Violetvlekkende moerasmelkzwam (Lactarius aspideus)
De violetvlekkende
moerasmelkzwam is een zeldzame (4,6,8,9,11), nogal kleine
paddenstoel die in nauwe samenwerking (ectomycorrhiza)
leeft met bepaalde loofbomen. Volgens vele
artikelen heeft hij een voorkeur voor wilgen (boswilg, geoorde wilg,
grauwe wilg, laurierwilg) op drassige (veen)grond (3-6,8,11,12,13),
maar volgens een Poolse studie kan hij ook
groeien bij de witte els (Alnus incana) (2). In Engeland staat Lactarius aspideus bekend als "willow milkcap", d.w.z. wilgenmelkzwam.
De hoed kan anderhalf tot vijf centimeter breed zijn. Bij
jonge exemplaren is hij bol met een naar binnen omgerolde rand, later
spreidt hij zich uit. De hoed kan een enkele of een dubbele umbo
hebben, maar meestal is die "bult" weinig opvallend. De uiterste rand van de
hoed is met fijne witte haartjes bezet, die bij het ouder worden
verdwijnen. Het hoedoppervlak is bij vochtig weer erg kleverig. Bij
droog weer kan de paddenstoel een glanzend, "gelakt" uiterlijk krijgen.
De kleur van de hoed is aanvankelijk strogeel met beige-achtige
plekken, later kan deze helemaal verbleken. Wanneer er over de
opperhuid van hoed of steel of over de plaatjes wordt
gewreven, of wanneer deze worden ingedrukt,
ontstaan er lilagrijze en uiteindelijk violette vlekken (3,11). De steel van de paddenstoel heeft de vorm van een cilinder en
is
soms voorzien van lengtevoren. Hij is meestal langer dan de diameter
van de hoed en kan op verschillende plaatsen opgezwollen zijn; ook is
hij vaak gedraaid. De vorm van de steel is erg variabel, en de steel kan
ten opzichte van de hoed zowel centraal als excentrisch zijn geplaatst.
De plaatjes aan de onderzijde van de hoed zijn creme- of ivoorkleurig
tot bleek strogeel, tamelijk recht, vrij dik en recht
of
enigszins aflopend aan de steel gehecht (3). Tussen de normale plaatjes
staan dikwijls kortere exemplaren in (3,6).
Volgens sommige mycologen komt de paddenstoel behalve in Europa ook
voor in Noord Amerika, maar of het bij de Noord Amerikaanse exemplaren werkelijk om dezelfde soort gaat is
omstreden (7).
Naam Lactarius betekent "melkgevend" of
"met betrekking tot melk", het is dus de aanduiding van een paddenstoel met melksap. De Latijnse soortnaam
aspideus is
van het woord aspis
afgeleid, en betekent "als een rond schild". In Duitsland wordt de
paddenstoel "Schild-Milchling" genoemd (4,9). Lactarius uvidus var. aspideus,
Lactifluus aspideus, en Lactarius roseoviolascens
zijn synoniemen van
Lactarius aspideus (1)
Eetbaarheid/nut
De
violetvlekkende melkzwam is vanwege de bittere smaak van zijn
melksap (die pas na enig kauwen wordt geproefd) oneetbaar (9).
Bovendien zijn de vruchtlichamen veel te zeldzaam en te klein om
voor
menselijke consumptie in aanmerking te komen. De paddenstoeltjes hebben
een fruitige geur.
Waar
gevonden Tijdens
een wandeling door de Petten bij de Lauwers en de Doezumer Mieden, in
augustus 2017, hebben we een flink aantal jonge exemplaren van de
violetvlekkende moeraswelkzwam gevonden. In de omgeving stonden wilgen en elzen. We kenden de paddenstoel niet, maar
een natuurliefhebber die dit gebied regelmatig
bezoekt,
vertelde ons (via het paddenstoelforum van waarneming.nl) welke soort
het was. Ook
tijdens excursies van de NMV is Lactarius aspideus in dit gebied gevonden
(10).
Literatuur
1. Blasser
Violett-Milchling. Document op de.wikipedia.org.
2.
Bujakiewicz A (1992) Macrofungi on soil in deciduous forests. Chapter 3
in: Winterhoff W (ed.) Fungi in Vegetation Science. Dordrecht: Kluwer
Academic Publishers, pp.49-78.
3. Grospelier L (1973) Lactarius aspideus
(Fries), espèce inconnue des mycologues français. Bulletin mensuel de
la Société linnéenne de Lyon, 42:272-280.
4. Jahn H (1961) Die
Milchlinge (Lactarii)
und ihr Vorkommen in Westfalen. Westfälische Pilzbriefe 3:17-24.
5. Kreisel H (1965)
Ektotrophbildende Pilze als Begleiter der Kriechweide, Salix repens.
Westfälische Pilzbriefe 5:135-139.
6. Laber D, Laber P
(1977) Agaricales
mit nördlicher Verbreitung im Schwarzwald gefunden: Lactarius aspideus, Phaeomarasmius
confragosus, Pholiota heteroclita. Z Pilzk 43:75-78.
7. Methven AS (2013)
North American and European Species of Lactarius. Scripta
Botanica Belgica 51:91-105.
8. Roberts P (2004)
Where to look for interesting fungi: willows and sallows. Field
Mycology 5:60-63.
9. Schildmilchling,
Blasse Violett-Milchling, Auen-Schildmilchling, Blasser
Violettmilchling. Document op 123pilze.de.
10.
Somhorst I, Enzlin R, Raangs K (2013) Paddenstoelennieuws uit Groningen
III: "En zo was het!" Verslag Binnenlandse Werkweek 2012 te Noordlaren.
Coolia 56:59-96.
11. Tanchaud P (2018) Lactarius aspideus
(Fr.:Fr.) Fr. Document op mycocharentes.fr.
12. Verbeken A,
Fraiture A, Walleyn R (1998) Observations on the genus Lactarius in
Belgium, with a special reference to its section Plinthogali. Belg J
Bot 131:211-222.
13. Watling R (1992)
Macrofungi associated with British willows. Proc R Soc Edinburgh
98B:135-147.
Terug naar de
soortenlijst (buiten Zuidhorn)