Roestvlekkenzwam (Rhodocollybia maculata)
De
roestvlekkenzwam groeit
meestal onder naaldbomen, maar kan in zeldzame gevallen ook onder loofbomen (eiken,
haagbeuken, beuken) worden aangetroffen. Het mycelium leeft van de
afbraak van grof
strooisel
(naalden, bladeren en gevallen takjes). De vruchtlichamen kunnen
behoorlijk groot
worden, met een hoeddoorsnee van 3 tot (maximaal) 11 cm (1).
Ze
groeien meestal in groepjes of heksenkringen bijeen (4,6). De
hoedrand is ingerold en bij oude exemplaren ook dikwijls
gegolfd (6). De plaatjes aan de onderzijde van de hoed zijn dun en staan
dicht opeen; ze zijn geelachtig wit van kleur, soms met een tintje
roze, en worden uiteindelijk roodbruin. Bij de steel zijn ze afgerond
aangehecht. De snede van de plaatjes is getand of ingekeept. Volgens
een Spaanse website is de roestvlekkenzwam een typische
herfstpaddenstoel (5).
Naam
De
genusnaam Collybia
is van een Grieks woord afgeleid dat "geldstukje" of "muntje" betekent,
terwijl het voorvoegsel Rhodo-
("roos") vermoedelijk slaat op rode of roze tinten van de
vruchtlichamen. De Latijnse soortnaam maculata
betekent "gevlekt". De
Nederlandse naam "roestvlekkenzwam" heeft betrekking op de eigenschap van de
vruchtlichamen om bij het ouder worden vlekken te
ontwikkelen. In jonge toestand zien ze er maagdelijk
wit of
cremekleurig uit, maar al spoedig verschijnen er opvallende
roodachtige of
roestkleurige vlekken: meestal het eerst op de bovenkant van de hoed,
later aan de steelbasis en uiteindelijk ook op de plaatjes
(14). Agaricus
maculatus en Collybia
maculata zijn synoniemen van Rhodocollybia
maculata (13,14).
Eetbaarheid/nut
Vanwege zijn bittere smaak
wordt de roestvlekkenzwam beschouwd als een oneetbare paddenstoel (4-6,13,14). Wie
er ondanks de bittere smaak enkele opeet kan
bovendien ingewandsstoornissen krijgen (7). De chemische
structuur van bepaalde plantenstoffen uit de paddenstoel (collybolide, isocollybolide, deoxycollybolidol en
vijf andere sesquiterpenen) is vastgesteld (2,3).
De vruchtlichamen bevatten purines die de groei van andere
schimmels en de vermeerdering van virussen kunnen remmen (9). Wanneer
de paddenstoel op een
vervuilde bodem groeit, kan hij arsenicum bevatten, maar in
vergelijking met fopzwammen zijn de arsenicum concentraties in de roestvlekkenzwam niet hoog (8). Biotechnologen
zijn geïnteresseerd in de productie van exopolysacchariden door het
mycelium van Rhodocollybia maculata, aangezien deze verbindingen
anti-tumor eigenschappen bezitten, het immuunsysteem stimuleren, en het
bloedsuikergehalte verlagen (10-12).
Waar
gevonden
In
Zuidhorn hebben we nog nooit roestvlekkenzwammen aangetroffen, maar we
hebben de paddenstoel wel gezien in Nanninga's Bos en het Harense Bos, steeds onder
dennen. Omdat zo'n "roestende paddenstoel" best bijzonder is,
vonden
we dat deze soort op onze website niet mocht ontbreken.
Literatuur
1. Bas C, Kuyper TW, Noordeloos ME, Vellinga EC, Van Crevel R, Van Os J
(eds.) Collybia maculata.
In: Flora Agaricina Neerlandica, Vol.3. Boca Raton,FL: CRC Press.
pp.120-121.
2.
Bui AM, Cavé A, Janot MM, Parello J, Potier P (1974) Isolement et
analyse structurale du collybolide, nouveau sesquiterpène extrait de Collybia maculata
Alb. et Sch. ex Fries (Basidiomycetes).
Tetrahedron 30:1327-1336.
3. Castronovo F, Clericuzio M, Toma L, Vidari G (2001) Fungal
metabolites, Part 45: The sesquiterpenes of Collybia maculata
and Collybia peronata.
Tetrahedron 57:2791-2798.
4. Collybia maculata
(Alb & Schw: Fr.) Kummer. Document op funghiitaliani.it.
[mooie foto's]
5. Garcia Bona LM. Rhodocollybia
maculata var.maculata (Alb. & Schwein.) Singer. Document op guiahongosnavarra1garciabona.blogspot.nl.
6. Gefleckter Rosasporrübling. Document op de.wikipedia.org.
7. Gefleckter Rübling, Gefleckter Rosasporrübling. Document op 123pilze.de.
8. Kuehnelt D, Goessler W, Irgolic KJ (1997) Arsenic compounds in
terrestrial organisms I. Collybia
maculata, Collybia butyracea and Amanita muscaria
from arsenic smelter sites in Austria. Appl Organometallic Chem
11:289-296.
9.
Leonhardt K, Anke T, Hillen-Maske E, Steglich W (1987) 6-Methylpurine,
6-methyl-9-ß-D-ribofuranosylpurine, and
6-hydroxymethyl-9-ß-D-ribofuranosylpurine as antiviral metabolites of Collybia maculata
(Basidiomycetes) [1]. Z Naturforsch 42c:420-424.
10.
Lim JM, Kim SW, Hwang HJ, Joo JH, Kim HO, Choi JW, Yun JW (2004)
Optimization of medium by orthogonal matrix method for submerged
mycelial culture and exopolysaccharide production in Collybia maculata.
Appl Biochem Biotechnol. 119:159-170.
11.
Lim JM, Joo JH, Kim HO, Kim HM, Kim SW, Hwang HJ, Yun JW (2005)
Structural analysis and molecular characterization of
exopolysaccharides produced by submerged mycelial culture of Collybia maculata
TG-1. Carbohydrate Polymers 61:296-303.
12.
Lim JM, Yun JW (2006) Enhanced production of exopolysaccharides by
supplementation of toluene in submerged culture of an edible mushroom Collybia maculata
TG-1. Process Biochemistry 41:1620-1626.
13. Rhodocollybia maculata. Document op micoroda.es.
14. Rhodocollybia
maculata (Alb. & Schwein.) Singer - Spotted
Toughshank. Document op first-nature.com.
Terug naar de soortenlijst