Zwartwordende stuifzwam (Lycoperdon nigrescens)
OverzichtZijaanzicht
Zwartwordende stuifzwammen zijn de vruchtlichamen van een schimmel die leeft van de afbraak van dood plantaardig materiaal in loof- en naaldbossen [9,14], maar ook in jeneverbesstruwelen, lanen, parken, grasland en duinvalleien [14]. De soort heeft een voorkeur voor enigszins zure bodems [5]. Vreemd genoeg schijnt het mycelium in Zuid Korea mycorrhiza te vormen met het Japans vrouwenschoentje (Cypripedium japonicum), een zeldzame orchidee [1]. De paddenstoel verschilt van andere stuifzwammen door het bezit van een bruine tot donkerbruine kleur, en licht tot donkerbruine, piramidevormige, 1 t0t 2 (soms 4) mm lange stekels op het oppervlak die zijn voorzien van fijne haakjes. Die stekels kunnen er uiteindelijk afvallen en een netvormig patroon op de hoedhuid achterlaten. Tussen de stekels is het oppervlak glad en bruinachtig tot zwartachtig bruin. De vruchtlichamen zijn enigszins peervormig (als een omgekeerde peer), klein van afmetingen (2 tot 4 cm breed en 2 tot 3,5 cm hoog) en aan de basis met fijne myceliumstrengen in de bodem bevestigd. Als een vruchtlichaam rijp is, ontstaat er bovenop een porie waaruit de sporen worden afgegeven [8,10]. Het ontwikkelingsproces van de gleba (het sporenvormende weefsel in de paddenstoel) is onderzocht met de lichtmicroscoop [4]. De sporenmassa in de paddenstoel is aanvankelijk wit en stevig van structuur, maar wordt bij rijping van de sporen geelbruin, en uiteindelijk poederig en donkerbruin [10,12]. Zwartwordende stuifzwammen komen voor in Europa, Azië en Noord Amerika [14]. De paddenstoel is ook bekend van het zuiden van Groenland, maar groeit niet op Spitsbergen [5].

Naam
De genusnaam Lycoperdon betekent "wolfsscheet". Dit heeft waarschijnlijk betrekking op de uit een rijp vruchtlichaam opwolkende sporen. De soortnaam nigrescens betekent "zwartwordend". Lycoperdon foetidum en Lycoperdon perlatum var. nigrescens zijn synoniemen van Lycoperdon nigrescens [8,10,11]. De soortnaam foetidum betekent "stinkend". Lycoperdon peckii is een ander synoniem van Lycoperdon nigrescens [2]. Volgens een moleculair biologisch onderzoek is Lycoperdon nigrescens nauw verwant met de parelstuifzwam, Lycoperdon perlatum, en ook met de vlokkige stuifzwam, Lycoperdon mammiforme [6]. Volgens een ander artikel is de fylogenetische positie van Lycoperdon nigrescens echter onzeker [7]. In de duinen kunnen oude zwartwordende stuifzwammen met oude exemplaren van de melige stuifzwam (Lycoperdon lividum) worden verward. Op een Nederlandse website wordt verteld hoe deze soorten in zulke gevallen kunnen worden onderscheiden [12].

Eetbaarheid/nut
In zeer jonge toestand zijn zwartwordende stuifzwammen eetbaar, maar de paddenstoel wordt al spoedig ongenietbaar omdat hij bij het ouder worden een onaangename, metaalachtige geur krijgt [14]. De sporen van de paddenstoel kunnen worden gebruikt als bloedstelpend middel, evenals die van sommige andere stuifzwammen [3]. Het inademen van de sporen kan echter lycoperdonose veroorzaken, een gevaarlijke vorm van longontsteking [3]. Zwartwordende stuifzwammen kunnen het giftige metaal kwik in hun vruchtlichamen ophopen, evenals de meeste champignons, maar bij consumptie van een gangbare hoeveelheid paddenstoelen (1% van het totale dieet van een mens op jaarbasis) leveren de in Spanje gemeten niveaus van kwik geen enkel gevaar op [13].

Waar gevonden

Wij zagen zwartwordende stuifzwammen in het Bankenbosch bij Veenhuizen (Dr.), dat deel uitmaakt van het Fochteloërveen.

Literatuur
1. Cho G, Gang GH, Jung HY, Kwak YS (2022) Exploration of mycobiota in Cypripedium japonicum, an endangered species. Mycobiology 50:142-149.
2. Demoulin V (1977) The Typification of Lycoperdon described by Peck and Morgan. Sydowia Beihefte 8:139-151.
3. Dusky Puffball. Document op wildfooduk.com.
4. Gube M (2007) The gleba development of Langermannia gigantea (Batsch: Pers.) Rostk. (Basidiomycetes) compared to other Lycoperdaceae, and some systematic implications. Mycologia 99:396-405.
5. Jeppson M (2006) The genus Lycoperdon in Greenland and Svalbard. Meddelelser om Gr0nland, Bioscience 56, Copenhagen, The Commission for Scientific Research in Greenland, p.106-127.
6. Krüger D, Binder M, Fischer M, Kreisel H (2001) The Lycoperdales. A Molecular Approach to the Systematics of Some Gasteroid Mushrooms. Mycologia 93:947-957.
7. Larsson E, Jeppson M (2008) Phylogenetic relationships among species and genera of Lycoperdaceae based on ITS and LSU sequence data from north European taxa. Mycol Res 112:4-22.
8. Lycoperdon nigrescens. Document op ultimate-mushroom.com.
9. Mihál I (1998) Production of fruiting bodies of saprophytic fungi in spruce monocultures planted on former arable land. Ekológia 17:152-161.
10. O'Reilly P (2024) Lycoperdon nigrescens Pers. - Dusky Puffball. Document op first-nature.com.
11. Perdeck AC (1950) Revision of the Lycoperdaceae of the Netherlands. Blumea 6:480-516.
12. Roelandse AA. Zwartwordende stuifzwam (Lycoperdon foetidum). Document op yavannah.nl.
13. Zurera-Cosano G, Rincon-Leon F, Moreno-Rojas R, Salmeron-Egea J, Pozo-Lora R (1988) Mercury content in different species of mushrooms grown in Spain. J Food Protection 51:205-207.
14. Zwartwordende stuifzwam. Document op nl.wikipedia.org.

Terug naar de soortenlijst (buiten Zuidhorn)