Plooivoetstuifzwam (Calvatia excipuliformis)
Plooivoetstuifzwammen
zijn algemeen voorkomende paddenstoelen, niet alleen in loofbos
maar ook in
wegbermen, gazons en weiden. De zwam leeft van de
afbraak van
dood organisch materiaal en groeit op de bodem. Zoals alle stuifzwammen
heeft
de plooivoetstuifzwam een bolvormig vruchtlichaam waarin de
sporen worden gevormd. Dit vruchtlichaam staat op een voetstuk met
een
geplooide wand (vandaar de Nederlandse naam). Wanneer de sporenmassa
rijp is,
scheurt de bol aan de bovenzijde open en komen de bruine sporen vrij.
Dit
"stuiven" wordt dikwijls op gang gebracht door een op de paddenstoel
vallende regendruppel, of doordat een dier op de zwam trapt. Nadat alle
sporen
zijn verspreid kan het voetstuk van de paddenstoel tot het volgend jaar
overblijven (1,7-9). De
vruchtlichamen kunnen behoorlijk groot worden (20 cm hoog, 12 cm
breed) maar
blijven vaak ook kleiner.
Naam
De genusnaam Calvatia
betekent "kaal" of "haarloos". De
Latijnse soortnaam excipuliformis is afgeleid
van het woord excipulum dat
"vat" betekent (een avondmaalskelk of een misbeker) en het woord
forma ("in de vorm van").
Na het stuiven van de sporen en het verdwijnen van de bovenkant van het
vruchtlichaam lijkt het overblijvende restant van de paddenstoel op
een drinkbeker. Handkea excipuliformis is een synoniem van Calvatia excipuliformis.
Eetbaarheid/nut
In
jonge toestand (wanneer het inwendige van de paddenstoel nog helemaal wit is)
zijn plooivoetstuifzwammen eetbaar. De "hoedhuid" en steel moeten
daartoe worden verwijderd. Maar plooivoetstuifzwammen kunnen hoge concentraties
zware metalen bevatten - de kans daarop is groot wanneer ze op
vervuilde grond groeien, of in de nabijheid van een weg (2,4,5,10). Het inhaleren van de
sporen van rijpe stuifzwammen is gevaarlijk en kan tot hevige allergische
reacties en longproblemen aanleiding geven (6). Voor de striptekenaar Marten
Toonder was dit aanleiding om stuifzwammen te laten optreden in het
Bommelverhaal "Het Platmaken" (1969). Stuifzwammen werden in de
Romeinse tijd al verzameld voor medicinale doeleinden (bloedstelping), mogelijk
ook als hulpmiddel bij het maken van vuur (3,11). Daarbij ging het vermoedelijk
niet om de plooivoetstuifzwam maar om de nauw verwante ruitjesbovist (Calvatia utriformis).
Waar
gevonden
Wij
hebben plooivoetstuifzwammen gevonden in de westberm van de Gast en
Westergast, in struikgewas aan het noordeind van de Boslaan bij de
spoordijk,
in perkjes met struiken langs de Stationsweg, en in de oostberm van het
Hoendiep O-zijde.
Literatuur
1.
Beutel-Stäubling. Document op de.wikipedia.org.
2. Borovicka J, Randa Z, Jelinek
E (2006) Antimony content of macrofungi from clean and polluted areas. Chemosphere
64:1837-1844.
3. Coetzee JC, van Wyk AE (2009)
The genus Calvatia (‘Gasteromycetes’,
Lycoperdaceae): A review of its ethnomycology and biotechnological
potential. Afr J Biotechnol 8:6007-6015.
4. Das N (2005) Heavy metals
biosorption by mushrooms. Natural Products Radiance 4:454-459.
5. Falandysz J, Kawano M,
Swieczkowski A, Brzostowski A, Dadej M (2003) Total mercury in wild grown
mushrooms and underlying soil from Wdzydze Landscape Park, northern Poland.
Food Chem 81:21-26.
6. Geiser M, Leupin N, Maye I,
Im Hof V, Gehr P (2000) Interaction of fungal spores with the lungs:
Distribution and retention of inhaled puffball (Calvatia excipuliformis) spores. J Allergy Clin Immunol 106:92-100.
7. Handkea excipuliformis. Document op en.wikipedia.org.
8. Ing B (1989) Puffballs.
Mycologist 3:126-127.
9.
Pestle Puffball. Document op first-nature.com.
10. Turkekul I, Elmastas M,
Tuzen M 92004) Determination of iron, manganese, zinc, lead and cadmium in
mushroom samples from Tokat, Turkey. Food Chem 84:389-392.
11. Watling R, Seaward MRD
(1976) Some observations on puffballs from British archaeological sites. J
Archaeol Sci 3:165-172.
Terug naar de soortenlijst