Zeemkleurig hazenoor (Otidea alutacea)
Het
zeemkleurig hazenoor is een zakjeszwam (Ascomyceet)
die in loofbossen tussen
strooisel op de grond groeit, vooral langs wegen en paden. De
paddenstoel is
meestal te vinden onder eiken (1), maar soms ook onder beuken (9), hazelaars (7) of tamme
kastanjes (7).
Hij geeft de voorkeur aan voedselarme zandgrond en humeuze klei- of
leem.
In de Rode Lijst (1989) was de zwam vermeld als een bedreigde soort
(categorie
3), vanwege vermesting, verzuring en overmatige strooiselproductie.
Maar
momenteel (2014) wordt hij niet langer beschouwd als bedreigd en geldt
hij als een soort die in Nederland vrij algemeen voorkomt. Het
vruchtlichaam is
geelachtig, maximaal ongeveer 4 tot 7 centimeter groot en heeft een
onregelmatig
golvende kom-, kelk- of bekervorm, die aan één kant is ingesneden. De
Duitse naam "Eingeschnittener Öhrling" wijst hier op (2). Vaak
zijn
meerdere exemplaren van de paddenstoel met elkaar tot een bundel of een
"bloem" vergroeid (1). De aanblik van
de zwam is afhankelijk van de weersomstandigheden. Bij vochtig weer
zijn
binnen- en buitenzijde ongeveer gelijk van kleur, bij droogte is de
buitenzijde
lichter dan de binnenkant waar de sporen gevormd worden. Dit hymenium
kan de
kleur van zeemleer hebben maar ook okerkleurig of lichtbruin zijn (1). De
buitenkant is enigszins vlokkig van structuur (5,8).
Naam
De genusnaam Otidea
is een aanduiding van de
"oren" (Duits: Öhrlinge), een groep paddenstoelen die verwant is aan
de bekerzwammen. Er zijn veel soorten binnen deze groep, die dikwijls
alleen op
grond van microscopische kenmerken met zekerheid geïdentificeerd kunnen
worden
(4,6,10). De onderlinge verwantschappen zijn ook onderzocht met
moleculair-biologische technieken (3,6,7). De
soortnaam alutacea is afgeleid van het Latijnse alutaceus, dat
"leerkleurig" betekent (5). Het zeemkleurig hazenoor
lijkt veel op het donker hazenoor (Otidea bufonia), maar is lichter van kleur en het binnenoppervlak van het "oor" is minder sterk gerimpeld (1). Peziza cochleata, Plicaria alutacea, Peziza alutacea, Aleuria alutacea en Scodellina alutacea zijn synoniemen van Otidea alutacea (2,7). Momenteel wordt aangenomen dat Otidea alutacea niet één enkele soort is, maar een complex van 3 soorten met verschillende afmetingen van de sporen (3,6,7,9,10).
Eetbaarheid
Het zeemkleurig
hazenoor wordt beschouwd als een paddenstoel die weliswaar niet giftig, maar ook niet
eetbaar is (1).
Waar
gevonden
We
hebben hazenoren aangetroffen in de westberm van het noordelijk
eind van de
Boslaan, onder zomereiken, op schrale droge zandgrond. Op die plaats
keerde de
paddenstoel jarenlang in groot aantal terug, altijd eind september
of begin
oktober. Hij groeide er zelfs tussen de klinkers van een tuinpad, door
de voegen
heen. Maar sinds 2021 is het aantal vruchtlichamen op deze vindplaats
steeds kleiner geworden. en misschien is de paddenstoel er nu helemaal
verdwenen. Hazenoren verschenen soms ook in de westberm van de Gast
en de noordberm van de Stationsweg, onder zomereiken en moseiken.
Literatuur
1. Castro Marcote JM (2015) El género Otidea en Galicia. Micolucus no.2:29-35.
2. Eingeschnittener Öhrling - Otidea alutacea. Document op pilzbestimmer.de.
3. Hansen K, Olariaga I (2015) Species limits and relationships within Otidea inferred from multiple gene phylogenies. Persoonia 35:148-165.
4. Kanouse BB (1949) Studies in the genus Otidea. Mycologia 41:660-677.
5. Lezzi T (2010) Otidea alutacea. Forumbijdrage op funghiitaliani.it (prachtige natuur- en microscoopfotos).
6. Liu
CY, Zhuang WY (2006) Relationships among some members of the genus
Otidea (Pezizales, Pyronemataceae). Fungal Diversity 23:181-192.
7. Olariaga I, van Vooren N, Carbone M, Hansen K (2015) A monograph of Otidea (Pyronemataceae, Pezizomycetes). Persoonia 35:166-229.
8. Otidea alutacea (Pers.) Massee. Document op granadanatural.com.
9. Ribes Ripoll MA (2008) Otidea aff. alutacea (Pers.) Massee. Document op micobotanicajaen.com.
10. Van Vooren N (2008) Key of the species of the genus Otidea. Document op ascofrance.com.
Terug naar de soortenlijst