Dikke vaalblauwe kaaszwam (Postia subcaesia)

Vaalgrauwe kaaszwam (bovenaanzicht)Vaalgrauwe kaaszwam (zijaanzicht)Vaalgrauwe kaaszwam (onderzijde)

Kaaszwammen behoren tot dezelfde familie als elfenbankjes, tonderzwammen, zadelzwam en dennenvoetzwam. Het vruchtlichaam van kaaszwammen is echter bijzonder sappig en zacht van structuur. Vandaar dat kaaszwammen in Duitsland "Saftporlinge" worden genoemd (9). De hoed van de dikke vaalblauwe kaaszwam heeft een harig oppervlak en witte, bruinachtige en grijsblauwe tinten (6). In tegenstelling tot andere kaaszwammen is Postia subcaesia een paddenstoel die normaliter niet op dood naaldhout, maar op loofhout groeit (6). Volgens Duitse en Montenegrijnse publikaties kan het daarbij gaan om beuk, eik, iep, esdoorn, es, haagbeuk, hazelaar, populier, vlier, en els (3,4,10), en moeten de stammen een diameter hebben van minstens enige centimeters (3). In het Middellandse zeegebied groeit de paddenstoel ook op hout van exotische eikensoorten zoals de hulsteik (1) en op hout van de aardbeiboom Arbutus unedo (2). Volgens het Overzicht van Paddenstoelen in Nederland kan de zwam bovendien op wilgenhout worden aangetroffen. De paddenstoel veroorzaakt bruinrot door vooral de cellulose uit het hout af te breken, en de lignine relatief intact te laten (7). Hij komt vooral voor in halfnatuurlijke, ecologisch beheerde, bossen en parkbossen. In intensief beheerde productiebossen en in echte natuurreservaten wordt de soort minder vaak waargenomen (5).

Naam
De genusnaam Postia is een eerbetoon aan de Zweedse natuuronderzoeker Hampus von Post, die leefde van 1822 tot 1911.
De soortnaam subcaesia betekent "blauwgrijs lijkend". Oligoporus subcaesius is een synoniem van Postia subcaesia. De genusnaam Oligoporus betekent "met weinig poriën". In paddenstoelnamen kan het ook betekenen: "met kleine poriën". Volgens een Pools artikel behoren de kleine vruchtlichamen die in Noord Europa worden aangetroffen en de grotere vruchtlichamen uit het Middellandse Zeegebied tot verschillende soorten. De mediterrane mogen de naam Postia subcaesia houden, maar de Noord Europese zouden Postia alni moeten gaan heten (8). In Nederland komen beide  vormen voor, en ze worden tegenwoordig inderdaad beschouwd als afzonderlijke soorten: de dikke en de dunne vaalblauwe kaaszwam.

Eetbaarheid/nut
De dikke vaalblauwe kaaszwam is niet eetbaar.

Waar gevonden
Wij hebben deze soort aangetroffen op een dode, omgevallen loofboom in de houtsingel ten noorden van het wandelpad dat loopt van de Sportlaan naar de Poon.Buiten Zuidhorn hebben we de paddenstoel ook wel eens gevonden, onder andere in het Kleibos bij Roderwolde (Dr.).

Literatuur
1. Bernicchia A, Benni A, Venturella A, Gargano ML, Saitta A, Gorjón SP (2008) Aphyllophoraceous wood-inhabiting fungi on Quercus spp. in Italy. Mycotaxon 104:425-428.
2. Gorjón SP, Bernicchia A, Gibertoni BT (2006) Aphyllophoraceous wood-inhabiting fungi on Arbutus unedo in Italy. Mycotaxon 98:159-162.
3. Helfer W, Schmid H(1999)Das Vorkommen holzbewohnender Pilze in Abhängigkeit vom Substratdurchmesser. Z Mykol 65:173-186.
4. Lazarevic J, Peric B, Peric O (2009) Decay fungi of Mediterranean and submediterranean part of Montenegro. In: Proceedings of the International Scientific Conference “Forestry in Achieving Millennium Goals”, Novi Sad, p.339-348.
5. Müller J, Engel H, Blaschke M (2007) Assemblages of wood-inhabiting fungi related to silvicultural management intensity in beech forests in southern Germany. Eur JForest Res 126:513-527.
6. Noens L. Oligoporus subcaesius. Document op people.zeelandnet.nl/lnoens.
7. Oligoporus. Document op de.wikipedia.org.
8. Piatek M (2003) Notes on Polish Polypores 1. Oligoporus alni, comb.nov. Polish Botanical Journal 48:17-20.
9. Saftporling. Document op de.wikipedia.org.
10. Unterseher M, Otto P, Morawetz W (2005) Species richness and substrate specificity of lignicolous fungi in the canopy of a temperate, mixed deciduous forest. Mycol Progr4:117-132.

Terug naar de soortenlijst