Porfieramaniet (Amanita porphyria)




De
porfieramaniet is een vrij zeldzame paddenstoel, die als ectomycorrhiza-partner bij verschillende loofbomen (eik,
beuk, berk) en ook bij naaldbomen (sparren, 9) kan verschijnen.
Volgens sommigen komt hij ook op heidevelden voor, waar hij
dan met struikheide mycorrhiza vormt (1). In Zweden, Denemarken en
Duitsland groeit de paddenstoel voornamelijk in naaldbossen
(2,11,12). De hoed van de porfieramaniet is aanvankelijk halfbolvormig
om zich later vlak uit te spreiden. Hij kan een diameter van 10 cm
bereiken. De kleur is variabel, purperbruin of meer grijsbruin (5,10),
vaak met radiale vezeltjes van dezelfde kleur. Er kunnen grijsbruine
restanten van het velum universale aanwezig zijn. Het hoedcentrum is
meestal donkerder van kleur dan de rand. De hoedrand is niet gestreept
(in tegenstelling tot de rand van bijvoorbeeld de roodbruine
slanke amaniet). De steel van de paddenstoel is vrij fors van bouw, tot
11 cm lang en 1.5 cm in diameter, en wordt naar boven toe dunner. Er is
aanvankelijk een witte ring aanwezig, die echter al vrij snel tegen de
steel aangeplakt raakt en dan roetgrijs wordt (2,10). Onder
de ring zijn er op de steel grijsbruine lengtevezels met een violette
tint aanwezig. De steelbasis is sterk verdikt en heeft een opvallende
beurs ("kraag" of "boord").
Naam
De genusnaam Amanita is een oude aanduiding voor een paddenstoel. De soortnaam porphyria betekent "in purper gekleed", dat wil zeggen: "purperkleurig" of "roodbruin". Agaricus recutitus, Agaricus porphyrius en Amanita recutita zijn synoniemen van Amanita porphyria (1).
Eetbaarheid/nut
Porfieramanieten zijn niet eetbaar. Ze bevatten in tegenstelling tot de groene knolamaniet weliswaar nauwelijks amatoxines (levensgevaarlijke remmers van het enzym RNA-polymerase), maar wel de stof bufotenine (4-hydroxy-indolmethyl-dimethylamine) die hallucinaties en
angstaanvallen kan veroorzaken (4,6-8,12,15). Evenals vele andere
paddenstoelsoorten bevatten porfieramanieten antioxidanten in vrij
grote hoeveelheden (13). Het sporenvormende weefsel van de porfieramaniet fungeert
als voedselbron voor springstaarten (14).
Waar gevonden
We
hebben porfieramanieten op twee plaatsen aangetroffen: in de
noordberm van de Hanckemalaan, vlakbij de locatie van de voormalige
basisschool De Borgh, en in de westberm van de Wilhelminalaan, iets ten
zuiden van de kruising met het Boltslaantje. Op de eerste plaats bij
een eik, op de tweede plek bij beuken en haagbeuken. We kenden de
paddenstoel niet. Door museum Naturalis in Leiden werd hij
geïdentificeerd als de porfieramaniet. De paddenstoel was wel bekend
van het natuurgebied Appèlbergen bij Haren (3).
Literatuur
1. Amanita porphyria Alb. & Schwein. - Grey Veiled Amanita. Webdocument op www.first-nature.com.
2. Beardslee HC (1905) The Amanitas of Sweden. J Mycol 11:212-216.
3. Boelens H, Huiskens GJ, Van de Ven K (2002) Excursiegids voor het natuurgebied Appèlbergen. IVN Natuurgidsencursus Leek.
4. Catalfomo P, Tyler VE (1961) Investigation of the free amino acids and Amanita toxins in Amanita species. J Pharm Sci 50:689-692.
5. Curti P (2003) Amanita porphyria (Alb. & Schw.: Fr.) Mlady. Webdocument op www.funghiitaliani.it.
6. Ford WW, Clark ED (1914) A consideration of the properties of poisonous fungi. Mycologia 6:167-191.
7. Giebelmann R (2006) Kulturgeschichtliches zu Wulstlingen. Toxichem und Krimtech 73:95-98.
8.
Gonmori K, Fujita H, Yokoyama K, Watanabe K, Suzuki O (2011) Mushroom
toxins: a forensic toxicological review. Forensic Toxicol 29:85-94.
9.
Natel P, Neumann P (1992) Ecology of ectomycorrhizal Basidiomycete
communities in a local vegetation gradient. Ecology 73:99-117.
10. Porfieramaniet. Webdocument op nl.wikipedia.org.
11. Porfyr-Fluesvamp (Amanita porphyria). Webdocument op www.fugleognatur.dk.
12. Porphyrbrauner Wulstling Amanita porphyria. Webdocument op tintling.com.
13.
Reis FS, Pereira E, Barros L, Sousa MJ, Martins A,
Ferreira ICFR (2011) Biomolecule profiles in inedible wild mushrooms
with antioxidant value. Molecules 16:4328-4338.
14. Sawahata T (2006) Hymenial area of agaric fruit bodies consumed by Collembola. Mycoscience 47:91-93.
15. Seeger R (1984) Zeitungspapiertest für Amanitine - falsch-positive Ergebnisse. Z Mykol 50:353-359.
Terug naar de soortenlijst