Kaaszwammen behoren tot dezelfde
familie als elfenbankjes, tonderzwammen, zadelzwam en dennenvoetzwam. Het
vruchtlichaam van kaaszwammen is echter bijzonder sappig en zacht van
structuur. Vandaar dat kaaszwammen in Duitsland "Saftporlinge" worden genoemd (9). De hoed van de
dikke vaalblauwe kaaszwam heeft een harig oppervlak en witte, bruinachtige en
grijsblauwe tinten (6). In tegenstelling tot andere kaaszwammen is Postia subcaesia een paddenstoel
die normaliter niet op dood naaldhout, maar op loofhout groeit (6). Volgens
Duitse en Montenegrijnse publikaties kan het daarbij gaan om beuk, eik, iep,
esdoorn, es, haagbeuk, hazelaar, populier, vlier, en els (3,4,10), en moeten de
stammen een diameter hebben van minstens enige centimeters (3). In het
Middellandse zeegebied groeit de paddenstoel ook op hout van exotische
eikensoorten zoals de hulsteik (1) en op hout van de aardbeiboom Arbutus unedo (2). Volgens het Overzicht
van Paddenstoelen in Nederland kan de zwam bovendien op wilgenhout worden
aangetroffen. De paddenstoel veroorzaakt bruinrot door vooral de cellulose uit
het hout af te breken, en de lignine relatief intact te laten (7). Hij komt
vooral voor in halfnatuurlijke, ecologisch beheerde, bossen en
parkbossen. In intensief beheerde productiebossen en in echte natuurreservaten
wordt de soort minder vaak waargenomen (5).
Literatuur
1. Bernicchia A, Benni A, Venturella
A, Gargano ML, Saitta A, Gorjón SP (2008) Aphyllophoraceous wood-inhabiting
fungi on Quercus spp. in Italy.
Mycotaxon 104:425-428.
2. Gorjón SP, Bernicchia A, Gibertoni
BT (2006) Aphyllophoraceous wood-inhabiting fungi on Arbutus unedo in Italy. Mycotaxon 98:159-162.
3. Helfer W, Schmid H(1999)Das Vorkommen holzbewohnender Pilze in Abhängigkeit vom
Substratdurchmesser. Z Mykol 65:173-186.
4.
Lazarevic J, Peric B, Peric O (2009) Decay fungi of Mediterranean and
submediterranean part of Montenegro. In: Proceedings of the International
Scientific Conference “Forestry in Achieving Millennium Goals”,
5.
Müller J, Engel H, Blaschke M (2007) Assemblages of wood-inhabiting fungi
related to silvicultural management intensity in beech forests in southern
6.
Noens L. Oligoporus subcaesius. Document op people.zeelandnet.nl/lnoens.
7.
Oligoporus. Document op
de.wikipedia.org.
8.
Piatek M (2003) Notes on Polish Polypores 1. Oligoporus alni, comb.nov. Polish Botanical Journal 48:17-20.
9.
Saftporling. Document op de.wikipedia.org.
10.
Unterseher M, Otto P, Morawetz W (2005) Species richness and substrate
specificity of lignicolous fungi in the canopy of a temperate, mixed deciduous
forest. Mycol Progr4:117-132.