Witgerande stofkorst (Haematomma ochroleucum)
Haematomma ochroleucum
is een korstmos dat in Noord Nederland groeit op de stam van oude laan–
en wegbomen. In Denemarken en Sleeswijk-Holstein werd het vooral
op linde, es en iep gevonden (8). Soms kan de soort ook op muren of
gemetselde stenen paaltjes worden aangetroffen. Het thallus is
korstvormig, grijsblauw tot grijsgroen, meestal met een helderwitte
rand (van het prothallus). Aan deze rand (en aan de korrelige
sorediën op het grijzige oppervlak) ontleent het korstmos zijn naam. Op
muren en op monumentale laanbomen kan een witgerande stofkorst zeer
grote afmetingen krijgen. De fotobiont in dit korstmos is een
groene alg uit het geslacht Trebouxia
(1,3,5). De thalli bevatten unieke plantenstoffen waarvan de chemische
structuur bekend is (2,5,9). Er bestaan twee variëteiten (of
chemotypen) van deze korstmossoort. Het ene chemotype (var. ochroleucum) biedt vanwege de aanwezigheid van usninezuur een groenachtige aanblik, terwijl het andere (var. porphyrium) er grijzig uitziet en usninezuur mist (1,3,7,9,10).
Naam
De genusnaam Haematomma
betekent “bloedig oog” (4). Dit heeft betrekking op de aanblik van de
apotheciën, die in het buitenland soms aanwezig zijn (1-3), maar bij de
witgerande stofkorst in Nederland altijd ontbreken. De soortnaam ochroleucum (“geelwit”) is afgeleid van het Griekse woord ochros, dat “lichtgeel” en het Griekse woord leucos, dat “wit” betekent. In het buitenland (Litouwen, Polen) kan Haematomma ochroleucum worden verward met Lecanora thysanophora,
een soort die sterk op de witgerande stofkorst lijkt (6,9,10). In
Litouwen hebben de meeste waarnemingen betrekking op de andere soort
(6), maar in Nederland komt L.thysanophora voor zover wij weten niet voor. Verwarring is ook mogelijk met de miskende schotelkorst (Lecanora compallens) en de bleekgroene schotelkorst (Lecanora expallens) (9).
Waar gevonden
Wij
hebben grote thalli van de witgerande stofkorst gevonden op eiken
langs De Gast in Zuidhorn , in het bos bij de Coendersborg in Nuis, en
in Domies Toen in Pieterburen (daar zowel op bomen als op oude stenen
muren).
Literatuur
1. Association Française de Lichénologie, Haematomma ochroleucum (Neck.) J. R. Laundon. Document op www.afl-lichenologie.fr.
2. Brodo IM, Culberson WL, Culberson CF (2008) Haematomma (Lecanoraceae) in North and Central America, including the West Indies. Bryologist 111:363-423.
3. Gérault A (n.d.) Haematomma ochroleucum (Neck.) J. R. Laundon var. ochroleucum. Document op www.lichensmaritimes.org
4. Haematomma. Document op en.wikipedia.org.
5. Haematomma ochroleucum. Document op: Fungi and Lichens of Great Britain and Ireland, fungi.myspecies.info.
6. Kukwa M, Motiejunaite J (2005) Notes on Haematomma ochroleucum and Lecanora thysanophora lichens in Lithuania. Botanica Lithuanica 11:247-249.
7. Laundon JR (1978) Haematomma chemotypes form fused thalli. Lichenologist 10:221-225.
8. Søchting U, Ramkaer K (1982) The epiphytic lichen zones in rural Denmark and Schleswig-Holstein. Nord J Bot 2:171-181.
9. Zdunczyk A, Kukwa M (2012) Revised distribution of the lichen species Haematomma ochroleucum in Poland. Pol Bot J 57:473-477.
10.
Zdunczyk A, Kukwa M (2014) A revision of sorediate crustose lichens
containing usnic acid and chlorinated xanthones in Poland. Herzogia
27:13-40.
Terug naar de soortenlijst