Oranjerode stropharia (Leratiomyces ceres)




Oranjerode
stropharia's leven van de
afbraak van dood plantaardig materiaal (hout dat door
mensen is versnipperd of tot zaagsel is vermalen). Niet duidelijk is of
de schimmel
met de houtsnippers meekomt, of dat het mycelium al aanwezig is in de
bodem en het strooien van houtresten de zwamvlok stimuleert om
vruchtlichamen
te vormen (2,3). De paddenstoel is afkomstig uit Australië of
Nieuw Zeeland en meegereisd met scheepsladingen. Hij is waarschijnlijk
met importen van Eucalyptus-bast (6) in West Europa en het westen
van Noord Amerika terecht gekomen (5,6,14).
Nederland was een belangrijke
toegangspoort voor West Europa (5,8). Hier werd de paddenstoel voor het
eerst waargenomen
in 1914 (5), in Duitsland pas in 1968 (7). Vanwege de gewoonte van
tuinbezitters en plantsoenendiensten om hout te versnipperen kon
de soort zich vervolgens snel
uitbreiden (1,10,12,13). De hoed van oranjerode stropharia's is
aanvankelijk
bol, later vlak uitgespreid, 1.5 tot 6 centimeter in doorsnee, en aan
de rand dikwijls
voorzien van witte velumresten. De plaatjes aan de onderzijde zijn
aanvankelijk
gebroken wit, om spoedig via bleekgrijs en olijfgroen naar donker
grijsbruin te
verkleuren (9-11). De steel van de paddenstoel is wit, aan de basis
dikwijls
rood aangelopen, en in jonge toestand bedekt met vezeltjes of schubjes.
De
aanvankelijk aanwezige broze ring verdwijnt bij oude exemplaren meestal
volledig
(9,11).
Naam De genusnaam Leratiomyces is een eerbetoon aan de Franse botanicus en plantenverzamelaar Auguste-Joseph Le Rat (1872-1910) (9). Op grond van moleculair biologisch
onderzoek wordt de paddenstoel tegenwoordig niet meer ingedeeld in het genus Stropharia (4). De naam Stropharia is afgeleid van
het woord strophium, dat
"ring" of "band" betekent. Aurantiaca betekent "oranje", ceres "kersrood". Stropharia
aurantiaca, Psilocybe aurantiaca, Hypholoma aurantiacum, Agaricus ceres en Naematoloma rubrococcineum zijn synoniemen van Leratiomyces ceres (9).
Eetbaarheid/nut De oranjerode stropharia is niet
eetbaar. Het eten van de paddenstoel veroorzaakt waarschijnlijk ingewandsstoornissen (9).
Waar
gevonden Oranjerode stropharia's verschenen in
2014 in de westberm van de Heemskerkstraat, ten noorden van de hoek met de
Sportlaan. Schijnbaar op de grond tussen het gras, maar op een plek
waar vanwege het rooien van bomen zaagsel en houtsnippers
in de bodem terecht waren gekomen.
In hetzelfde jaar verschenen ze ook op houtsnippers in de noordberm van
het wandelpad dat parallel loopt aan de Hooglanden en de Fanerweg, en
uitkomt op de Verlengde Hanckemalaan. In
2021 en 2022 hebben we de paddenstoel gezien in de berm van een
wandelpad rond de sportvelden, op houtsnippers onder een tuinheg langs
de Burgemeester Kruisingalaan, en op houtsnippers in onze eigen tuin
aan de Boslaan. In de heemtuin "Tussen de Venen" in Muntendam hebben we de soort ook aangetroffen.
Literatuur 1. Arnolds E, van den Berg A (2005)
De opkomst van snipperpaddestoelen. Coolia 48: 131–148. 2.
Bridge PD, Prior C (2007) Introduction or stimulation?: The association of Stropharia aurantiaca with bark and
wood-chip mulches. Eur J Soil Biol 43:101-108. 3.
Bridge PD, Prior C (2010) Growth and spread of the woodchip associated fungus Leratiomyces ceres in undisturbed garden
soils. Fungal Ecology 3:234-239. 4.
Bridge PD, Spooner BM, Beever RE, Park DC (2008) Taxonomy of the fungus
commonly known as Stropharia aurantiaca,
with new combinations in Leratiomyces.
Mycotaxon 103:109-121. 5.
Daams J (1991) Stropharia aurantiaca
in opmars. Coolia 34:37-44. 6.
Fortey R (2004) Psilocybe aurantiaca and
a case of mistaken identity. Field Mycology 5:77-80. 7.
Kajan E (1984) Pilzporträt Nr. 3: Stropharia
aurantiaca (Hypholoma aurantiacum). APN (Mitteilungsblatt der
Arbeitsgemeinschaft Pilzkunde Niederrhein) 2:9-12. 8. Kreisel H (2000) Ephemere und
eingebürgerte Pilze in Deutschland. In: Neozoen – Bereicherung oder Bedrohung der biologischen Vielfalt?
Braunschweig, 73-76. 9. Leratiomyces ceres (Cooke & Massee) Spooner & Bridge -
Redlead Roundhead. Document op www.first-nature.com. 10. Pegler DN, Legon NW (1998)
Profiles of fungi: Stropharia aurantiaca,
Psilocybe cyanescens. Mycologist
12:180-181. 11. Rockefeller A a.o. Leratiomyces ceres. Document op
en.wikipedia.org. 12.
Shaw PJA, Kibby G (2001) Aliens in the flowerbeds: The fungal biodiversity of ornamental
woodchips. Field Mycology 2:6-11. 13.
Shaw PJA, Butlin J, Kibby G (2004) Fungi of ornamental woodchips in Surrey. Mycologist
18:12-15. 14.
Vellinga EC (2008) Wood Chip Fungi: Agrocybe
putaminum in the San Francisco Bay Area. Fungi 1:5,37-39.
Terug naar de soortenlijst