Poedergeelkorst (Candelariella reflexa)
Poedergeelkorst
is een algemeen korstmos op de schors van loofbomen, dat dikwijls
groeit op beschaduwde, stikstofrijke plaatsen (zoals stamvoeten
waar honden af en toe tegenaan plassen) (1,3,5). Soms kan deze
soort zich ook op dakpannen en muurtjes vestigen. Het thallus is geel
tot geelgroen van kleur en bestaat uit kleine schubjes (minder
dan 1 mm, meestal maar 0.1-0.2 mm diameter), die bepoederd lijken
wanneer er sorediën worden gevormd. Apotheciën ontbreken in Nederland
altijd, maar zijn in Frankrijk soms aanwezig (1). Poedergeelkorst is
stikstofminnend (2,4,6,8,11) en heeft een voorkeur voor groeiplaatsen
met een tamelijk droge lucht (2). Tegen intensief verkeer en belasting
met uitlaatgassen is het korstmos echter niet goed bestand (9).
Naam
De genusnaam Candelariella (“kaarskleurtje”, glanzend als de was van een kaars) is afgeleid van het Latijnse woord voor kaars (candelar) en het achtervoegsel ella. De soortnaam reflexa betekent “omgedraaid”of “teruggebogen”. Synoniemen van Candelariella reflexa zijn: Caloplaca reflexa, Candelaria reflexa, Candelariella sorediosa, Gyalolechia reflexa, Lecanora reflexa en Lecanora vitellina var. reflexa (1). Candelariella reflexa kan worden verward met andere Candelariella soorten (2,5).
Waar gevonden
Wij
hebben een meterslange streep van het thallus van de poedergeelkorst
gevonden aan de oostkant van de stam van een monumentale beuk, dichtbij
de plek waar de Wilhelminalaan overgaat in de Stationsweg. Zo’n
verticale strook op de stam van een laanboom schijnt voor dit korstmos
typerend te zijn (7). Een mogelijke oorzaak van dit groeipatroon is een
bastwond hoog in de boom met uitstromend voedselrijk floëemsap (10).
Literatuur
1. Association Française de Lichénologie, Candelariella reflexa. Document op www.afl-lichenologie.fr.
2. Bomble FW (2016) Die epiphytischen Candelariella-Arten im Aachener Stadtgebiet und Umgebung. Jahrb Bochumer Bot Ver 7:7-16.
3. Candelariella reflexa. Document op Dorset Nature, www.dorsetnature.co.uk.
4. De Bakker AJ (1989) Effects of ammonia emission on epiphytic lichen vegetation. Acta Bot Neerl 38:337-342.
5. Gérault A. Candelariella reflexa (Nyl.) Lettau. Document op Marine, Maritime and Oceanic Lichens, www.lichensmaritimes.org.
6.
Sparrius LB (2007) Response of epiphytic lichen communities to
decreasing ammonia air concentration in a moderately polluted area of
The Netherlands. Environmental Pollution 146:375-379.
7. Sparrius LB (2012) Poedergeelkorst. Document op verspreidingsatlas.nl.
8.
Spier L, Van Dobben H, Van Dort K (2010) Is bark pH more important than
tree species in determining the composition of nitrophytic or
acidophytic lichen floras? Environmental Pollution 158:3607-3611.
9.
Stapper NJ, Kricke R (2004) Epiphytische Moose und Flechten als
Bioindikatoren von städtischer Überwärmung, Standorteutrophierung und
verkehrsbedingten Immissionen. Limprichtia 24:187-208.
10. Van Herk C (1995) Korstmossen en ammoniak. Buxbaumiella 36:43-49.
11. Van Herk CM (1999) Mapping of ammonia pollution with epiphytic lichens in The Netherlands. Lichenologist 31:9-20.
Terug naar de soortenlijst