel G (2014) Fungal and bacterial biodegradation: White rots, brown
rots, soft rots, and bacteria. Chapter 2 in: Schultz T et al. (eds.)
Deterioration and Protection of Sustainable Biomaterials. ACS Symposium
Series, American Chemical Society, Washington DC, pp.23-58.
7. Giannetti BM, Steglich W, Quack W, Anke T, Oberwinkler F (1978) Merulinsäuren A, B und C, neue Antibiotika aus Merulius tremellosus Fr. und Phlebia radiata Fr. Z Naturforsch 33c:807-816.
8.
Kim GH, Lim YW, Choi YS, Kim MJ, Kim JJ (2009) Primary and secondary
decay fungi on exposed pine tree logs in the forest. Holzforschung
63:633-638.
9. Mattila H (2020) Phlebia radiata
as an ethanol producing fungus: Conversion of lignocelluloses and
metabolic regulation under hypoxia. PhD thesis, University of Helsinki.
10. Niku-Paavola ML, Karhunen E, Salola P, Raunio V (1988) Ligninolytic enzymes of the white-rot fungus Phlebia radiata. Biochem J 254:877-884.
11. Orangeroter Kammpilz Phlebia radiata. Document op tintling.com.
12. Phlebia radiata. Document op en.wikipedia.org.
13. Poot R (2019) Oranje aderzwam, kleur in de winter. Document op www.natuurfotografie.nl.
14.
White NA, Boddy L (1992) Extracellular enzyme localization during
interspecific fungal interactions. FEMS Microbiol Lett 98:75-80.
15. Zugmaier W, Bauer R, Oberwinkler F (1994) Mycoparasitism of some Tremella species. Mycologia 86:49-56.
Terug naar de soortenlijst