Rimpelige koraalzwam (Clavulina rugosa)

Koraalzwammetjes StationswegKoraalzwammetje detailKoraalzwammetjes Zuidhorn

De rimpelige koraalzwam is een mycorrhiza-partner van zowel loof- als naaldbomen (6), onder andere linde (1) en gewone zilverspar (10). In Estland werd de soort gerapporteerd uit een naaldbos met fijnsparren, en een gemengd bos met fijnsparren, ratelpopulieren, berken en lijsterbessen (9). Het is een kleine witte paddenstoel die, alleenstaand of in groepjes, op de bemoste bodem langs bospaden kan verschijnen, zowel in naaldbos als loofbos of gemengd bos (9). De vruchtlichamen zijn zuilvormig en hebben een rimpelig oppervlak. Ze zijn op dwarsdoorsnede afgeplat en bezitten maar weinig, onregelmatig gevormde, vertakkingen (4,7,8). De uiteinden van deze vertakkingen zijn stomp, terwijl ze bij andere koraalzwammen dikwijls scherp zijn (4). Op het oppervlak van het bovenste deel van het vruchtlichaam worden de sporen gevormd. Er bestaat een zeldzame vorm van de zwam met een afwijkend uiterlijk. Het vruchtlichaam heeft dan dezelfde vorm als de paddenstoel Mitrula paludosa, het beekmijtertje (2). 

Naam
De genusnaam Clavulina ("knotsje") is afgeleid van het Latijnse woord voor "knots".
De soortnaam rugosa betekent "gerimpeld" of "ruw". Clavaria rugosa, Clavaria grossa, Clavaria canaliculata en Ramaria rugosa zijn synoniemen van Clavulina rugosa (4). Volgens een moleculair-biologisch onderzoek is Clavulina rugosa niet één enkele soort, maar een complex van minstens twee verschillende soorten (8). 

Eetbaarheid/nut
Van de rimpelige koraalzwam wordt beweerd dat hij eetbaar is, maar vanwege zijn zeldzaamheid en zijn kleine afmetingen heeft het verzamelen van de paddenstoel geen enkele zin. Door de plattelandsbevolking van Mexico worden de vruchtlichamen toch gegeten (5).
 

Waar gevonden
Wij hebben rimpelige koraalzwammen aangetroffen in een greppel langs de Stationsweg, onder lindebomen, en in de voortuin van een huis aan de Wilhelminalaan, die wordt beschaduwd door beuken.
 

Literatuur
1. Alzetta C, Scattolin L, Scopel C, Accordi SM (2012) The ectomycorrhizal community in urban linden trees and its relationship with soil properties.
Trees 26:751-767.
2. Cercley P, Lenne M (2007) Clavulina rugosa f. mitruloides, une forme surprenante ! Revue du Cercle de Mycologie de Bruxelles 7:37-44.
3. Clavulina rugosa (Bull.: Fr.) Schroet. Document op micoex.org.
4. Clavulina rugosa (Bull.) J. Schröt. - Wrinkled Club Fungus.
Document op first-nature.com.
5. De Avila A, Welden AL, Guzmán G (1980) Notes on the ethnomycology of Hueyapan, Morelos, Mexico. J Ethnopharmacol 2:311-321.
6. De rimpelige koraalzwam (Clavulina rugosa). Document op maatlanden.wordpress.com.
7. Kuo M (2007) Clavulina rugosa. Document op mushroomexpert.com.
8. Olariaga I, Jugo BM, Garcia-Etxebarria K, Salcedo I (2009) Species delimitation in the European species of Clavulina (Cantharellales, Basidiomycota) inferred from phylogenetic analyses of ITS region and morphological data.
Mycol Res 113:1261-1270.
9. Shiryaev A (2009) Diversity and distribution of clavarioid fungi in Estonia.
Folia Cryptog Estonica 45:65-80.
10. Wazny R (2014) Ectomycorrhizal communities associated with silver fir seedlings (Abies alba Mill.) differ largely in mature silver fir stands and in Scots pine forecrops. Ann Forest Sci 71:801-810.

Terug naar de soortenlijst