Smal
bekermos (Cladonia
coniocraea)


Smal
bekermos is een algemeen korstmos dat vooral groeit op bomen met zure
schors (zoals eiken) en dood of rottend hout (10,11,12). Op rottend
beukenhout heeft deze soort zijn optimum in verteringsstadium 4, dat
wil zeggen: op hout dat al ver is vergaan (13). In zeldzame gevallen
kan het ook op de
grond gedijen, bij voorbeeld op venige heidegrond en op
steilkantjes in bossen (2,7). In de ondergrond zijn er dan dikwijls
strooisel of halfvergane resten van struiken of bomen aanwezig
(11). De soort is zelfs aangetroffen in warme kassen van een
botanische tuin in Berlijn (8). Smal bekermos wordt gekenmerkt door het
bezit van tamelijk kleine (1 tot 3 cm lange), grijsgroene (bij nat weer
groene) opstaande, onvertakte en dikwijls enigszins gekromde
"steeltjes" (podetiën)
die grotendeels met meelachtige sorediën
zijn bedekt maar aan de basis meestal een zone hebben die
beschubd is. De meeste podetiën
hebben een puntige top, maar wat forsere exemplaren
kunnen bruine bekertjes aan het eind hebben die nauwelijks breder zijn
dan het steeltje waarop ze staan (2,3,4,7). De grondschubben van dit
bekermos zijn van boven dofgroen (bij nat weer helderder groen)
en van onderen bleek. Ze zijn heel variabel van
vorm en middenonder dikwijls soredieus (2,3,7,9). De soort is relatief goed
bestand tegen zure regen maar minder goed tegen stikstofbemesting
(2,7). Het
thallus bevat bepaalde plantenstoffen die specifiek zijn voor
korstmossen, zoals protocetraarzuur en fumaarprotocetraarzuur (5).
Naam
De genusnaam Cladonia is
afgeleid van het Griekse woord klados, dat
“tak"of "twijg” betekent. De soortnaam coniocraea verwijst
naar de poedervormige sorediën op de podetiën, het
Griekse werkwoord konioo
betekent namelijk "bestrooien" of "met stof bedekken". De toevoeging craea is wellicht afgeleid van het
werkwoord krainoo
(bereiken, vervullen) en heeft vermoedelijk betrekking op het
feit
dat het poeder niet tot de basis van de podetiën reikt (6). Cenomyce coniocraea
is een synoniem van Cladonia
coniocraea (1).
Waar
gevonden
Wij
hebben smal bekermos gevonden in de tuin van een
woonhuis in Zuidhorn en in allerlei bossen: de Maatlanden in
Roden, het Coendersbos bij
Nuis, en het Haarsterbos bij De Haar. Op dood hout, of op de
stamvoet van eiken.
Literatuur
1. Ahti T, De Priest P
(2005) Proposals to conserve eight names and reject one species name in
Cladoniaceae (Fungi).
Taxon 54:183-188.
2. Brabban D, Cannon P
(2023) Cladonia
coniocraea. Document op britishlichensociety.org.uk.
3. Cladonia coniocraea.
Document op de.wikipedia.org.
4. Cladonia coniocraea.
Document op dorsetnature.co.uk.
5. Guwak M (2015) Cladonia coniocraea
(Flörke) Spreng. [= Cladonia
ochrochlora Flörke]. Mikroskopie 2:114-115.
6. Nelson D (2021) Cladonia coniocraea.
Document op 10000thingsofthepnw.com.
7. Pino-Bodas R,
Sanderson N, Cannon P et al. (2021) Lecanorales: Cladoniaceae, including
the genera Cladonia,
Pilophorus and Pycnothelia.
Revisions of British and Irish Lichens 26:1-45.
8. Poelt J (1968) Cladonia coniocraea
im warmen Gewächshaus. Herzogia 1:59-60.
9. Roelandse AA (2023)
Smal bekermos (Cladonia
coniocraea). Document op yavannah.nl.
10. Smal bekermos.
Document op nl.wikipedia.org.
11. Toetenel H (2013)
Korstmossen in Solleveld. Holland's Duinen 62:38-52.
12.
Van den Broeck D (2005) Korstmossen op zomereiken in het Nationaal Park
Hoge Kempen: Bio-indicatoren van luchtverontreiniging en
klimaatwijzigingen. Likona Jaarboek 15:44-49.
13. Van Dort K, Van Hees A
(2003) Mossen en korstmossen op dood beukenhout. Nederlands Bosbouw
Tijdschrift 2003:6-9.
Terug naar de soortenlijst