Oranjerode schorszwam (Peniophora incarnata)

Schorszwam in SmitparkSchorszwam in Smitpark 2

Schorszwammen of "korstzwammen" zijn paddenstoelen met een eenvoudig vruchtlichaam, meestal in de vorm van een korst die aangedrukt ligt op het substraat. De korst bestaat uit een dunne laag van steriele hyfen (schimmeldraden), waarop het hymenium (kiemvlies) wordt aangelegd, dat de basidiën bevat die de sporen vormen (11,14). De oranjerode schorszwam is niet kieskeurig waar het de keuze van de houtsoort betreft, maar komt op allerlei soorten van dood hout voor (4-7,10,12). Zelfs op het hout van de wijnstok kan de soort worden aangetroffen (2). In Nederland wordt hij het meest op elzenhout gevonden. Hij leeft van de afbraak van stronken en takken en veroorzaakt witrot. De paddenstoel onderscheidt zich van andere houtzwammen door het feit dat hij ook droog hout kan aantasten.

Naam

De genusnaam Peniophora betekent "weefseldragend". De soortnaam incarnata is afgeleid van het Latijnse woord incarnatus, dat "vleeskleurig"  betekent. Gloeopeniophora incarnata is een synoniem van Peniophora incarnata (3).

Eetbaarheid/nut

De oranjerode schorszwam is niet eetbaar. Biotechnologen hebben belangstelling voor de soort omdat het mycelium in staat is om synthetische kleurstoffen af te breken. Er kunnen wellicht enzymen uit worden geïsoleerd die voor waterzuivering kunnen worden toegepast (1). Enkele genen van zulke enzymen zijn al gekloneerd (8,9). Sommige Peniophora-soorten - waaronder P.incarnata - worden geparasiteerd door trilzwammen, zoals de gele trilzwam (13).

Waar gevonden

Wij hebben de oranjerode schorszwam aangetroffen op gevallen takken in de zuidwestpunt van het Smitpark.

Literatuur

1. Balaes T, Mangalagiu I, Tanase C (2013) Lignicolous macromycetes: Potential candidates for bioremediation of synthetic dyes. Rev Chim 64:931-935.
2. Fischer M, Kassemeyer HH (2003) Fungi associated with Esca disease of grapevine in Germany. Vitis 42:109-116.
3. Hayashi Y (1974) Studies on the genus Peniophora Cke and its allied genera in Japan. Bull Gov For Exp Sta No.260.
4. Henningson B (1967) Physiology of fungi attacking birch and aspen pulpwood. Studia Forestalia Suecica Nr.52.
5. Henningson B (1967) Interactions between micro-organisms found in birch and aspen pulpwood. Studia Forestalia Suecica Nr.53.
6. Henningson B (1967) Microbial decomposition of unpeeled birch and aspen pulpwood during storage. Studia Forestalia Suecica Nr.54.
7. Laksefarvet Voksskind. Document op fugleognatur.dk.
8. Lee H, Jang Y, Kim GH, Kim JJ (2014) Cloning of a novel manganese peroxidase gene from Peniophora incarnata KUC8836. Wood Science and Technology Proceedings of Korea, 450-451.
9. Lee H, Kim GH, Kim JJ (2014) Cloning of a novel laccase gene from Peniophora incarnata KUC8836. Wood Science and Technology Proceedings of Korea, 448-449.
10. Luther B (2011) Resupinate Fungus of the Month: The genus Peniophora and the P.incarnata group. Spore Prints 475:4-6.
11. Noordeloos  M (2008) Korstzwammen (Corticiaceae) Document op paddenstoel.nl .
12. Ryberg M (2002)  Wood-inhabiting Basidiomycetes in cool temperate deciduous forest - Species richness and species density on different kinds of dead wood. M.Sc. thesis, University of Göteborg.
13. Zugmaier W, Bauer R, Oberwinkler F (1994) Mycoparasitism of some Tremella species. Mycologia 86:49-56.
14. Zystidenrindenpilze. Document op de.wikipedia.org.

Terug naar de soortenlijst