Zwart schriftmos (Arthonia atra)
Zwart
schriftmos groeit op de gladde bast van loofbomen, vooral essen (9).
In zeldzame gevallen kan het ook op naaldbomen of op gesteente
worden aangetroffen. Het thallus is dun en glad, en vormt meestal
kleine, duidelijk afgegrensde lapjes. Het is crème tot zilverwit
van kleur, soms met olijfkleurige tinten, en dikwijls helemaal
ingezonken in de schors. De apotheciën zijn vertakt, en zien eruit als
zwarte pennenstreken of schrifttekens. Isidiën en sorediën ontbreken.
De alg in het korstmos die voor de fotosynthese zorgt behoort tot het
geslacht Trentepohlia (1) en is oranje van kleur, door de aanwezigheid van carotenoïden.
Volgens
een Engels artikel zou zwart schriftmos vooral op de kleinere takken en
twijgen van zijn gastheerboom groeien (6), maar volgens een Deense
studie juist op het onderste deel van de stam (7). In de zestiger en
zeventiger jaren van de vorige eeuw werd de soort in zijn voortbestaan
bedreigd. In de omgeving van Amsterdam was hij zelfs helemaal
uitgestorven (3). Maar in de laatste jaren is dit korstmos met
een opmars bezig (10), vermoedelijk vanwege verbetering van de
luchtkwaliteit.
Naam
De oorsprong van de genusnaam Arthonia
is niet bekend. Volgens een Franse website zou het “gespat” betekenen, aangezien de apotheciën op inktvlekken lijken (8).
De soortnaam atra betekent “zwart” en wijst op de kleur van dit “schrift” (8). Opegrapha atra en Opegrapha bullata zijn synoniemen van Arthonia atra. Volgens moderne inzichten moet het korstmos in het geslacht Arthonia worden geplaatst, en niet in het geslacht Opegrapha (4).
Waar gevonden
Wij
hebben zwart schriftmos aangetroffen op de stam van essen, in
houtsingels rond de Allersmaborg in Ezinge en op de stam van esdoorns
in het Haarsterbos bij Marum.
Literatuur
1. Arthonia atra. Document op Fungi and Lichens of Great Britain and Ireland, fungi.myspecies.info.
2. Bailey RH, Garrett RM (1968) Studies on the discharge of ascospores from lichen apothecia. Lichenologist 4:57-65.
3.
Barkman JJ (1969) The influence of air pollution on bryophytes and
lichens. In: Air Pollution. Wageningen: Center for Agricultural
Publishing and Documentation, p.197-209.
4.
Ertz D, Miadlikowska J, Lutzoni F, Dessein S, Raspé O, Vigneron N,
Hofstetter V, Diederich P (2009) Towards a new classification of the Arthoniales (Ascomycota) based on a three-gene phylogeny focussing on the genus Opegrapha. Mycological Research 113:141-152.
5. Garrett RM (1971) Studies on some aspects of ascospore liberation and dispersal in lichens. Lichenologist 5:33-44.
6.
Kershaw KA (1964) Preliminary observations on the distribution and
ecology of epiphytic lichens in Wales. Lichenologist 2:263-276.
7.
Larsen HME, Rasmussen HN (2019) Differential distribution of
corticolous lichens with respect to tree species and height. Forests at
risk: Bialowieza and beyond. Warszawa.
8. Opegrapha atra. Document op Association Française de Lichénologie, www.afl-lichenologie.fr.
9. Schwarze Schriftfleche. Document op 123pilzsuche.de.
10. Van den Broeck D (2010) Schriftmossen (Opegrapha) en andere lichenen met een Trentepohlia-photobiont in opmars in Vlaanderen (België). Dumortiera 98:6-10.
Terug naar de soortenlijst