De
wortelende gordijnzwam is in het Overzicht van de Paddenstoelen van Nederland
vermeld als een zeer zeldzame soort. Maar in de provincie Groningen en Noord
Drenthe wordt hij de laatste jaren steeds vaker waargenomen (5). Hij wordt
meestal gevonden in lanen (3,5), soms ook in loofbos, zowel op klei als op
zand. Volgens een Zwitsers onderzoek zou hij een voorkeur hebben voor zure
bodems (1). De zwam leeft in nauwe symbiose (ectomycorrhiza) met loofbomen,
vooral beuken en (zomer)eiken, soms ook met linden (5). In het Middellandse
Zeegebied groeit de paddenstoel bij andere soorten eiken, zoals Quercus
pubescens, Quercus suber en Quercus ilex (2,4). De hoed kan een diameter van 3
tot 7 cm bereiken en verandert qua kleur van lichtbruin tot meer donkerbruin,
afhankelijk van de droogte of vochtigheid van het weer. De plaatjes aan de onderkant
van de hoed zijn meestal warm kaneelbruin van kleur.
Naam
De
soortsnaam rigens betekent "stijf", "star" of
"onbuigzaam". De genusnaam Cortinarius betekent
"gordijnzwam" en heeft betrekking op het gordijn dat bij jonge
exemplaren de plaatjes bedekt. Er zijn vele gordijnzwammen die sterk op de
wortelende lijken en daarvan alleen op grond van microscopische kenmerken
kunnen worden onderscheiden: Cortinarius candelaris, damascenus, duracinus,
obtusobrunneus, velenovskyi en pseudocandelaris - maar die zijn nog veel
zeldzamer dan de wortelende gordijnzwam. Bovendien wordt Cortinarius duracinus
door sommigen beschouwd als een synoniem van Cortinarius rigens. We houden het
bij bovenstaande foto' s maar op de naam "wortelende gordijnzwam”, en
mycologen zijn dat met ons eens.
Eetbaarheid/nut
Wortelende
gordijnzwammen zijn niet eetbaar en mogelijk zelfs giftig. De paddenstoel kan
hoge concentraties van het element zink bevatten (8).
Waar
gevonden
We
hebben de paddenstoel in flink aantal aangetroffen op een grasveld ten
zuidwesten van de kruising Hanckemalaan en Gast (schuin tegenover de Rabobank),
en ook in het parkje bij de driesprong Van Houtenstraat-Westergast-Boslaan.
Steeds bij zomereiken.
Literatuur
1. Ayer F, Lüscher P, Egli S (2003) Quelle est la place
des champignons supérieurs dans les stations forestières? Schweiz Z Forstwiss
5:149-160.
2. Ballarà J (1999) Alguns Cortinarius interessants dels
Pirineus Catalans II. Revista Catalana de Micologia 22:47-70.
3. Keizer PJ (1993) The ecology of macromycetes in
roadside verges planted with trees. Ph.D. Thesis, Agricultural
4. Ortega A, Lorite J, Valle F (2010) Mycorrhizal
macrofungi diversity (Agaricomycetes) from Mediterranean Quercus forests: a
compilation for the Iberian Peninsula (
5. Raangs
K, Arnolds E (2013) De excursies van de PWD en MWG in 2012. Zondag 14 0ktober.
Warffum (Gr). Nieuwsbrief Paddestoelenwerkgroep Drenthe 14:13-15.
6.
Spindeliger Gürtelfuß - Cortinarius (Tel.) duracinus. Webdocument op
tintling.com.
7.
Spindeliger Wasserkopf - Cortinarius duracinus. Webdocument op
www.pilzbestimmer.de.
8. Vetter J, Siller I, Horváth Z (1997) Zinc content
of sporocarps of basidiomycetous fungi. Mycologia
89:481-483.